Regeling vervallen per 26-03-2021

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent maatschappelijke activiteiten Beleidsregel maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 25-03-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent maatschappelijke activiteiten Beleidsregel maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de wet: Participatiewet (Pw);

    • c.

      maatschappelijk actief bonus (MAB): een bedrag dat bedoeld is om uitkeringsgerechtigden zoals bedoeld de Participatiewet en pensioengerechtigden te stimuleren om actief bezig te zijn met maatschappelijk nuttige activiteiten;

    • d.

      individuele inkomenstoeslag (IIT): een toeslag die aan inwoners wordt verstrekt op basis van de verordening individuele inkomenstoeslag;

    • e.

      persoonlijk participatiebudget pensioengerechtigden(PPP): een toeslag die aan inwoners wordt verstrekt op basis van de beleidsregel persoonlijk participatiebudget pensioengerechtigden

    • f.

      maatschappelijk nuttige activiteiten: activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding, op vrijwillige basis en in georganiseerd verband worden verricht;

    • g.

      peildatum: de datum waarop de aanvraag om een maatschappelijk actief bonus is ontvangen;

    • h.

      referteperiode: periode van 12 maanden voorafgaande aan de peildatum;

    • i.

      Nuggers: personen tussen 18 jaar en de AOW-leeftijd die geen uitkering ontvangen en ingeschreven zijn bij het UWV;

  • 2. Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus

  • 1. In aanmerking voor de maatschappelijk actief bonus komt:

    • a.

      de belanghebbende met een uitkering Participatiewet, Ioaw of Ioaz, die in de referteperiode een toeslag in het kader van de IIT heeft ontvangen;

    • b.

      de belanghebbende die pensioengerechtigd is, met een inkomen dat gedurende de referteperiode gemiddeld niet hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm, die in de referteperiode een toeslag in het kader van de PPP heeft ontvangen;

    • c.

      De belanghebbende met een uitkering Participatiewet, Ioaw of Ioaz die geen toeslag in het kader van de IIT heeft ontvangen, omdat naar het oordeel van het college op de peildatum gelet op de individuele omstandigheden uitzicht is op inkomensverbetering;

    • d.

      de niet-uitkeringsgerechtigde (de zgn Nugger) zonder inkomen, waarvan het gezinsinkomen gedurende de referteperiode niet hoger is geweest dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • 2. Onder de voorwaarde dat:

    • a.

      de belanghebbende, zoals genoemd in lid 1 van dit artikel of diens eventuele partner geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en

    • b.

      de belanghebbende gemiddeld minimaal 6 uur per week onbetaald maatschappelijk nuttige activiteiten verricht in enig georganiseerd verband en deze werkzaamheden ook heeft verricht gedurende 6 maanden voorafgaande aan de peildatum.

Artikel 3 Hoogte en aanvraag

  • 1. De hoogte van de maatschappelijk actief bonus bedraagt € 250,00 per persoon per kalenderjaar

  • 2. De bonus wordt toegekend op aanvraag.

Artikel 4 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Uitsluitingsgronden

Geen recht op een MAB heeft de belanghebbende die gedurende de referteperiode:

  • 1.

    een maatregel en/of boete vanuit enige sociale wet of regelgeving opgelegd heeft gekregen;

  • 2.

    een opleiding volgt als bedoeld in de Wsf 2000 dan wel ander door het Rijk bekostigd onderwijs volgt.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019 en wordt aangehaald als de regeling “Beleidsregels maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2019”.

De bestaande “Beleidsregel maatschappelijk actief bonus gemeente Maasgouw 2015” wordt op die datum ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw op 30 oktober 2019.

Toelichting

Voorliggende regeling heeft specifiek betrekking op de maatschappelijk actief bonus. De bonus is geïntroduceerd voor minima die maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten, op vrijwillige basis, voor minimaal 6 uur per week en in enig georganiseerd verband, gedurende minimaal 6 maanden. Er is sprake van ‘enig georganiseerde verband‘ indien er een overeenkomst is tussen de uitkeringsgerechtigde en de organisatie waar de activiteiten worden verricht.

De maatschappelijk actief bonus (MAB) is een financiële ondersteuning als ‘beloning’ voor het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten. De maatschappelijk actief bonus bedraagt € 250,00 per persoon die in de referteperiode een Individuele Inkomenstoeslag (IIT) of een Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden hebben ontvangen of die niet voor de IIT in aanmerking komt, omdat deze zicht heeft op inkomensverbetering of geen uitkering heeft ontvangen, maar het gezinsinkomen gedurende de referteperiode niet hoger is geweest dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm. De MAB stimuleert uitkeringsgerechtigden, die recht hebben op de Individuele Inkomenstoeslag of de Persoonlijk Participatiebudget Pensioengerechtigden om maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten. Mensen die geen recht hebben op de individuele inkomenstoeslag kunnen door het verrichten van vrijwilligerswerk middels de MAB toch een compensatie ontvangen voor de misgelopen toeslag. Tevens is de MAB bedoeld voor Nuggers zonder uitkering of andere inkomsten uit arbeid die op zoek zijn naar werk en ingeschreven staan als werkzoekende.

De bonus is niet bedoeld voor activiteiten die voortvloeien uit een overeengekomen re-integratietraject (zoals werken met behoud van uitkering, proefplaatsing of een participatieplaats).

De bonus staat los van een eventuele onkostenvergoeding (artikel 32 lid 2 sub f Pw) vanuit de organisatie waar men de activiteiten verricht en de premie vrijwilligerswerk die verkregen kan worden op grond van de re-integratieverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Begrippen die in de Pw voorkomen hebben in deze beleidsregels dezelfde betekenis als in de Pw. Voor een aantal begrippen, die als zodanig niet in de Pw zelf staan is een definitie gegeven in deze regeling.

Maatschappelijk nuttige activiteiten zijn activiteiten waaraan maatschappelijk behoefte bestaat die zonder vergoeding en in georganiseerd verband worden verricht.

Artikel 2 Doelgroep maatschappelijk actief bonus

Doelgroep van de maatschappelijk actief bonus zijn volgens het minimabeleid mensen met een uitkering of inkomen tot een maximum van 120% van het sociaal minimum die in de referteperiode in aanmerking zijn gekomen voor de IIT of de PPP.

Daarnaast bestaat de doelgroep, volgens het minimabeleid, uit mensen met een uitkering of niet-uitkeringsgerechtigden (de zgn Nuggers) die in staat moeten zijn om een betaalde baan te hebben, maar deze nog niet hebben gevonden.

Maatschappelijk nuttige activiteiten worden omschreven als:

  • 1.

    activiteiten die op vrijwillige basis worden uitgevoerd,

  • 2.

    zonder financiële vergoeding (buiten eventuele onkostenvergoedingen),

  • 3.

    in georganiseerd verband,

  • 4.

    met een maatschappelijk doel voor anderen, hetzij individuen, groepen of de samenleving in haar geheel (maar zonder familieband).

Maatschappelijk nuttige activiteiten mogen geen belemmering zijn om naar werk uit te stromen.

De belanghebbende en de organisatie waarbinnen hij activiteiten verricht dienen een schriftelijke overeenkomst af te sluiten waarin de afspraken over de activiteiten en de voorwaarden zijn vastgelegd.

Artikel 4

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de toepassing van de regeling tot onrechtvaardige gevolgen kan leiden of tot gevolgen die in strijd zijn met de uitgangspunten van het vigerende minimabeleid. Om die reden is in artikel 4 een grondslag opgenomen om in dergelijke gevallen gemotiveerd af te kunnen wijken.

Artikel 5 en Artikel 6

Artikelen behoeven geen nadere toelichting.