Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2011 (2011-40)

Geldend van 17-12-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2011 (2011-40)

De Raad van de gemeente Maassluis;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2011 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2012, zaaknummer Z-11-01634, registratienummer ADV-11-00239gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;besluit:vast te stellen de volgende verordening:Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2012(Verordening reinigingsrechten 2012)

Artikel 1 begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor de vraag welke van de tarieven zoals genoemd in de artikelen 1.1.1 en 1.1.2 van de tarieventabel van toepassing is, is het aantal personen dat volgens de gemeentelijke basisadministratie op 1 januari van het belastingjaar staat ingeschreven bepalend. Indien het gebruik van de reinigingsdienst in de loop van het jaar aanvangt dan is het aantal personen dat volgens de gemeentelijke basisadministratie bij de aanvang van de belastingplicht staat ingeschreven bepalend.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1 De rechten, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2 De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2  

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslagen, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, moeten betaald worden in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaal bedrag op één aanslagbiljet verenigde aanslagen reinigingsrechten of andere gemeentelijke heffingen minimaal € 2,50 of maximaal € 6.000,00 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later, dit met in achtneming van het bepaalde in artikel 11 lid 3 van de Regeling Automatische Incasso Gemeentelijk Belastingen.

  • 3 In geval van automatische incasso wordt een gehele of gedeeltelijke vermindering van aanslagen verrekend met de nog openstaande betaaltermijnen, te beginnen met de laatste termijn.

  • 4 De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien drie van de van toepassing zijnde termijnen, niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. In dat geval gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 5 In geval dat de rechten worden geheven bij wege van een aanslag zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, moeten de reinigingsrechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de aanslag.

  • 6 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening reinigingsrechten 2011’ van 14 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zijn toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening reinigingsrechten 2012’

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 13 december 2011,de griffier, de voorzitter,mr. R. van der Hoek, drs. J.A. KarssenVastgesteld d.d. 13 december 2011, datum bekendmaking 14 december 20111. Datum inwerkingtreding van de verordening 17 december 2011.2. De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsrechten 2012 1

Hoofdstuk 1 Maatstaven en maandelijkse tarieven reinigingsrechten. excl. btw / incl. btw1.1 Het recht bedraagt per kalendermaand voor een perceel, gebezigd als woonruimte: 1.1.1 indien het perceel wordt gebruikt door een alleenwonend persoon en zo is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie € 22,06 / nvt1.1.2 indien het perceel wordt gebruikt door meer dan 1 persoon en zo is ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie € 25,70 / nvt1.2 Het recht bedraagt per kalendermaand voor een perceel, gebezigd als winkel- of bedrijfsruimte, voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het ledigen van containers en het verwijderen van het daarin verzamelde bedrijfsafval indien: 1.2.1 het betreft éénmaal per week: één minicontainer met een inhoud van 140 liter € 35,58 / € 42,34één minicontainer met een inhoud van 240 liter € 44,48 / € 52,93één container met een inhoud van 770 liter € 106,76 / € 127,04één container met een inhoud van 1.000 liter € 124,56 / € 148,23één container met een inhoud van 1.300 liter € 161,93 / € 192,701.2.2 het betreft éénmaal per twee weken: één minicontainer met een inhoud van 140 liter € 17,79 / € 21,17één minicontainer met een inhoud van 240 liter € 22,24 / € 26,47één container met een inhoud van 770 liter € 53,38 / € 63,52één container met een inhoud van 1.000 liter € 62,28 / € 74,11één container met een inhoud van 1.300 liter € 80,96 / € 96,341.2.3 het betreft tweemaal per week: één minicontainer met een inhoud van 140 liter € 71,16 / € 84,68één minicontainer met een inhoud van 240 liter € 88,96 / € 105,86één container met een inhoud van 770 liter € 195,74 / € 232,93één container met een inhoud van 1.000 liter € 231,33 / € 275,28één container met een inhoud van 1.300 liter € 300,73 / € 357,871.2.4 Het recht bedraagt per kalendermaand voor het verwijderen van bedrijfsafval, voor elke per ophaalbeurt te verwijderen hoeveelheid van maximaal 70 liter € 17,79 / € 21,18De onder 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4 vermelde bedragen worden verhoogd met de verschuldigde BTW ad 19%.Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten. 2.1 Het recht bedraagt voor: 2.1.1 het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van containers dan wel het verwijderen van het daarin verzamelde bedrijfsafval buiten het normale rijschema, per container € 60,63 / € 72,152.1.2 het verwijderen van grof bedrijfsafval, voor elke per ophaalbeurt te verwijderen hoeveelheid van elke kubieke meter of gedeelte daarvan € 46,71 / € 55,592.1.3 het achterlaten van grof bedrijfsafval op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per kubieke meter of gedeelte daarvan € 32,21 / € 38,332.1.4 het inzamelen van afvalstoffen indien daarvoor geen belasting wordt geheven bedoeld in artikel 4 van de verordening, voor elke per ophaalbeurt in te zamelen hoeveelheid, per kubieke meter of gedeelte daarvan boven het aantal van één € 57,66 / nvt2.1.5 het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per kubieke meter of gedeelte daarvan boven het aantal van één € 39,74 / nvt2.1.6 het achterlaten van dode honden en katten op een daartoe van gemeentewege ingevolge de destructieverordening aangewezen verzamelplaats, per hond of kat € 9,68 / € 11,52De onder 2.1.1, 2.1.2 ,2.1.3 en 2.1.6 vermelde bedragen worden verhoogd met de verschuldigde BTW ad 19 %.Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 13 december 2011de griffier, de voorzitter,mr. R. van der Hoek, drs. J.A. Karssen