Regeling vervallen per 24-02-2015

2014-06 Beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht WWB/IOAW/IOAZ gemeente Maassluis 2013-2

Geldend van 27-02-2014 t/m 23-02-2015

Intitulé

2014-06 Beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht WWB/IOAW/IOAZ gemeente Maassluis 2013-2

Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis,

Gelet op artikel 18a lid 4 Wet werk en bijstand, artikel 20a Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en artikel 20a Wet inkomensvoorziening oudere en

gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

Besluit vast te stellen de volgende

Beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht WWB/IOAW/IOAZ gemeente Maassluis 2013-2

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven

    hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening

    oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers en de Wet inkomensvoorziening

    oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

  • 2. In deze regeling wordt verstaan onder inlichtingenplicht: de verplichting als bedoeld in artikel 17,

    eerste lid WWB, artikel 13, eerste lid IOAW en artikel 13 eerste lid IOAZ of de verplichtingen,

    bedoeld in artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en

    inkomen.

Artikel 2 – Bepaling met betrekking tot de bevoegdheid tot het geven van een waarschuwing

  • 1. Het college maakt gebruik van zijn bevoegdheid om te volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing wegens het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, wanneer er geen

    sprake is van een financiële benadeling van de gemeente.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geeft het college geen waarschuwing wanneer aan de betreffende persoon binnen een periode van twee jaar voorafgaand aan de geconstateerde schending van de inlichtingenplicht al eerder

    a. een schriftelijke waarschuwing is gegeven wegens schending van de inlichtingenplicht, of;

    b. een boete is opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht of;

    c. door het OM tot strafvervolging is overgegaan.

  • 3. Het tweede lid is tevens van toepassing wanneer de boete of waarschuwing is gegeven door een andere uitvoeringsorganisatie of op basis van een andere wettelijke regeling op het gebied van de

    sociale zekerheid.

HOOFDSTUK II SLOTBEPALINGEN REGELING

Artikel 3 – Inwerkingtreding nieuwe beleidsregels

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de op 19 maart 2013 vastgestelde “Beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht WWB/IOAW/IOAZ gemeente Maassluis 2013”.

Artikel 4 – Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht WWB/IOAW/IOAZ gemeente Maassluis 2013-2”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 18 februari 2014,

de secretaris, de voorzitter,

mr A.J.T. Korthout drs. J.A. Karssen

Toelichting beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht WWB/IOAW/IOAZ 2013-2

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2013 is de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving" in werking getreden. Dit heeft tot gevolg dat het college bij schending van de inlichtingenplicht op grond van de WWB, IOAW en IOAZ verplicht is een bestuurlijke boete op te leggen. Wanneer er geen sprake is van een benadelingsbedrag, kan het college volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing. In de op 19 maart 2013 vastgestelde “Beleidsregels Waarschuwing inlichtingenplicht” is aangegeven dat het college van deze bevoegdheid gebruik maakt: er wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven, wanneer er in de voorgaande twee jaren niet al eerder een waarschuwing was gegeven. In de praktijk doen zich echter situaties voor waarbij in de voorafgaande twee jaren geen waarschuwing is gegeven, maar al wel een boete is opgelegd. Strikt genomen zou dan moeten worden volstaan met een waarschuwing, maar dat is in dergelijke gevallen niet wenselijk. Er is immers sprake van een herhaalde schending van de inlichtingenplicht. Om die reden is artikel 2 van de beleidsregels aangevuld.

Artikelsgewijs

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2 – Bepaling met betrekking tot de bevoegdheid tot het geven van een waarschuwing

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om in voorkomende gevallen af te zien van het opleggen van een boete en te volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing bij schending van de inlichtingenplicht. Dit is slechts mogelijk wanneer het gaat om“nulfraude” (dat wil zeggen dat de schending van de inlichtingenplicht niet tot financiële gevolgen heeft geleid). Daarnaast mag er in de voorgaande

twee jaren niet eerder een waarschuwing zijn gegeven, een boete zijn opgelegd, of tot strafvervolging zijn overgegaan. Wanneer er sprake is van een benadelingsbedrag van € 50.000,- of hoger, dan wordt aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Als het OM overgaat tot strafvervolging, dan wordt geen boete opgelegd.

Voor de volledigheid is vermeld dat het niet uitmaakt of de eerdere waarschuwing of boete afkomstig was van een andere organisatie, bijvoorbeeld een andere gemeente of het UWV.

HOOFDSTUK II SLOTBEPALINGEN REGELING

Artikel 3 – Inwerkingtreding nieuwe beleidsregels

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 4 – Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Gemeenteblad 2014-06