Regeling vervallen per 10-04-2014

Verordening op de Verblijfsrecreatie

Geldend van 10-04-2014 t/m 09-04-2014

Intitulé

Verordening op de Verblijfsrecreatie

De raad van de gemeente Losser;

gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2007

gelet op het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

Verordening op de Verblijfsrecreatie

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In deze verordening wordt volstaan onder:

a. rechthebbende: degene die krachtens zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over

enige onroerende zaak;

b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

c. gereguleerde overnachtingsplaats (GOP): een kampeerterrein zijnde een parkeerplaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, die een goede en stevige ondergrond biedt voor een kampeerauto en die gedurende een beperkt aantal uren wordt gebruikt als verblijfplaats.

d. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde

- een bouwwerk, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is;

- een vaartuig;

- een woonwagen in de zin van de Woningwet,

- een tent in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of voorstellingen;

- een voertuig in gebruik als directiekeet.

e. kamperen buiten kampeerterreinen: het incidenteel gelegenheid geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten kampeerterreinen.

Artikel 2 Vergunning of ontheffing

1. Het is de rechthebbende verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een kampeerterrein te houden.

2. Het is verboden gelegenheid te geven tot het buiten een kampeerterrein plaatsen of geplaatst houden van een of meer kampeermiddelen voor recreatief nachtverblijf.

3. Van het verbod in het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders in verband met een gelegenheid van zeer tijdelijke aard ontheffing verlenen aan groepen, organisaties of verenigingen.

Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften

Een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening kan in ieder geval worden geweigerd of onder voorschriften worden verleend in het belang van:

a. landschaps- en natuurwaarden;

b. de veiligheid van personen of goederen;

c. de zedelijkheid, gezondheid of hygiëne;

d. de openbare orde;

e. het voorkomen of beperken van overlast.

Artikel 4 Relatie met bestemmingsplan

Indien voor het gebied waar de vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 voor moet gelden een bestemmingsplan van kracht is, kan de vergunning of ontheffing slechts worden verleend voor zover het bestemmingsplan zich er niet tegen verzet.

Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing

Het college kan een vergunning of een ontheffing als bedoeld in artikel 2 van de verordening intrekken of wijzigen indien:

a. na vergunningverlening blijkt dat de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

b. de ontheffing of vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is gegeven;

c. blijkt dat de op grond van artikel 3 gegeven voorschriften niet of niet behoorlijk worden nageleefd;

Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachtingsplaats (GOP)

Het is verboden om langer dan gedurende tweeënzeventig achtereenvolgende uren een kampeerauto op een gereguleerde overnachtingsplaats te plaatsen of te hebben.

Artikel 7 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van college aangewezen personen.

Artikel 8 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 9 Overgangsrecht

1. Een op grond van de Wet op de openluchtrecreatie (Stb. 1994, 300) verleende vergunning of ontheffing, die op 31 december 2007 van kracht is, wordt bij toepassing van deze verordening beschouwd als zijnde een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2. Een dergelijke vergunning of ontheffing behoudt haar werkingsduur zoals bij verlening is bepaald, met een maximum van 5 jaar na 1 januari 2008, waarna zij van rechtswege vervalt.

2. Een op grond van de Wet op de openluchtrecreatie (Stb. 1994, 300) verleende vrijstelling behoudt haar werkingsduur zoals bepaald bij de verlening, met een maximum van 5 jaar na 1 januari 2008, waarna zij van rechtswege vervalt.

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid vervalt een dergelijke vergunning of ontheffing op het moment, dat voor hetzelfde kampeerterrein een op grond van deze verordening gevraagde vergunning of ontheffing onherroepelijk is verleend.

Artikel 10 Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking doch niet eerder dan op 1 januari 2008.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de Verblijfsrecreatie”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 18 december 2007;
griffier, voorzitter,

Nota-toelichting op de verordening op de Verblijfsrecreatie

Inleiding:

Op 1 januari 2008 is de WOR ingetrokken. Gemeenten hebben vanaf dat moment hun eigen kampeerbeleid. De beleidsnota “Verblijfsrecreatie in het landelijk gebied van Losser” vormt hiervoor de basis. Het nieuw geformuleerde beleid moet vanaf dit tijdstip vertaald zijn in bestemmingsplannen en/of een gemeentelijke verordening.

De gemeente Losser heeft hierbij voor een tweesporen implementatie gekozen. Het hoofdaccent komt hierbij te liggen op de instelling van de gemeentelijke verordening op de verblijfsrecreatie, waarbij gekozen is voor het systeem van vergunning en ontheffing voor kampeerterreinen en andere kampeermogelijkheden. Deze keuze heeft te maken met het feit dat gemeenten een duidelijk handvat willen hebben om de zaken op dit gebied te kunnen handhaven en beheersen. Als tweede reden hiervoor wordt aangegeven dat de hanteerbaarheid van een verordening voor eventuele toekomstige wijzigingen eenvoudiger is dan bij een bestemmingsplanprocedure.

Uiteraard dient het kampeerbeleid verankerd te zijn in de voorschriften van het bestemmingsplan. Hiervoor geldt een aparte procedure.

 

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen.

Deze verordening heeft een aantal begripsbepalingen opgenomen.

De rechthebbende.

De vergunning als bedoeld in art.2 moet worden aangevraagd door de rechthebbende van het kampeerterrein. Hier gaat het om de zakelijk gerechtigde of een persoon die krachtens persoonlijk recht het gebruik van de eigenaar heeft toegewezen gekregen. Bijv. de eigenaar/exploitant/beheerder van het kampeerterrein of ander terrein.

Kampeerterreinen.

Deze verordening gaat uit van het begrip kampeerterrein, omdat het overnachten en de verschillende vormen van verblijfsrecreatie in de openlucht in principe alleen mogelijk is op de verschillende kampeerterreinen.

In de begripsbepalingen wordt ook uitgegaan van het kamperen buiten kampeerterreinen.

In deze toelichting wordt geen volledige toelichting en beschrijving gegeven van de verschillende vormen van kampeerterreinen. In het gemeentelijk beleid worden de verschillende vormen wel aangegeven en wordt uitgebreider aangegeven wat precies wordt verstaan onder de verschillende vormen. Dit heeft te maken met het feit dat gemeenten afzonderlijk kunnen regelen wat zij onder de verschillende vormen verstaan en hoe ver zij per verschillende vorm willen gaan.

Hieronder willen wij de meest voorkomende vormen van kampeerterreinen aangegeven.

a. Reguliere kampeerterreinen

b. Kleinschalige kampeerterreinen

c. Natuurkampeerterreinen

d. Paalkampeerterrein

e. Gereguleerde overnachting plaatsen (GOP’s)

Kamperen buiten kampeerterreinen.

f. Groepskamperen buiten kampeerterreinen:

g.Verenigingskamperen op eigen kampeerterrein:

Nieuwe vormen van verblijfsrecreatie.

Er zullen in de toekomst ongetwijfeld nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden aangeboden. Ter versterking van het recreatief-toeristisch product kunnen nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden toegestaan c.q. gestimuleerd, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders van Losser.

Kampeermiddel.

In de verordening wordt een uitvoerige beschrijving gegeven.

Artikel 2 vergunning of ontheffing.

Het houden c.q. exploiteren van een kampeerterrein zonder vergunning van burgemeester en wethouders is verboden.

Om te voorkomen dat overal in de gemeente kampeerterreinen komen, is ervoor gekozen om dit middels vergunningverlening te reguleren.

Een afgegeven vergunning of ontheffing is zowel persoons- als object gebonden. Verwezen wordt naar de toelichting van artikel 1.

De vergunning wordt in principe afgegeven voor een bepaalde tijd. De tijdsbepaling per vorm wordt in het beleid aangegeven.

Een ontheffing wordt afgegeven voor tijdelijke aard, zoals b.v. het houden van een kampeerweekend voor het houden van een jamboree of caravanclub

Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften.

De verordening noemt een aantal hoofdterreinen waarop een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd of onder voorschriften wordt verleend.

a. Landschaps- en natuurwaarden.

b. Veiligheid van personen of goederen.

c. Zedelijkheid, gezondheid of hygiëne .

d. Openbare orde.

e. Het voorkomen of beperken van overlast.

Vanwege de deregulering en om dubbelingen te vermijden kan hier worden gesteld dat een aanvraag om vergunning in eerste instantie moet voldoen aan de wet en algemeen verbindende voorschriften. Wat in de wet en de algemeen verbindende voorschriften is bepaald hoeft daarom niet bij verordening nog eens te worden benadrukt.

Van toepassing zijn hier dus bij voorbeeld (niet uitputtend) de volgende wetten:

1. Wet Milieubeheer;

2. Wet op de Geluidshinder;

3. Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid;

4. enz.

In de gemeente Losser is ook de Brandbeveiligingsverordening 1994 van kracht. Bovendien is er op rijksniveau een Wet Algemene Bepalingen omgevingsrecht in voorbereiding. In deze wet wordt een groot aantal (circa 25) vergunnings- en ontheffings en andere toestemmingsstelsels samengevoegd tot één omgevingsvergunning.

Het is op dit moment nog niet duidelijk of de omgevingsvergunning ook mogelijkheden biedt t.a.v. kampeerterreinen.

Artikel 4. Relatie met bestemmingsplan.

Zie verordening

Artikel 5. Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing.

Mocht na vergunningverlening gedurende de periode blijken dat de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest, dan kan de vergunning of ontheffing door het college van burgemeester en wethouders worden ingetrokken of gewijzigd.

De verstrekte gegevens kunnen betrekking hebben op de voorschriften en wettelijke bepalingen met betrekking tot landschaps- en natuurwaarden, veiligheid van personen of goederen, de zedelijkheid, gezondheid of hygiëne, openbare orde en het voorkomen of beperken van overlast.

Artikel 6. Gebruik gereguleerde overnachting plaats (GOP).

Een GOP is een specifiek kampeerterrein voor kampeerauto’s / campers. Op een kampeerterrein dat is ingericht als gereguleerde overnachtingplaats (GOP) is het verboden om langer dan tweeënzeventig achtereenvolgende uren eenzelfde camper te plaatsen. Deze kampeermogelijkheid is specifiek bedoeld voor kort kamperen.

 

Artikel 7 Toezichthouders.

Aan de vergunning en ontheffing ingevolge deze verordening zijn veel voorschriften verbonden. Essentieel is het toezicht dat op de naleving van de beleidsregels en voorwaarden dient te worden ingesteld.

De toezichthouder houdt toezicht op de voorschriften en bepalingen welke zijn opgenomen in de verstrekte vergunning en ontheffing en ontleent haar bevoegdheden aan de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), hoofdstuk 5.

Artikel 8 Strafbepaling.

De strafbepalingen ingevolge deze verordening zijn gebaseerd op de bepalingen van de Gemeentewet, art 154. Gestraft kan worden met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. Op dit moment komt dit neer op een geldboete tot ten hoogste € 3.350,-

Artikel 9 Overgangsrecht.

De WOR kent een vergunning-, ontheffing- en vrijstellingregiem. De verordening kent uitsluitend een vergunning- en ontheffingregieme. Om die reden is voor de vrijstelling een gescheiden overgangsbepaling opgenomen analoog aan die van de vergunning en de ontheffing.

Het verlenen van een vergunning of ontheffing op grond van de verordening houdt niet automatisch het vervallen van de nog van kracht zijnde WOR-vergunning of -ontheffing in. Daarvoor is in het derde lid een regeling getroffen. Daarbij is gekozen voor een onherroepelijk besluit, teneinde te voorkomen, dat ingeval van (hoger) beroep dat besluit wordt vernietigd. Alsdan is de "oude" vergunning of ontheffing vervallen en is er geen nieuwe voor in de plaats gekomen. Kortom de kampeerterreinexploitant beschikt dan niet meer over enige vergunning in deze.

 

Artikel 10 Slotbepaling.

Zie verordening

Artikel 11. Citeertitel.

Zie verordening.