Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015

De Raad van de gemeente Maassluis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2014 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2015, zaaknummer Z-14-09854, registratienummer ADV-14-02352

gelet op het bepaalde in artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen:

de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015.

(Verordening precariobelasting 201 5 )

Artikel 1 Voorwerp van belasting en belastbaar feit.

Onder de naam "precariobelasting" wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, een belasting geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen.

Artikel 2 Belastingplicht.

De belasting wordt geheven van degene, die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond dan wel op wiens last die voorwerpen zijn aangebracht.

Artikel 3 Heffingsmaatstaf en tarief.

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 4 Begripsomschrijvingen.

  • 1. Voor de toepassing van de tarieventabel wordt verstaan onder:

    a. jaar: een kalenderjaar;

    b. kwartaal: een kalenderkwartaal;

    c. maand: een kalendermaand;

    d. week: een kalenderweek;

    e. dag: een etmaal.

  • 2. Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het

    aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.

Artikel 5 Belastingtijdvak.

Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin de voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 6 Vrijstellingen.

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

  • 1.

    voorwerpen die aan de gemeente in eigendom toebehoren, tenzij die voorwerpen aan derden zijn verhuurd;

  • 2.

    voorwerpen welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd;

  • 3.

    wegwijzers en soortgelijke voorwerpen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en daarmee gelijk te stellen lichamen;

  • 4.

    rails voor openbare middelen van vervoer;

  • 5.

    voorwerpen en dergelijke ten behoeve van kerkelijke, liefdadige of daarmede gelijk te stellen doeleinden. Voor het begrip ‘liefdadige of daarmede gelijk te stellen doeleinden’ wordt uitgegaan van voorwerpen van de door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF)

    gehanteerde lijst van instellingen;

  • 6.

    borden en andere voorwerpen voor het maken van propaganda door politieke partijenter gelegenheid van wettelijke verkiezingen;

  • 7.

    bloembakken, voorzover geplaatst bij of aan woningen;

  • 8.

    het hebben van voorgeveltuintjes;

  • 9.

    de OK-punten bebording;

  • 10.

    voorwerpen waarvoor een privaatrechtelijke overeenkomst is overeengekomen.

Artikel 7 Ontheffing.

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak.

Artikel 8 Wijze van heffing en tijdstip verschuldigdheid.

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag dan wel bij een gedagtekende nota.

  • 2. De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 9 Betalingstermijn.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag of nota worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet of de nota is gedagtekend.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding.

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van precariobelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De ’Verordening precariobelasting 2014’ van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2015’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 17 december 2014, de griffier, de voorzitter, mr. R. van der Hoek drs. J.A. Karssen

Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2015

1.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

kramen, kiosken, tafels, manden of dergelijke inrichtingen of voorwerpen tot verkoop van goederen of waren of het uitstallen van tot verkoop bestemde goederen of waren, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

1,49

met een minimum van

3,81

per week

3,06

per maand

7,33

per jaar

€ 

46,30

b.

terrassen, behorende bij café's en dergelijke inrichtingen, per m2 ingenomen oppervlakte:

per jaar

14,47

2.

Het tarief bedraagt voor het hebben van een al dan niet verplaatsbaar wachthuisje, kantoor, loods, walhuisje of dergelijke, per m2 ingenomen oppervlakte:

per maand

4,49

per jaar

29,18

3.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

uit vaartuigen geloste of ter lading in vaartuigen aangevoerde of tijdelijke op de openbare kade verblijvende goederen en voorwerpen, per m2 ingenomen oppervlakte:

per week

1,03

met een minimum van

4,56

b.

goederen of voorwerpen, niet vallende onder sub a of dienende om beroepshalve reparaties of andere werkzaamheden te verrichten, per m2 ingenomen oppervlakte:

per week

1,66

met een minimum van

5,33

per maand

5,76

per jaar

48,60

c.

een zand- of grindtrechter, welke is geplaatst op de gemeentelijke kaderuimte aan de Hellingkade, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

0,90

per week

5,23

per maand

18,62

per jaar

192,35

d.

een zand- of grindtrechter, welke elders in de gemeente is geplaatst, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

1,29

per week

7,74

per maand

27,75

per jaar

288,56

e.

een portaalkraan, per m2 ingenomen oppervlakte:

per maand

18,32

per jaar

196,29

f.

een kraan, niet zijnde een portaalkraan, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

0,77

per week

4,18

per maand

14,72

per jaar

158,71

4.

Het tarief bedraagt voor het plaatsen, opbergen of opslaan van handelsgoederen, materialen, containers en emballage, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

0,81

met een minimum van

2,02

per week

1,62

per maand

3,89

per jaar

22,23

5.

Het tarief bedraagt voor het hebben van een tijdelijke aansluiting op het gemeenteriool of gemeentewater per perceel per jaar of gedeelte daarvan

115,49

6.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

een watermeterput per m2, per jaar

48,67

b.

een benzine- of oliepomp met bijbehorende leidingen per aftappunt, per jaar

410,79

c.

een water- of luchtpomp met bijbehorende leidingen, per jaar

144,30

d.

een benzine- of olietank:

met een inhoud van 6.000 liter of minder, per jaar

221,28

voor elke volgende 1.000 liter inhoud of gedeelte daarvan, per jaar

57,70

e.

elke andere tank, per jaar

46,09

f.

een vulput, controledeksel, -put, e.d. per jaar

46,09

Voorzover een pomp voor de helft of minder op openbare gemeentegrond staat, wordt de onder b en c. genoemde belasting met de helft verminderd.

7.

Het tarief bedraagt voor het hebben van een verplaatsbaar benzine-tankwagentje, per jaar

29,24

8.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

antennedraden, geleidingen, buizen, kabels (m.u.v. kabels die zijn aangelegd t.b.v. een winkelwagenbeveiligingssysteem) en dergelijke werken (daaronder begrepen riolen tot afvoer van faecaliën, huis- en hemelwater, dienstleidingen en huisaansluitingen verbonden aan onder de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezige hoofdleidingen), per strekkende meter per jaar

3,00

b.

hoofdkabels, hoofdleidingen en buizen van nutsbedrijven, alsmede de hoofdleidingen van de centrale antenne-inrichting, één en ander naar de toestand op 1 januari van het betreffende belastingjaar, per strekkende meter per jaar

1,82

9.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

een uitbouw, erker, balkon, luifel of dergelijk werk, per strekkende meter langs de gevel gemeten, per jaar, in rekening te brengen bij de eigenaar van de onroerende zaak

14,20

b.

een markies of zonnescherm, per jaar

22,65

c.

een uithangbord, lichtbak of een dergelijk voor reclamedoeleinden aangebracht

uithangteken, per jaar

28,67

d.

een letter- of lichtreclame, niet vallende onder c, per strekkende meter per jaar

5,40

e.

een reclamezuil of dergelijk voorwerp, per m2 ingenomen oppervlakte per jaar

47,68

f.

een spandoek voor reclamedoeleinden per strekkende meter, per jaar of gedeelte daarvan

4,49

10.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

een reclametegel, per 900 cm2 of gedeelte daarvan ingenomen oppervlakte, per jaar

28,67

b.

een bloembak, per m2 ingenomen oppervlakte, per jaar

47,68

11.

Het tarief bedraagt voor het hebben van een aansluitkast voor de levering van elektriciteit of een dergelijke installatie, voor elke 0,5 m2 ingenomen oppervlakte van de installatie, horizontaal gemeten, per jaar

28,67

12.

Het tarief bedraagt voor het hebben van:

a.

een vlaggenmast

per week

0,58

per maand

1,76

per jaar

14,20

b.

een bord, al dan niet bevestigd aan een paal of ander werk, niet aangebracht tegen huizen of andere gebouwen en niet begrepen onder 9, onderdeel c en d van deze tabel, per m2 ingenomen oppervlakte:

per maand

1,76

per jaar

14,20

c.

een aanlegsteiger, vlonder, plankiers en dergelijke werken, per m2 ingenomen oppervlakte,

per jaar

28,67

d.

een bouwsteiger, afrastering, getimmerde of dergelijke werken, anders dan voor de uitvoering van een werk voor de gemeente, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

0,32

per week

1,87

per maand

7,33

per jaar

72,75

e.

een elevator of dergelijke al dan niet op een gemetselde of betonnen voet geplaatste installatie met toebehoren, per m2 ingenomen oppervlakte, gemeten aan de voet van de installatie, voor de eerste m2,

per jaar

141,48

voor elke volgende m2, per jaar

70,71

f.

een auto- of scheepsbeladingsinstallatie of dergelijke met toebehoren, per strekkende meter, horizontaal gemeten, per jaar

27,28

g.

een betonmolen, asfaltketel, heimachine of dergelijk voorwerp, alsmede opgeslagen bouwmaterialen per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

0,32

per week

1,87

per maand

7,33

per jaar

72,75

13.

Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen, waarvoor elders in deze tabel niet is voorzien, per m2 ingenomen oppervlakte:

per dag

0,32

per week

1,87

per maand

7,33

per jaar

72,75

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis,

gehouden op 17 december 2014

de griffier, de voorzitter,

mr. R. van der Hoek J.A. Karssen

Gemeenteblad 2014-46