Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Maasgouw 2013

Geldend van 29-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Maasgouw 2013

De raad van de gemeente Maasgouw,     gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;   gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;     B E S L U I T :     vast te stellen de volgende verordening:     Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Maasgouw 2013   (Verordening toeristenbelasting Maasgouw 2013).

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a.   vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of             stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere             recreatieve doeleinden; b.   mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke             onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf             voor vakantie en andere recreatieve doeleinden; c.   verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele       kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie       en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden       worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden; d.   vaste jaarplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of             vakantieonderkomen, dat door één en hetzelfde gezin wordt gebruikt en, dat doorgaans na afloop van             het jaar niet wordt verwijderd; e.   vaste seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen dat door één en hetzelfde gezin gebruikt wordt en, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten; seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, waar gedurende het seizoen een zelfde mobiel kampeeronderkomen dat door één en hetzelfde gezin gebruikt wordt, is geplaatst en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwijderd; toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens; kampeerterrein: een terrein dat bestemd is om te worden gebruikt voor verblijfrecreatie. stacaravans: caravans die op een seizoens-, vaste seizoens- of jaarplaats op een kampeerterrein zijn neergezet om voor langere tijd als verblijfsplaats te dienen en die bestemd zijn voor en gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf: van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen; van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers; van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd; op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

1.         Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:             a.         mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen                         bepaald op 2,7;             b.         mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste seizoensplaatsen                         bepaald op 2,7;             c.         mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op seizoensplaatsen                         bepaald op 2,6; 2.         Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:             a.         in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 54;             b.         in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op 54;             c.         in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op 46. 3.         In afwijking van de eerste twee leden wordt het forfait niet toegepast op verblijf in mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacarvans, die niet door dezelfde persoon of personen             worden gehuurd voor de gehele jaar- of seizoensperiode, doch steeds worden gehuurd door wisselende verblijfhoudenden voor een korte periode.

Artikel 7 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 0,88.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a van de Gemeentewet. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 12 Registratieplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijvenregister. Het college van burgemeesters en wethouders stelt genoemd nachtverblijvenregister kosteloos beschikbaar. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijvenregister. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 13 Nadere regels door het colelge van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Maasgouw 2012” van 15 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Maasgouw 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw, d.d. 20 december 2012.     De raad voornoemd;   De griffier, De voorzitter,                  S.B.J. Backus S.H.M. Strous