Regeling vervallen per 01-07-2020

Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid gemeente Maasgouw 2014

Geldend van 04-07-2014 t/m 30-06-2020 met terugwerkende kracht vanaf 27-03-2014

Intitulé

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WMO-BELEID GEMEENTE MAASGOUW 2014

De raad van de gemeente Maasgouw,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (portefeuillehouder Palmen),

Gelet op artikel 11 en 12 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo),

B E S L U I T :

De ‘Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid gemeente Maasgouw 2007’ in te trekken;

De ‘Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid gemeente Maasgouw 2014’ met terugwerkende kracht tot 27 maart 2014 vast te stellen;

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WMO-BELEID GEMEENTE MAASGOUW 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

  • a.

    Cliëntenparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de doelgroepen uit de wet betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de wet maatschappelijke ondersteuning en het gemeentelijk Wmo beleid;

  • b.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Maasgouw.

  • c.

    Doelgroep Wmo: Groep waarop het beleid betrekking heeft. In deze: ouderen, gehandicapten, mensen met psychiatrische problematiek, mantelzorgers, vrijwilligers, verslaafden, dak- en thuislozen, jeugdigen en ouders.

  • d.

    Wet: de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

  • e.

    Wmo-platform: de door het college aangewezen en in de gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen uit de Wmo.

  • f.

    Raad: de Gemeenteraad van de Gemeente Maasgouw

Artikel 2 Doelstellingen

Cliëntenparticipatie heeft de volgende doelstellingen:

  • a.

    het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo en het gemeentelijk Wmo-beleid vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid.

  • b.

    Het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk Wmo-beleid.

Artikel 3 Beleidsterreinen

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo, bestaande uit beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wmo. Hieronder wordt in ieder geval begrepen:

  • a.

    het vierjaarlijks op te stellen Wmo-beleidsplan;

  • b.

    de vaststelling en wijziging van de verordeningen m.b.t. de uitvoering van dit plan;

  • c.

    de wijze waarop de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning gewaarborgd wordt;

  • d.

    het cliënttevredenheidsonderzoek;

  • e.

    de Wmo-benchmark.

Artikel 4 Samenstelling Wmo-platform

  • a. Het Wmo-platform is samengesteld uit 2 divisies, namelijk:

    • 1.

      De divisie zorg/welzijn

    • 2.

      De divisie jeugd

  • b. De divisie zorg/welzijn bestaat uit vertegenwoordigers van representatieve organisaties aan de kant van de vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, in concreto:

    • 1.

      Ouderen

    • 2.

      Mensen met een functiebeperking, een verstandelijke handicap of chronische ziekte

    • 3.

      GGZ-cliënten

    • 4.

      Mantelzorg/vrijwilligers

    • 5.

      Cliëntenraden

    • 6.

      Verslaafden, dak- en thuislozen en vrouwen (vrouwenopvang)

    • 7.

      Verenigingsleven en/of maatschappelijk leven

  • c. De divisie jeugd bestaat uit vertegenwoordigers van representatieve organisaties aan de kant van de vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, in concreto:

    • 1.

      Jeugdigen

    • 2.

      Ouders

    • 3.

      Jeugdverenigingen

    • 4.

      Jeugdzorginfrastructuur

    • 5.

      Onderwijsveld, w.o. peuterspeelzaalwerk

  • d. De advisering van de divisie jeugd aangaande de beleidsterreinen zoals beschreven in artikel 3 heeft daarmee in ieder geval betrekking op prestatieveld 2 en waar zij dit noodzakelijk acht op de prestatievelden 1 en 3 tot en met 9, zoals genoemd in de Wet onder artikel 1 lid g.

  • e. Het college kan besluiten het aantal divisies uit te breiden indien zij dit gelet op de beleidsvoorbereiding en -uitvoering wenselijk acht.

  • f. De represenatieve organisaties zoals genoemde in lid 2 en 4 van dit artikel vaardigen in ieder geval 1 en maximaal 2 leden af in de divisie.

  • g. In ieder van de divisies wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met een vertegenwoordiging die zo veel als mogelijk verdeeld is over de verschillende kernen van de gemeente Maasgouw.

  • h. De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban.

Artikel 5 Voordracht, benoeming en zittingsduur

  • a. De leden van het Wmo-platform kiezen uit hun midden één dagelijks bestuur. Dit bestaat uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en twee leden.

  • b. Bij nieuwe leden wordt de volgende procedure gevolgd:

    • 1.

      Kandidaten wenden zich tot het bestuur van het platform. De kandidaat geeft aan dat hij lid wil worden van het platform, namens welke doelgroep en op welke manier hij deze doelgroep vertegenwoordigt.

    • 2.

      Indien er een vacature is binnen het platform en het bestuur van mening is dat de kandidaat aan de gestelde eisen voldoet vindt er een gesprek plaats met (een vertegenwoordiging) van het bestuur. Het bestuur brengt hiervan verslag uit aan de overige leden van het Wmo-platform.

    • 3.

      Wanneer de kandidaat geschikt wordt bevonden door het bestuur en de andere leden van het platform geen bezwaar hebben draagt het platform de kandidaat voor aan het college.

    • 4.

      Het college kan vervolgens besluiten de kandidaat te benoemen tot lid van het Wmo-platform.

  • c. De leden van het Wmo-platform worden door het college benoemd voor een periode van 4 jaar. Benoemingen kunnen éénmaal voor eenzelfde periode worden verlengd. De benoeming en verlenging wordt bij voorkeur zodanig geregeld dat telkens maximaal de helft van het aantal leden van het Wmo-platform tegelijkertijd aftreedt.

  • d. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van het college.

Artikel 6 Werkwijze

  • a. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college het Wmo-platform om advies.

  • b. Het Wmo-platform kan uit eigen beweging advies uitbrengen aan het college. Dit gebeurt dan door middel van een brief, gericht aan het college.

  • c. Bij sommige onderwerpen kan het Wmo-platform, vanaf de startfase betrokken worden bij het te ontwikkelen beleid.

  • d. Het college vraagt in ieder geval advies bij de onderwerpen uit artikel 3, a t/m e.

  • e. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van belang kan zijn op het te nemen besluit en dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan de aan de gemeenteraad ter beschikking te stellen stukken.

  • f. Indien het college afwijkt van het advies van het Wmo-platform, dient dit gemotiveerd te gebeuren.

  • g. Het college voorziet het Wmo-platform van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen.

  • h. Het college benoemt een vaste contactambtenaar als aanspreekpunt voor de communicatie met het platform.

  • i. Er vindt minimaal twee keer per jaar overleg plaats tussen de in punt h genoemde ambtenaar, de verantwoordelijke portefeuillehouder en een vertegenwoordiging van het Wmo-platform.

  • j. Van het overleg, zoals bedoeld in punt i, wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt binnen 4 weken aan alle deelnemers toegestuurd. Na goedkeuring zal de gemeenteraad worden geïnformeerd.

  • k. De samenwerking tussen het Wmo-platform en de gemeente wordt jaarlijks geëvalueerd.

  • l. Indien niet alle doelgroepen vertegenwoordigd zijn in het Wmo-platform zullen het college en het platform gezamenlijk proberen leden te werven.

  • m. Indien er geen Wmo-platform actief is binnen de Gemeente Maasgouw, zal het college de totstandkoming bevorderen.

Artikel 7 Faciliteiten

  • a. Het college stelt (financiële) middelen beschikbaar aan het Wmo-platform om hen in staat te stellen uitvoering te geven aan hun taken.

  • b. De middelen, zoals bedoeld onder a, worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting en een activiteitenplan.

  • c. Voor niet-reguliere activiteiten kan het platform bij het college een apart verzoek indienen. Het college bepaalt vervolgens of er wel of niet (volledig) aan het verzoek wordt tegemoet gekomen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • a.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    In wederzijdse overeenstemming tussen het Wmo-platform en het college kan worden afgeweken van bepalingen.

  • c.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Cliëntenparticipatie Wmo-beleid gemeente Maasgouw 2014’.

  • d.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 27 maart 2014.

  • e.

    De ‘Verordening cliëntenparticipatie Wmo-beleid gemeente Maasgouw 2007’ wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,
d.d. 3 juli 2014.
De raad voornoemd;
De griffier,
H.M.L. van Soest
De voorzitter,
S.H.M. Strous