Regeling vervallen per 01-01-2015

Regeling flexibele werktijden

Geldend van 02-10-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Regeling flexibele werktijden

Regeling flexibele werktijden

Artikel 1 Voor wie is deze regeling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    De ambtenaar

    • -

      de ambtenaar in de zin van de CAR-UWO;

    • -

      de werknemer in de zin van de Arbeidsovereenkomstenverordening.

  • b

    Hoofd van dienst

    • -

      de gemeentesecretaris en/of de directeur van Dukdalf Bedrijven, alsmede de directeur van een stichting of publiekrechtelijk lichaam waarop rechtspositie- regelingen van de gemeente Maassluis op het personeel toepassing is verklaard.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • a

    BedrijfstijdDe tijd waarbinnen de werkzaamheden kunnen worden verricht. In de bedrijfstijd kan nooit sprake zijn van een overwerkvergoeding (zie artikel 3.A1)

  • b

    Bloktijdtijd waarin iedereen aanwezig moet zijn. (zie artikel 3.A2)

  • c

    Glijtijdtijd waarin aankomst en vertrek vrij zijn. (zie artikel 3.A3)

  • d

    Servicetijdtijd waarin bepaalde afdeling bezet moet zijn voor serviceverlening aan het publiek. (zie artikel 3.A4)

  • e

    Interne dienstverleningde tijden waarop bepaalde afdelingen bezet moeten zijn voor het verlenen van interne diensten, zoals bijvoorbeeld de afdeling interne zaken, afdeling I en A, telefoniste en het informatiecentrum.(zie artikel 3.A5)

  • f

    Lunchpauzede tijd tussen de bloktijden waarin de verplichte rusttijd kan vallen. (zie artikel 3.A6 en artikel 4.3)

  • g

    Werkrooster/fictieve werktijdeen vooraf opgesteld persoonlijk werktijdschema. Deze wordt opgesteld door de chef in overleg met betrokken medewerker. Dit schema wordt gebruikt als fictieve werktijd bij de berekening van verlof, ziekteverzuim, doktersbezoek e.d. (zie artikel 4.4)

  • h

    Dagnormhet aantal uren wat volgens het werkrooster op een bepaalde dag gewerkt zou moeten worden.

  • i

    ArbeidWelke lichamelijke of geestelijke inspanning die de werkgever van de werknemer verlangt. Volgens de arbeidstijdenwet (ATW) valt Woon-werkverkeer niet onder het begrip arbeid, maar het zogenaamde werk-werkverkeer wel.

  • j

    Arbeidsduurde vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een bepaalde periode gedurende welke door de werknemer arbeid moet worden verricht (CAR-UWO. Het begrip arbeidsduur komt overeen met het begrip arbeidstijd uit de ATW (per 1-1-1997 36 uur per week).

  • k

    Werktijdde periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door de werknemer arbeid moet worden verricht (CAR-UWO). Het begrip werktijd komt in de praktijk overeen met het begrip dienst uit de ATW. De ATW bepaalt daarbij dat de dienst wordt begrensd door twee periodes van onafgebroken rusttijd.

  • l

    RusttijdEen periode van een onafgebroken aantal uren waarin geen arbeid wordt verricht. De rusttijd is gelegen tussen twee diensten. Voor de rusttijd geldt een minimum aantal uren (ATW).

  • m

    Pauzeeen tijdruimte van ten minste 15 achtereenvolgende minuten, waarmee de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken en de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid (ATW).

  • n

    Diensteen aaneengesloten periode waarin arbeid wordt verricht. De duur van de dienst wordt begrensd door twee periodes van onafgebroken rusttijden (ATW).

  • o

    Overwerkde periode dat de werknemer in dienstopdracht arbeid verricht buiten de bedrijfstijd (CAR-UWO). De ATW verstaat onder overwerk een incidentele en een niet periodieke afwijking van de arbeidstijd, zoals die in wettelijke normen vastligt.

  • p

    VerschuivingstoelageBij een verschuiving van de vastgestelde werktijden, volgens het afgesproken werkrooster, anders dan op verzoek van de werknemer en als de vastgestelde tijden binnen 72 uur voor aanvang van de oorspronkelijk vastgestelde arbeidsduur wordt verschoven, heeft de werknemer aanspraak op een verschuivingstoelage (CAR-UWO).

  • q

    Regulier verlofOnder regulier verlof wordt verstaan het basisverlof plus de eventueel verkregen uren voor leeftijd of diensttijd plus de eventueel verkregen uren voor het functieniveau plus de eventueel verkregen uren voor wacht- en waakdienst.

Artikel 3 Vastgestelde tijden

  • a

    wanneer er geen afwijkende regeling betreffende de bedrijfstijd is opgesteld, geldt voor alle organisatieonderdelen de bedrijfstijd als omschreven in artikel 3.A1. sub. b en c;

  • b

    van 1 september t/m 31 mei op maandag t/m donderdag van 07.30 tot 19.00 uur en vrijdag van 7.30 uur tot 18.00 uur;

  • c

    van 1 juni t/m 31 augustus op maandag t/m donderdag van 07.00 tot 19.00 uur en vrijdag van 7.00 uur tot 18.00 uur.

maandag t/m vrijdag

09.00 - 12.00 uur

13.30 - 15.30 uur

maandag t/m donderdag

(bij artikel 3.A1. sub. b)

07.30 - 09.00 uur

07.00 - 09.00 uur

(bij artikel 3.A1. sub. c)

12.00 - 13.30 uur

15.30 - 19.00 uur

vrijdag

(bij artikel 3.A1. sub. b)

07.30 - 09.00 uur

07.00 - 09.00 uur

(bij artikel 3.A1. sub. c)

12.00 - 13.30 uur

15.30 - 18.00 uur

voor alle afdelingen maandag t/m vrijdag: 8.00 - 12.30 uur

maandag t/m donderdag

08.00 - 12.30 uur

13.00 - 16.30 uur

vrijdag

08.00 - 12.30 uur

13.30 - 15.30 uur

een minimum rusttijd van 30 minuten na een maximale werkperiode van 5½ uur

  • 1

    Bedrijfstijdwanneer er geen afwijkende regeling betreffende de bedrijfstijd is opgesteld, geldt voor alle organisatieonderdelen de bedrijfstijd als omschreven in artikel 3.A.

  • 2

    Werktijd

    • a

      Bij de regeling flexibele werktijden behoort een Bijlage (Afwijkende bedrijfs- en werktijden van organisatieonderdelen gemeente Maassluis) waarin de bedrijfs- en werktijden omschreven zijn voor de organisatieonderdelen met een afwijkende bedrijfs- of werktijd.

    • b

      Voor werknemers met bijzondere taken kan, op voorstel van het hoofd van de sector, in overleg met de afdeling P&O een afwijkende werktijd worden vastgesteld.

Artikel 4 Regels

De volgende regels moeten in acht worden genomen:

Elektronische tijdregistratie met een badge is verplicht voor de medewerk(st)ers die werkzaam zijn in het stadhuis en voor medewerkers die daarvoor zijn aangewezen.Men dient altijd persoonlijk te klokken wanneer:

  • -

    men het stadhuis betreedt om arbeid te verrichten;

  • -

    men met het verrichten van arbeid stopt;

  • -

    men het gebouw verlaat (dienstreis, artsbezoek, cursus, enz.)

Afgezien van ziekte, verlof, dienstreis of andere buitengewone omstandigheden behoort elk personeelslid gedurende deze tijden in ieder geval aanwezig te zijn, tenzij betrokkene volgens het opgegeven werkrooster niet aanwezig hoeft te zijn.

Wanneer de arbeidstijd langer is dan 5½ uur dient minimaal een aaneengesloten pauze gehouden te worden van 30 minuten.De lunchpauze kan variabel genoten worden binnen de periode van 12.00 tot 13.30 uur. De avondpauze kan variabel genoten worden binnen de periode van 17.00 uur tot 20.00 uur.Neemt men minder dan 30 minuten pauze na 5½ uur gewerkt te hebben, dan houdt het tijdregistratiesysteem automatisch rekening met 30 minuten pauze.Het is mogelijk om tussen 12.30 en 13.30 gebruik te maken van het personeels-restaurant.

Het werkrooster wordt in principe voor onbepaalde tijd door de chef in overleg met de medewerker vastgesteld. Wanneer in dit rooster veranderingen noodzakelijk zijn, dient men dit minimaal 4 weken voordat de verandering ingaat door te geven aan de afdeling P&O.

Werkrooster voor een fulltime medewerker:Er kan volgens de volgende manieren een werkrooster opgesteld worden:

  • -

    Een week van 5 dagen van 7 uur en 12 minuten (7,2 uur);

  • -

    Een week van 4 dagen van 9 uur;

  • -

    Een week van 4 dagen van 8 uur en 1 dag van 4 uur;

  • -

    Een tweewekelijkse cyclus van: 1 week van 4 dagen van 8 uur en 1 week van 5 dagen van 8 uur.

De begintijd mag liggen op de hele of halve uren, zodat ‘s-ochtends begonnen kan worden om 7.00, 7.30, 8.00, 8.30 of 9.00 uur en ‘s-middags om 12.00, 12.30, 13.00 en 13.30 uur. Het bovenstaande kan eventueel ook verwerkt worden in een tweewekelijks werkrooster. In overleg met de chef en de afdeling P&O kan een afwijkend werkrooster opgesteld worden.

Werkrooster voor een parttime medewerkerVoor parttime medewerk(st)ers is het opstellen van een werkrooster gebonden aan de volgende voorwaarden:Allereerst moet aangegeven worden welke dag(en) de betrokken medewerker niet werkt.Daarna worden de resterende dagen in een gelijk aantal uren verdeeld en worden de begin en eindtijden met inachtneming van de glij- en bloktijden ingevuld. In overleg met de chef en de afdeling P&O kan een afwijkend werkrooster opgesteld worden.

Bij het bepalen van de individuele flexibele werktijd blijft de medewerker in beginsel gebonden aan een werkweek van gemiddeld 36 uur. De gemiddelde werkweek van 36 uur geldt voor de gehele organisatie. De weekopbouw kan per medewerker verschillen i.v.m. de eventuele parttime factor of tewerkstelling per organisatieonderdeel. Door compensatie van b.v. toegekende ATV-uren wordt de gemiddelde werkweek van 36 uur in stand gehouden.

Het eventuele positieve urensaldo (verkregen binnen de geldende bedrijfstijd) wordt aan het einde van elke week automatisch overgeheveld naar de binnen het tijdregistratiesysteem aanwezige “verlofteller”Het eventuele negatieve urensaldo wordt aan het einde van elke week automatisch afgetrokken van de binnen het tijdregistratiesysteem aanwezige “verlofteller”. Op de registratieterminal in de hal is het saldo van deze teller zichtbaar via de infoknop.

Bij het ziek zijn gedurende een gehele of een gedeelte van een dag wordt rekening gehouden met de fictieve werktijd of de dagnorm zoals aangegeven in het werkrooster. Bij het ziek zijn gedurende een gehele dag kan men geen tegoed aantal uren verkrijgen. In geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt door de chef in overleg met de medewerker en de afdeling P&O voor die periode een werkrooster opgesteld. Hierbij wordt rekening gehouden met de aanwijzingen van de Arbodienst.

Voor medewerkers die gebruik maken van het tijdregistratiesysteem geldt het volgende: In de week waarin verlof wordt opgenomen worden alleen de uren geteld die gewerkt zijn. Aan het einde van die week worden de “te weinig” gewerkte uren t.o.v. de voor die week geldende weeknorm van het verlof afgeschreven en de “te veel gewerkte uren t.o.v. de voor die week geldende weeknorm bij het verlof opgeteld.

Het saldo van het verlof mag, voor alle medewerkers, op 31 december 2003 voor het meenemen naar het volgend jaar niet meer bedragen dan:Voor fulltime medewerkers - de helft van het reguliere verlof (Zie artikel 2q) + 50 uur.Voor parttime medewerkers - de helft van het reguliere verlof + (50 uur x de parttime factor).

Voor medewerkers die geen gebruik maken van het tijdregistratiesysteem wordt het verlof, in uren, bijgehouden op een verlofkaart. Deze medewerkers sparen doordat zij een gemiddelde werkweek van 38 uur hebben, 13 ATV-dagen per jaar. De A.T.V.-dagen behoren niet tot het reguliere verlof. ((artikel 2q)

Vanaf het jaar 2004 mag op 31 december van een jaar het verlofsaldo, voor alle medewerkers, op 31 december voor het meenemen naar het volgend jaar niet meer bedragen dan: De helft van het reguliere verlof.

Bij de berekening van de uren voor buitengewoon verlof zoals omschreven in artikel 6:4, 6:4:1, 6:4:1a, 6:4:2 en 6:4:3 van de CAR-UWO wordt uitgegaan van de dagnorm/fictieve werktijden van het persoonlijk werkrooster.Het gestelde in de bovengenoemde artikelen van de CAR-UWO is leidraad voor het handelen van de afdelingschef. Hij draagt er zorg voor dat het maximale aantal dagen buitengewoon verlof zoals dit in genoemde artikelen is omschreven niet overschreden wordt.

Voor zover men invloed heeft op het vaststellen van het tijdstip dient men dit bij voorkeur buiten de bloktijden te kiezen. Ook bij de berekening van doktersbezoeken wordt uitgegaan van de dagnorm/fictieve werktijd volgens het werkrooster.

Overuren worden uitsluitend als zodanig aangemerkt (behoudens calamiteiten) indien daartoe door het hoofd van de sector c.q. de directeur of namens hen opdracht is gegeven. Alleen uren die buiten de bedrijfstijden gewerkt worden kunnen aangemerkt worden als overuren.Voor het bijwonen van commissie- en raadsvergaderingen of bijeenkomsten waarbij ambtenaren functioneel aanwezig dienen te zijn, dienen deze bij aanvang en na afloop van deze vergaderingen te klokken.

Bij zakelijke afwezigheid zoals dienstreizen en cursussen rekent het systeem met de tijden volgens het opgegeven werkrooster.Wanneer men later “inklokt“ met als reden dienstreis of cursus rekent het systeem vanaf de begintijd volgens het opgeven werkrooster. Wanneer men eerder “uitklokt“ met als reden dienstreis of cursus rekent het systeem tot de eindtijd volgens het opgeven werkrooster. Wanneer men bij een dienstreis langer of korter werkt dan de fictieve werktijden dient men dit via een correctieformulier aan het afdeling P&O kenbaar te maken. Bij een cursus, seminar of congres waarbij een vergoeding van 100% wordt toegekend, wordt voor deze dag, ongeacht het werkrooster van de medewerker, 4 uur per dagdeel gecompenseerd tot een maximum van 8 uur per dag. Onder een dagdeel wordt verstaan een ochtend of een middag. Cursussen geheel of gedeeltelijk in de avonduren worden niet in uren gecompenseerd

De afdelings-onderdelen zoals bijv. dossierverstrekking, telefooncentrale, informatiecentrum e.d. zijn gehouden om ten minste gedurende de “tijden voor interne dienstverlening” voldoende bezet te zijn.

Wanneer wijzigingen in de begin of eindtijd noodzakelijk zijn, kan dit door opgave van de juiste tijdstippen middels een mutatieformulier gecorrigeerd worden.Dit formulier moet ondertekend door de chef, binnen 14 dagen na afloop van de betreffende week (onvoorziene omstandigheden daargelaten) bij de afdeling P&O worden ingediend.Wijzigingen korter dan 15 minuten worden niet verwerkt.

Artikel 5 Verantwoordelijkheid

De ambtenaar is zelf verantwoordelijk voor een goed gebruik van de elektronische tijdregistratie en het doorgeven van mutaties aan zijn of haar chef.

Artikel 6 Bevoegdheden leidinggevende

De afdelingschef kan beperkingen opleggen in het opnemen of sparen van uren indien de werkzaamheden op de afdeling dat noodzakelijk maken. Dat wil zeggen dat ook voor de flexibele werktijden geldt: mits de dienst het toelaat. De afdelingschef is dan ook bevoegd om tijdig in overleg met de betrokken medewerk(st)ers te zorgen voor een zodanige bezetting, ook buiten de bloktijden, dat de werkzaamheden naar behoren uitgevoerd kunnen worden en de serviceverlening te allen tijde doorgang kan vinden

Artikel 7 Parttime medewerkers

Voor de ambtenaar die in deeltijd werkt gelden de bepalingen van deze verordening naar evenredigheid van de omvang van de deelbetrekking.

Artikel 8 Badge

Het is mogelijk dat iemand zijn badge kwijtraakt. Wanneer dit gebeurt dient men dit zo spoedig mogelijk te melden bij het afdeling P&O.

Artikel 9 Dienstbelang

Het hoofd van dienst kan bepalen op welke afdelingen, om redenen van dienstbelang, buiten de bloktijden een of meerdere ambtenaren aanwezig moeten zijn.

Artikel 10 Uitzonderingen

Wij kunnen bepalen voor welke functies of groepen van functies deze regeling niet geldt, gehoord de commissie voor georganiseerd overleg.

Artikel 11 Vervallen

Vervallen

Artikel 12 Fraude

Fraude bij het gebruik van het klokken leidt in elk geval - onverminderd de bepalingen van de hoofdstukken 8 en 16 van de CAR-UWO - tot uitsluiting van de flexibele werktijden voor een door het hoofd van dienst te bepalen termijn. De ambtenaar is gedurende die termijn verplicht te beginnen en te eindigen op de fictieve werktijden van het werkrooster.

Artikel 13 Onvoorzien

In de gevallen waarin deze voorschriften niet voorzien beslist het hoofd van dienst.

Artikel 14 Verordening

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 november 2003. Zij wordt aangehaald als "Regeling flexibele werktijden gemeente Maassluis 2003".

hierbij wordt de op 13 april 1999 vastgestelde "Regeling flexibele werktijden gemeente Maassluis 1999" ingetrokken.

Bijlage afwijkende bedrijfs- en werktijden van organisatieonderdelen

(op basis van artikel 3b van deze regeling)

(exclusief de onderdelen reiniging, havendienst en beheerder begraafplaats)

Wintertijd (van week 44 t/m week 8 - 17 weken).Maandag t/m donderdag van 8.15 uur tot 16.30 uur met een half uur pauze van 12.30 tot 13.00 uur en vrijdag van 8.15 uur tot 12.45 uur;Zomertijd (van week 9 t/m week 43 - 35 weken).Maandag t/m donderdag van 7.30 uur tot 16.30 uur met een half uur pauze van 12.30 tot 13.00 uur en vrijdag van 7.30 uur tot 12.45 uur, wat inhoud dat gemiddeld per jaar 38 uur per week gewerkt wordt en betrokken medewerkers recht hebben op 13 ADV-dagen per jaar.

Wintertijd - Maandag t/m donderdag van 7.30 uur tot 19.00 en vrijdag van 7.30 uur tot 13.30 uurZomertijd - Maandag t/m donderdag van 7.00 uur tot 19.00 uur en vrijdag van 7.00 uur tot 13.30 uur.

Maandag t/m donderdag van 7.45 uur tot 16.30 uur met een half uur pauze van 12.30 tot 13.00 uur en vrijdag van 7.45 uur tot 12.45 uur, wat inhoud dat gemiddeld per jaar 38 uur per week gewerkt wordt en betrokken medewerkers recht hebben op 13 ADV-dagen per jaar.

Wintertijd - Maandag t/m donderdagvan 7.30 uur tot 19.00 en vrijdag van 7.30 uur tot 13.30 uurZomertijd - Maandag t/m donderdagvan 7.00 uur tot 19.00 uur en vrijdag van 7.00 uur tot 13.30 uur.

De havendienst kent een drietal roosters, te weten een ochtend- een dag- en een avonddienst in een werkweek van 36 uur.

Ochtenddienst

werktijd ochtenddienst (ma-vr)

06.00 – 13.30 uur (incl. half uur pauze)

bedrijfstijd ochtenddienst (ma-vr)

04.00 – 15.00 uur

werktijd zaterdag

08.00 – 09.00 uur

bedrijfstijd zaterdag

07.00 – 10.00 uur

werktijd zondag

20.00 – 21.00 uur (seizoen, 1 maal per 3 weken)

bedrijfstijd zondag

20.00 – 21.00 uur (seizoen)

Middagdienst

werktijd middagdienst

13.00 – 20.30 uur (incl. half uur pauze)

bedrijfstijd middagdienst

11.00 – 22.00 uur

werktijd zondag

20.00 – 21.00 uur (seizoen, 1 maal per 3 weken)

bedrijfstijd zondag

20.00 – 21.00 uur (seizoen)

Totaal sluit de werktijd op 36 uur per week (gemiddeld over het jaar bezien)Jaarlijks zal per medewerker een rooster worden opgesteld zodat per week gezien kan worden wanneer en voor wie welke bedrijfs- en werktijden gelden.

De haven / marktmeester werkt met een variabele dagindeling 36 uur per week (ma-vr).Daarnaast werkt de marktmeester in het seizoen 1 maal per 3 weken op de zondagavond tussen 20.00 en 21.00 uur . Dit uur zal worden gecompenseerd binnen de 36-urige werkweek.

De bedrijfstijden zijn vastgesteld op 12 uur per dag van 6.00 – 18.00 uur. (ma-vr)In het seizoen op zondagavond van 20.00 – 21.00 uur.

De medewerkers van de havendienst hebben in een weekrooster vastgestelde werktijden van maandag t/m vrijdag tussen 0.00 uur en 8.00 uur en tussen 18.00 uur en 24.00 uur en Zaterdag en zondag tussen 0.00 uur en 24.00 uur. Hiervoor wordt een onregelmatigheidstoeslag voor toegekend van 121/2 % van het voor de ambtenaar geldend salaris.

Wintertijd (van week 44 t/m week 8 - 17 weken)Maandag t/m donderdag van 8.15 uur tot 17.00 uur met één uur pauze van 12.30 tot 13.30 uur en vrijdag van 8.15 uur tot 12.45 uur

Zomertijd (van week 9 t/m week 43 - 35 weken)Maandag t/m donderdag van 7.30 uur tot 17.00 uur met één uur pauze van 12.30 tot 13.30 uur en vrijdag van 7.30 uur tot 12.45 uur, wat inhoud dat gemiddeld per jaar 38 uur per week gewerkt wordt en betrokken medewerker recht heeft op 13 ADV-dagen per jaar.

Wintertijd- Maandag t/m donderdag van 7.30 uur tot 19.00 en vrijdag van 7.30 uur tot 13.30 uurZomertijd- Maandag t/m donderdag van 7.00 uur tot 19.00 uur en vrijdag van 7.00 uur tot 13.30 uur.

De medewerker van de begraafplaats krijgt geen onregelmatigheids- of ploegendiensttoeslag.Voor de uren die gewerkt worden buiten de vastgestelde werktijden wordt een vaste vergoeding per maand uitbetaald. Dit op basis van overwerk verricht in voorgaande jaren.

De bodedienst kent een drietal roosters, te weten een ochtend- een dag- en een avonddienst in een werkweek van 36 uur.

Maandag t/m vrijdag van 6.15 uur tot 13.57 uur met een half uur pauze

Maandag van 13.00 uur tot 17.00 uurdinsdag t/m vrijdag van 8.30 uur tot 17.30 uur met één uur pauze

Maandag t/m donderdag van 13.45 uur tot 22.00 uur met een half uur pauzevrijdag van 13.30 tot 18.30 uur

Maandag t/m vrijdag van 6.00 uur tot 18.00 uur

Maandag t/m vrijdag van 7.00 uur tot 19.00 uur

Maandag t/m vrijdag van 11.00 uur tot 23.00 uur

De medewerkers van de bodedienst hebben recht op een ploegendiensttoeslag van 7,5%.

De medewerkers van het gemeentemuseum zijn net zoals de medewerkers die werken met het tijdregistratiesysteem ingeroosterd met een persoonlijk werkrooster.Ook is een werkrooster opgezet voor de zaterdag en zondag, zodanig dat de medewerkers per toerbeurt weekenden werken.Wanneer medewerkers op zaterdag of zondag werken zijn de werktijden van 13.45 uur tot 17.15 uur.Per maand wordt per medewerker één zaterdag en één zondag gewerkt.

Maandag t/m vrijdag van 7.00 tot 19.00 uurWanneer medewerkers ingeroosterd zijn op zaterdag of zondag zijn de bedrijfstijden gelijk aan de ingeroosterde tijden.

De medewerkers van het gemeentemuseum krijgen voor de vast ingeroosterde werktijden op zaterdag en zondag een onregelmatigheidstoeslag van 3,5 uur van 140 % (zaterdag) en 3,5 uur van 165 % (zondag) per maand (beslissing B&W d.d. 25-2-1997).Wanneer de museummedewerkers buiten de vastgestelde werkroosters werken geldt de gebruikelijke overwerkregeling.

De sporthalbeheerders werken 36 uur per week. Dit op tijden wanneer de sporthallen bezet zijn en/of wannneer een sporthalbeheerder gewenst is.Bedrijfstijden:Maandag t/m zondag van 0.00 uur tot 24.00 uur

De sporthalbeheerders hebben recht op een ploegendiensttoeslag van 12,5%

De medewerkers van de afdeling burgerzaken zijn, zoals de medewerkers die werken met het tijdregistratiesysteem ingeroosterd volgens een persoonlijk werkrooster.Voor de dinsdag- en de donderdag-avondopenstelling, zijn de medewerkers middels een, door de chef van de afdeling opgesteld werkrooster ingeroosterd.

De bedrijfstijden gelden zoals beschreven in de regeling flexibele werktijden gemeente Maassluis Artikel 3a1 sub. b en c.

De medewerkers van de afdeling burgerzaken hebben geen recht op onregelmatigheids- of ploegendiensttoeslag (artikel 3:3 lid 2 van de CAR-UWO)Wanneer de medewerkers van de afdeling burgerzaken buiten bedrijfstijden en/of tijdens de dinsdagavondopenstelling werken geldt de gebruikelijke overwerkregeling.