Regeling vervallen per 12-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011

Geldend van 12-01-2012 t/m 11-01-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011

De raad van de gemeente Losser; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011

(Verordening toeristenbelasting 2011)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

1. van degene die ter verpleging of verzorging verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

3. als scout door leden van scoutingverenigingen aangesloten bij de Vereniging Scouting Nederland in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, die door Losserse scoutingverenigingen ter beschikking worden gesteld voor het houden van verblijf met overnachten dan wel in mobiele kampeeronderkomens van scoutingverenigingen.

4. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelastingverschuldigd is.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

a. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen merendeels ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen.

d. seizoenplaats: een vaste standplaats bestemd voor verblijf gedurende de periode 1 april tot en met 31 oktober.

e. particulier verhuurde woning: een (deel van een) woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm ook.

f. vakantieonderkomen: woning en andere verblijf, niet zijnde een kampeermiddel, hotel, conferentieoord, groepsaccommodatie of particulier verhuurde woning.

2. Voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen, particulier verhuurde woningen en vakantieonderkomens wordt op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belasting-plichtige de heffingsgrondslag forfaitair vastgesteld.

3. Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal personen dat heeft overnacht met betrekking tot kampeermiddelen op vaste standplaatsen, particulier verhuurde woningen en vakantieonderkomens bepaald op 2.

4. Het aantal malen dat door de in het derde lid bedoelde personen is overnacht wordt ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen, particulier verhuurde woningen en vakantieonderkomens, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

a. ten hoogste 3 maanden bepaald op 80

b. meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 90

c. meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 100

d. meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 120

Artikel 6 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief:

1. bij overnachting in een hotel of conferentieoord € 1,37

2. bij overnachting in een kampeermiddel, vakantieonderkomen

of een particulier verhuurde woning € 0,96

3. bij overnachting in een groepsaccommodatie € 0,82

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Nachtverblijfregister

1. De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtverblijfregister bij te houden;

2. het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens tenminste betreffende:

a. naam, adres en woonplaats;

b. samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;

c. datum van aankomst en datum van vertrek;

d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is;

3. de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde ambtenaar is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door hen te stellen voorwaarden;

4. met betrekking tot verblijf, ter zake waarvan de belasting wordt geheven naar een forfaitaire regeling, is de in het eerste lid genoemde verplichting beperkt tot de in het tweede lid, onder a, genoemde gegevens.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ‘Verordening toeristenbelasting 2010’ van 15 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als de `Verordening toeristenbelasting 2011’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Losser
in zijn openbare vergadering van 14 december 2010,   griffier, voorzitter,