Hypotheekregeling 2008

Geldend van 20-12-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Hypotheekregeling 2008

De raad van de gemeente Maasdriel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 juli 2008;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het positief oordeel van de commissie voor het Georganiseerd Overleg:

besluit:

vast te stellen de volgende:

Hypotheekregeling 2008.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.

stichtingskosten

het totaal van de kosten dat geacht wordt nodig te zijn voor de bouw van een woning, met inbegrip van onder andere het architectenhonorarium, het dagelijkse toezicht, het rente verlies tijdens de bouw, bouwrente, de grondkosten, de leges, de notariële kosten enz., verminderd met een eventuele van overheidswege te ontvangen bijdrage.

b.

verbouwingskosten

het totaal van de kosten dat geacht wordt nodig te zijn voor het verbouwen, het gedeeltelijk veranderen, het vernieuwen of het uitbreiden van een gebouwde of gekochte woning, verminderd met een eventueel van overheidswege te ontvangen bijdrage en vermeerderd met eventuele bijkomende kosten zoals notariële kosten, leges enz.

c.

koopsom

de koopprijs vermeerderd met notariële kosten, registratierechten en eventuele taxatiekosten, overdrachtsbelasting, verminderd met een eventueel van overheidswege te ontvangen bijdrage.

d.

verwervingskosten

de taxatiewaarde van de woning vermeerderd met de kosten koper (k.k.). Voor de taxatiewaarde dient een taxatierapport van een beëdigd taxateur te worden overlegd.

e.

ambtenaar

een natuurlijk persoon in vaste dienst werkzaam bij de gemeente Maasdriel of een door het college van burgemeester en wethouders hiermee gelijk te stellen natuurlijk persoon.

f.

lening

een door de gemeente Maasdriel aan een ambtenaar verstrekte geldlening onder verband van hypothecaire zekerheid.

Artikel 2 Verstrekking lening

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een lening onder verband van een eerste hypotheek verstrekken aan ambtenaren, in volledige of gedeeltelijke betrekking werkzaam, die:

    • a.

      een woning voor eigen bewoning wensen te bouwen tot een bedrag van ten hoogste 100% van de stichtingskosten bedoeld in artikel 1, onder letter a.

    • b.

      een bestaande woning voor eigen bewoning wensen aan te kopen tot het bedrag van ten hoogste 100% van de koopsom als bedoeld in artikel 1, onder letter c alsmede de kosten van de hypotheekakte.

    • c.

      een bestaande door hen zelf bewoonde woning wensen te verbouwen tot een bedrag van ten hoogste 100% van de kosten van die verbouwing, als bedoeld in artikel 1 onder letter b.

    • d.

      een bestaande door hen zelf bewoonde woning waarvan zij reeds eigenaar zijn, wensen te financieren tot het bedrag van ten hoogste de verwervingskosten, als bedoeld in artikel 1, onder letter d, ingeval ten aanzien van die woning geen gebruik is gemaakt van deze regeling zoals in dit artikellid omschreven onder sub a en b.

  • 2. Een verzoek om toekenning van een lening moet bij het college van de burgemeester en wethouders worden ingediend onder overlegging van alle bescheiden die naar het oordeel van het college voor een juiste beoordeling van het verzoek nodig zijn. Op een verzoek als bedoeld in het vorige lid wordt door het college binnen 6 weken na ontvangst van het verzoek beslist.

  • 3. Een lening als bedoeld in het eerste lid wordt door het college slechts verstrekt indien de verbouwingskosten in een redelijke verhouding staan tot de waarde van de te verbouwen woning na voltooiing van de verbouwing.

  • 4. Na toekenning van de hypothecaire lening dient binnen 3 maanden de notariële akte te zijn verleden.

Artikel 3 Vervolglening

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien de gemeente aan de ambtenaar al een lening onder verband van eerste hypotheek op het betrokken onroerend goed heeft verstrekt, een volgende lening onder verband van een volgende hypotheek verstrekken aan ambtenaren, die een bestaande door hen zelf bewoonde woning wensen te verbouwen, onder de voorwaarden in deze regeling gesteld. Er kunnen maximaal 2 vervolgleningen worden afgesloten waarbij geldt dat de hoogte van deze lening minimaal € 4.537,80 dient te bedragen.

  • 2. Bij aankoop van een nieuwe woning kan de lopende hypotheek van de oude woning, onder dezelfde voorwaarden en condities, worden meegenomen, zolang de ambtenaar nog in dienst is bij de gemeente Maasdriel. Deze verandering van onroerend goed moet worden opgemaakt in een nieuwe hypotheekakte. De kosten van de nieuwe hypotheekakte komen voor rekening van de hypotheekgever. Als meer hypotheek noodzakelijk is dan de lopende lening, dan kan een tweede of derde hypotheek verstrekt worden. Verstrekking van deze hypotheek vindt dan plaats onder de op dat moment geldende voorwaarden en condities en tegen het dan geldende rentepercentage.

Artikel 4 Maximaal toegestane woonlast

Voor de beoordeling van de verhouding tussen de hypotheeklast en het inkomen hanteert burgemeester en wethouders de beoordelingsnormen zoals deze door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning wordt gehanteerd ten behoeve van de aan hen voorgelegde aanvragen Nationale Hypotheek Garantie (NHG).

Artikel 5 Looptijd en vorm van de lening

  • 1. De lening wordt verstrekt voor een tijdvak van tenminste tien en ten hoogste dertig jaren.

  • 2. De aflossing geschiedt op basis van:

    • -

      jaarannuïteit,

    • -

      de lineaire vorm of

    • -

      de gemeentelevenhypotheek, zoals gedeponeerd door de makelaardij O.G. De Bos te Zutphen of

    • -

      een aflossingsvrije hypotheek, met dien verstande dat dit deel niet meer mag bedragen dan 65% van het maximaal te lenen bedrag als bedoeld in artikel 2.

Artikel 6 Rente

  • 1. De lening wordt verstrekt tegen een percentage dat gelijk is aan het rentepercentage van geldleningen met een looptijd van 25 jaar zoals de gemeente dat zou moeten betalen bij de Bank Nederlandse Gemeenten.

  • 2. Als peildatum geldt de datum van het besluit van het college van burgemeester en wethouders op het verzoek van de ambtenaar voor een hypothecaire geldlening. Indien de rente op het moment van passeren van de hypotheekakte lager is dan op de genoemde peildatum, geldt die lagere rente.

Artikel 7 Aflossing

  • 1. De aflossing van de hoofdsom en de betaling van de rente wordt berekend naar maandbasis (ofwel jaarannuïteit gedeeld door 12) en vindt plaats door maandelijkse inhouding op het salaris van de ambtenaar. De ambtenaar verklaart schriftelijk hiermee in te stemmen. Premiebetaling bij de gemeentelevenhypotheek vindt plaats rechtstreeks aan de verzekeringsmaatschappij.

  • 2. De eerste inhouding op het salaris, als bedoelt in lid 1, dient te geschieden op het salaris over de maand volgende op die, waarin de ambtenaar het laatste gedeelte van de overeenkomstig deze regeling verstrekte lening, dan wel de gehele lening ter beschikking is gesteld.

Artikel 8 Afsluitprovisie

Voor het afsluiten van de lening is een afsluitprovisie verschuldigd van 0,25% over de hoofdsom van de verstrekte lening.

Artikel 9 Uitbetaling lening

  • 1. De lening voor doeleinden als omschreven in artikel 2 alsmede in artikel 3 wordt uitbetaald in gedeelten en wel tot bedragen die de ambtenaar nodig heeft voor het betalen van:

    • a.

      de grond en de termijnen van de aanneemsom waarop de aannemer van de verbouwing in verband met de stand van het werk volgens het bestek aanspraak heeft. Hiertoe dient een kopie van de betalingstermijn te worden overlegd;

    • b.

      de overige kosten welke nodig zijn voor koop, bouw of verbouwing van de woning.

  • 2. Geen uitbetaling van enig gedeelte van de lening geschiedt voordat de akte van hypotheekstelling is verleden en in de openbare registers is ingeschreven.

  • 3. Bij de uitbetaling van het laatste gedeelte van de lening vindt verrekening plaats van de tot op die dag verschenen rente van de vroeger uitbetaalde gedeelten van de lening.

  • 4. Bij het transporteren van de hypothecaire akte wordt uitbetaald de hoofdsom van de toegekende lening verminderd met de verschuldigde afsluitprovisie.

Artikel 10 Hypotheekstelling

  • 1. Tot onderpand van een lening overeenkomstig deze regeling verleent de ambtenaar ten behoeve van de gemeente recht van eerste resp. tweede resp. derde hypotheek op de grond en de daarop gebouwde woning of te bouwen woning en verdere aanhorigheden.

  • 2. In de akte van hypotheekstelling dienen onder meer te worden opgenomen

    • -

      de uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen van de ambtenaar;

    • -

      alle overige volgens boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in de hypotheekakte gebruikelijk op te nemen bepalingen.

Artikel 11 Kosten van vestiging hypotheek

Alle kosten van vestiging van de hypotheek alsmede die van royement zijn voor rekening van de ambtenaar.

Artikel 12 Verzekering

De ambtenaar is verplicht de woning en de eventuele opstallen op kosten naar herbouwwaarde te verzekeren en verzekerd te houden. Als bewijs hiervan kan het college van burgemeester en wethouders de polis en/of betalingsbewijzen van de verschuldigde premie aan de ambtenaar opvragen.

Artikel 13 Verbodsbepalingen en opeisbaarheid

  • 1. Zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders is het de ambtenaar verboden:

    • a.

      de woning en/of opstallen te vervreemden, te verhuren, zakelijke rechten daarop te vestigen, wijziging in de bestemming aan te brengen of de woning gedeeltelijk af te breken;

    • b.

      de bij de woning behorende grond te verkopen, te verpachten of zakelijke rechten daarop te vestigen.

  • 2. Bij niet nakoming van het bepaalde in lid 1 van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders de lening met een opzegtermijn van 3 maanden opeisen.

  • 3. De geldlening zal na het verstrijken van de opzegtermijn van 6 maanden na de hierna te noemen gebeurtenis opeisbaar zijn indien:

    • a.

      de geldnemer zonder noodzaak ophoudt de woning voor eigen bewoning te gebruiken;

    • b.

      de geldnemer in staat van faillissement wordt verklaard, de geldnemer surseance van betaling aanvraagt of onder curatele wordt gesteld of op het verbonden onroerend goed beslag wordt gelegd.

  • 4. De geldlening is terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit opeisbaar wanneer het tot zekerheid van de geldlening verbonden goed wordt vervreemd, onteigend, gevorderd of verbeurd verklaard.

Artikel 14 Beëindiging dienstverband

  • 1. Indien het dienstverband, uitgezonderd in geval van ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, vervroegd uittreden, pensionering of overlijden van de ambtenaar, wordt verbroken blijft de bestaande regeling doorlopen onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      in het eerste jaar na beëindiging van het dienstverband geldt een rentepercentage dat 0,50% hoger ligt dan het rentepercentage waartegen de lening werd afgesloten;

    • b.

      in het tweede jaar na beëindiging van het dienstverband geldt een rentepercentage dat 0,75% hoger ligt dan het rentepercentage waartegen de lening werd afgesloten;

    • c.

      na het tweede jaar van beëindiging van het dienstverband en zolang de overeenkomst verder doorloopt geldt een rentepercentage dat 1,00% hoger ligt dan het rentepercentage waartegen de lening werd afgesloten

  • 2. In geval van overlijden van de ambtenaar kan de lening ten behoeve van overblijvende (geregistreerde) partner, weduwe of weduwnaar en of minderjarige kinderen onder dezelfde condities worden voortgezet.

  • 3. Na beëindiging van het dienstverband dient de medewerker aan de gemeente een machtiging tot automatische incasso af te geven ter betaling van de financiële verplichtingen voorvloeiende uit de doorlopende regeling.

Artikel 15 Nadere bepalingen

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd bij de toepassing van deze regeling nadere regels en voorwaarden te stellen. Bij bijzondere omstandigheden waarin deze regeling niet is voorzien beslist voornoemd college.

Artikel 16 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Hypotheekregeling 2008”.

  • 2. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op de dag van bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2008. Op deze datum vervalt de regeling zoals vastgesteld op 9 februari 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2008/25 oktober 2012 (1e wijziging).

De raad voornoemd,

De griffier

mevr. drs. J.F. van Zutphen

de voorzitter

A.H. Boerma-van Doorne/D.W. de Cloe