Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Maasgouw 2008

Geldend van 21-08-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Maasgouw 2008

Gemeente

MAASGOUW.

 

Raadsvergadering 26 iuni 2008

BESLUIT:

 

De raad van de gemeente Maasgouw,

gelezen het voorstel van het college van 27 mei 2008;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLU IT:

 

vast te stellen de:

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Maasgouw 2008

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

d. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

e. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel.

f. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

g. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

h wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

i. vervallen;

j marktmeester: de persoon of personen die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 Dag, tijd, plaats en inrichting van de markt; branche-indeling.

1. De markt vindt plaats op donderdag van 13.00 tot 17.00 uur op de Markt te Maasbracht.

2. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

a. het aantal standplaatsen;

b. de afmetingen van de standplaatsen;

c. de opstelling en indeling van de markt;

d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

3. Het college kan voor de markt vaststellen:

a. een lijst met artikelengroepen of branches;

b. een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Nadere regels.

1. Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

2. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

3. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling, de verkiezing en de werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen.

1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

3. Het college kan, indien hem dit in het belang van orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning.

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten.

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 7 Inhoud vastestandplaatsvergunning.

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

e. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

f. de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

g. welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan; en

h. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

 

Artikel 8 Vervallen.

Artikel 9 Inschrijving op de wachtlijst.

1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

b. de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

c. de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

d. de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 10 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst.

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

b. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

c. bij overlijden van de ingeschrevene;

d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend,

tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

e. indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 wordt voldaan.

Artikel 11 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen.

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen;

b. degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 12 Overschrijving vastestandplaatsvergunning.

1. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vastestandplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 13 intrekking vastestandplaatsvergunning

1. Het college trekt een vastestandplaatsvergunning in:

a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 12 de vergunning wordt overgeschreven.

2. Het college kan een vastestandplaatsvergunning intrekken:

a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 12 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf één uur voor aanvang van de

markt aanmelden bij de marktmeester.

Artikel 15 Toewijzing standwerkersplaats.

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf één uur voor aanvang van de markt aanmelden bij de marktmeester.

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 16 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand.

1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 17 Aantal keren innemen vaste standplaats.

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18 en 19.

Artikel 18 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden.

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De mededeling wordt, mondeling of sch rif te lij k, tij dig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

Artikel 19 Ontheffing en vervanging

1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 20 Legitimatie en identiteit vergunninghouder.

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

Artikel 21 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen.

1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22 Strafbepaling.

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 23 Intrekking en schorsing vastestandplaatsvergunning.

Onverminderd artikel 13 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 24 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker.

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 25 Onmiddellijke verwijdering.

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 26 Toezichthouders.

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeesters en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 27 Intrekking oude regeling.

De Marktverordening voor de gemeente Maasbracht 1999, vastgesteld op 25 september 2003 en de Verordening op de warenmarkten) voor de gemeente Thorn 2004, vastgesteld op 11 september 2004, worden ingetrokken.

Artikel 28 Overgangsbepalingen.

1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens één van de verordening genoemd in artikel 27 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

2. De bestaande wachtlijsten worden geacht wachtlijsten in de zin vandeze verordening te zijn.

3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van één van de in artikel 27 genoemde verordeningen is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van

deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist,

wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 29 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking in het Maasgouwnieuws.

Artikel 30 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Maasgouw 2008.

 

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van d.d. 26 juni 2008.
 
De raad voornoemd;  
 
De griffier,       
R.L.M.M. Huntjens  
 
De voorzitter,
F.J.M. Wilms