Marktverordening 2014

Geldend van 01-12-2014 t/m heden

Intitulé

Marktverordening 2014

De raad van de gemeente Maasdriel;

gelezen het voorstel van het college van 16 september 2014;

gelezen het advies van de raadscommissie Samenleving en Financiën van 14 oktober 2014;

gelet op artikel 157, eerste lid alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Marktverordening 2014

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats in volgorde van vergunningverlening;

  • b.

    artikelgroep: artikelen die bij elkaar horen, bijv. frisdrank, brood, wasmiddelen.

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    CVAH: Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel;

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    markt: de weekmarkt van Kerkdriel;

  • g.

    marktmeester: de persoon die als zodanig door het college is aangewezen;

  • h.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • i.

    standwerker: iemand die publiek om zich heen verzamelt en die door een aansprekende uiteenzetting het publiek probeert over te halen artikelen te kopen;

  • j.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • k.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats op de markt.

Artikel 2. Toepassingsgebied

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de weekmarkt van Kerkdriel. De weekmarkt wordt iedere vrijdag van 12.00 uur tot 17.00 uur gehouden wordt op het Mgr. Zwijsenplein te Kerkdriel.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het college bepalen dat de markt niet of tijdelijk zal plaatsvinden op een andere plaats.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1. Voor de markt stelt het college een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dag en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt;

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning;

    • c.

      de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    • d.

      de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning bij aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan de marktmeester besluiten dat deze plaats wordt ingenomen als dagplaats of standwerkplaats.

  • 4. Het inrichtingsplan is gedurende de openingstijden van de gemeente in te zien op het gemeentehuis.

Artikel 4. Vergunningen

  • 1. Het is verboden op de markt zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen.

  • 2. Per artikelgroep wordt slechts één vergunning verleend.

  • 3. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 4. Een dagplaatsvergunning of standwerkvergunning geldt voor één dag.

  • 5. Per marktdag worden maximaal 2 dagplaatsvergunningen en 2 standwerkvergunningen verleend.

  • 6. Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten, die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die als ambulante handelaar is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

  • 7. Een persoon die zich in de periode van een jaar voorafgaand aan de indiening van een vergunningaanvraag aantoonbaar schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog op de markt komt niet in aanmerking voor een vergunning.

  • 8. Aan een vergunning of krachtens deze verordening verleende ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden ter bescherming van de belangen in verband waarvoor de vergunning is vereist.

  • 9. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

HOOFDSTUK 2. VASTE-STANDPLAATSVERGUNNINGEN

Artikel 5. Proefperiode

  • 1. Een aanvrager van een vaste-standplaatsvergunning krijgt de mogelijkheid om 8 weken proef te draaien op de weekmarkt alvorens de vergunning wordt verleend.

  • 2. Tijdens de proefperiode is de aanvrager marktgeld verschuldigd.

  • 3. Indien de aanvrager tijdens of na de proefperiode stopt en binnen 2 jaar opnieuw een vergunning aanvraagt is niet opnieuw een proefperiode mogelijk.

Artikel 6. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitlijst

  • 1. Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen vermeld.

  • 2. Indien voor de toewijzing van een vrijgevallen vaste standplaats meerdere gegadigden zijn, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst, aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk een verzoek heeft gedaan om van standplaats te veranderen;

    • b.

      in volgorde van binnenkomst van de aanvraag, aan een nieuwe marktkoopman die een aanvraag voor een vaste-standplaatsvergunning heeft ingediend.

Artikel 7. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Beëindigt de vergunninghouder zijn bedrijf of is hij overleden, arbeidsongeschikt geworden of onder curatele gesteld dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn/haar erven of zijn/haar curator de vergunning overschrijven op naam van de echtgeno(o)t(e), geregistreerde partner of kind van vergunninghouder.

  • 2. Als lid 1 niet van toepassing is, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn/haar erven of zijn/haar curator worden overgeschreven op een medewerker die tenminste 2 jaren in loondienst bij vergunninghouder heeft gewerkt of op een mede-eigenaar die gedurende eenzelfde periode als zodanig heeft gefunctioneerd.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving van de vergunning wordt ingediend binnen 2 maanden na de bedrijfsbeëindiging, het overlijden of arbeidsongeschikt worden van vergunninghouder of nadat hij onder curatele is gesteld.

  • 4. Het college kan van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. De aanvraag tot overschrijving wordt geweigerd als niet wordt voldaan aan de eisen van artikel 4, lid 6 en 7 van deze verordening.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats en vervanging

  • 1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem/haar toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college een ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten - behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid - en verplichtingen die bij of krachtens de verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Artikel 9. Intrekking vaste-standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      2 maanden na de bedrijfsbeëindiging of nadat vergunninghouder is overleden, arbeidsongeschikt is geworden of onder curatele is gesteld, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7;

    • c.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt.

  • 2. Het college kan een vaste-standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien niet binnen 4 weken na verlening of overschrijving van de vergunning gebruik wordt gemaakt van de vergunning;

    • b.

      indien vergunninghouder de standplaats minder dan 11 marktdagen per kwartaal heeft ingenomen, behoudens het geval dat aan vergunninghouder een ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 8. Maximaal 8 marktdagen per kalenderjaar worden niet meerekent indien de reden van afwezigheid vakantie, kortdurende ziekte of bijzondere omstandigheden betreft;

    • c.

      indien de standplaats wegens langdurige ziekte gedurende zes maanden niet wordt ingenomen. Het opvragen van een doktersverklaring behoort tot de mogelijkheden;

    • d.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • e.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

HOOFDSTUK 3. DAGPLAATSEN EN STANDWERKERS

Artikel 10. Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen.

  • 2. Een dagplaatsvergunning kan alleen worden verleend voor een artikelgroep waarvoor nog geen vaste-standplaatsvergunning is verleend tenzij de vergunninghouder die dag niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 8.

  • 3. Voor een dagplaatsvergunning komt in aanmerking;

    • a.

      degene die zich op de marktdag om uiterlijk 11.00 uur heeft gemeld op de markt of bij de marktmeester;

    • b.

      aan wie gedurende de afgelopen 2 maanden niet vaker dan 2 keren een dagplaatsvergunning is verleend.

  • 4. Indien op de marktdag om 11.00 uur meer dan 2 gegadigden zich gemeld hebben of meerdere gegadigden zich gemeld hebben voor dezelfde artikelgroep wordt de vergunning door loting toegewezen.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 11. Standwerkvergunning

  • 1. Een standwerkvergunning wordt verleend voor het innemen van een standplaats op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen.

  • 2. Een standwerkvergunning kan alleen worden verleend voor een artikelgroep waarvoor nog geen vaste-standplaatsvergunning is verleend.

  • 3. Voor een standwerkvergunning komt in aanmerking:

    • a.

      degene die zich op de marktdag om uiterlijk 11.00 uur heeft gemeld op de markt of bij de marktmeester;

    • b.

      aan wie gedurende de afgelopen 2 maanden niet vaker dan 2 keren een standwerkvergunning is verleend.

  • 4. Indien op de marktdag om 11.00 uur meer dan 2 gegadigden zich gemeld hebben of meerdere gegadigden zich gemeld hebben voor dezelfde artikelgroep wordt de vergunning door loting toegewezen. Standwerkers die kunnen aantonen dat zij door het CVAH zijn aangemerkt als gecertificeerde standwerker hebben voorrang op niet-gecertificeerde standwerkers.

  • 5. Een standwerkvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

HOOFDSTUK 4. ALGEMENE BEPALINGEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS

Artikel 12. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van de marktmeester of een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 13. Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden eerder dan 09.00 uur en later dan 18.00 uur ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt. Het college kan hiervan op aanvraag ontheffing verlenen.

  • 3. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 14. Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt bezemschoon achter te laten.

HOOFDSTUK 5. HANDHAVING

Artikel 15. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 16. Onmiddellijke verwijdering

Door of namens het college kan een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 17. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 18. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening 2010 wordt ingetrokken.

  • 2. De krachtens de Marktverordening 2010 vastgestelde anciënniteitlijst geldt als lijst krachtens deze verordening.

  • 3. Een krachtens de Marktverordening 2010 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om een vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening 2010 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 19. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening 2014.

  • 2. Deze verordening treedt, na bekendmaking daarvan, in werking op 1 december 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering op 30 oktober 2014.

De raad voorgenoemd,

De griffier

J.F. van Zutphen

de voorzitter

drs. G.E.W. Prick