Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 08-10-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften

GEWIJZIGDE VERORDENING

(geconsolideerde versie)

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Losser;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser van 12 februari 2002;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet (art. 140 en volgende);

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALING

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • c.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Hoofdstuk 2 BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      belastingwetgeving (Hoofdstuk XV van de Gemeentewet en de daarop gebaseerde gemeentelijke verordeningen) en de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      [vervallen]

    • c.

      ambtenarenwetgeving (onder meer Algemeen Ambtenarenreglement en regeling functiewaardering gemeente Losser c.a.).

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit één voorzitter, een waarnemend voorzitter en minimaal vier leden.

  • 2. Zij worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 3. De voorzitter, de waarnemend voorzitters en de leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4. De voorzitter en de waarnemend voorzitter zijn elk voorzitter van een kamer.

Artikel 3a Verdeling in kamers

  • 1. De commissie bestaat uit twee kamers, te weten:

    • -

      de kamer Sociale Zekerheid;

    • -

      de kamer Ruimtelijke en overige zaken;

  • 2. Iedere kamer bestaat uit twee leden en een voorzitter.

  • 3. De voorzitters vervangen elkaar onderling en de leden vervangen elkaar onderling, met dien verstande dat er slechts één vervanger kan zijn.

  • 4. Een voorzitter van een kamer kan beslissen, na overleg met de voorzitter van een andere kamer, de behandeling van een bezwaarschrift aan die andere kamer over te dragen.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie (en haar kamers) is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

- 2:1, tweede lid,

- 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6.5 van de wet, kan worden hersteld,

- 6:14 eerste lid, het bevestigen van de ontvangst van het bezwaarschrift;

- 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie,

- 7:4, tweede lid,

- 7:6, vierde lid,

- 7:10, derde en vierde lid, verdagen van de beslissing op bezwaar, voorzover het bezwaarschrift nog in behandeling is bij de commissie bezwaarschriften,

- 7:18, tweede en zesde lid, en

- 7:20 vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien een deskundige wordt uitgenodigd dan zal dit tijdig worden medegedeeld aan betrokkenen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbende(n) en

    • b.

      het verwerend orgaan .

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt belanghebbende(n) en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid van zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijke verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter;

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen van het advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. [vervallen]

  • 3. [vervallen]

Hoofdstuk 3 SLOTBEPALING

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeerartikel

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt. Te zelfder tijd vervalt de verordening vastgesteld d.d. 21 december 1993 .

Artikel 19 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Losser 2002".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Losser in zijn openbare vergadering van 28 februari 2002;
voorzitter,
secretaris,
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser in vergadering bijeen op 26 februari 2002;
burgemeester,
secretaris,
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Losser op 26 februari 2002;
burgemeester,