Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015

De Raad van de gemeente Maassluis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2014 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2015, zaaknummer Z-14-09854, registratienummer ADV-14-02352

gelet op het bepaalde in artikel 226 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015.

( Verordening hondenbelasting 2015 )

Artikel 1 Belastbaar feit.

Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht.

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen.

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

  • 2. De belasting wordt niet geheven voor honden:

    • a.

      die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

    • b.

      die verblijven in een hondenasiel;

    • c.

      die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.

    • d.

      die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

    • e.

      waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan dertig dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft;

    • f.

      waarvan de houder een geldend diploma kan tonen dat is afgegeven door de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging.

    • g.

      die door de ‘Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland’ alsgehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld.

    • h.

      die bij de ‘Stichting Reddingshonden Hulpdienst Holland (RHH)’ als reddingshond dienst doen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing.

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief.

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond 76,44;

    • b.

      voor een tweede hond € 95,04;

    • c.

      voor iedere hond boven het aantal van twee€ 112,08.

  • 2. In afwijking inzoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 284,76per jaar.

Artikel 6 Belastingjaar.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing.

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijn van betaling.

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagenworden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag vande maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld

    en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend totautomatische incasso, de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later, dit met in achtneming van het bepaalde in artikel 11 lid 3 van de Regeling Automatische Incasso Gemeentelijk Belastingen.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet tezijn verleend indien drie van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatischeincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel

    binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen alsbedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gesteldetermijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding.

Bij de invordering van hondenbelasting wordt kwijtschelding verleend tot maximaal 50% van de ter zake opgelegde aanslag voor de eerste hond.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De ‘Verordening hondenbelasting 2014’ van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening hondenbelasting 2015’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 17 december 2014,

de griffier, de voorzitter,

mr. R. van der Hoek drs. J.A. Karssen

Gemeenteblad 2014-53