Regeling vervallen per 06-07-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels voor het wegslepen van voertuigen Wegsleepverordening voor de gemeente Maassluis

Geldend van 09-11-2016 t/m 05-07-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels voor het wegslepen van voertuigen Wegsleepverordening voor de gemeente Maassluis

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 2.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • 3.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • 4.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 RVV 1990;

  • 5.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • 6.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden.

  • 1. Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

    Veilingweg 65 te Rotterdam en Vrij-Harnasch 118 te Den Hoorn.

  • 2. De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaatsen worden door het college vastgesteld na advies van de politiechef van de regionale eenheid Rotterdam en Vreugdenhil Berging BV.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen.

  • 1. De kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats Veilingweg 65 te Rotterdam bedragen:

    • a.

      voorrijkosten en optakelen € 120,--;

    • b.

      overbrengen € 75,--;

    • c.

      administratiekosten € 7,--.

  • 2. De kosten van het bewaren van een voertuig bij Veilingweg 65 te Rotterdam bedragen:

    • a.

      € 40,-- voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 20,-- voor elk volgend half etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 3. De kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats Vrij-Harnasch 118 te Den Hoorn bedragen:

    • a.

      voorrijkosten en optakelen € 50,--;

    • b.

      overbrengen € 100,--;

    • c.

      administratiekosten € 15,--.

  • 4. De kosten van het bewaren van een voertuig bij Vrij-Harnasch 118 te Den Hoorn bedragen:

    • a.

      € 0,-- voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 8,-- voor elk volgend half etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 5. De in de vorige leden genoemde bedragen zullen jaarlijks worden aangepast overeenkomstig de procentuele wijziging die het prijsindexcijfer van de gezinscomsumptie over de maand april van het lopende kalenderjaar heeft ondergaan ten opzichte van dit prijsindexcijfer over de maand april van het daaraan voorafgaande jaar. De uitkomst van die berekening wordt naar boven afgerond op gehele euro’s. De aldus berekende bedragen zullen vóór 1 december in het gemeenteblad bekend worden gemaakt en gelden voor het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Elektronische Gemeenteblad. Met inwerkingtreding komt de huidige verordening, vastgesteld op 19 februari 2002, te vervallen.

Artikel 7 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als: Wegsleepverordening voor de gemeente Maassluis.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 1 november 2016.
de griffier, de voorzitter,
mr. R. van der Hoek dr. T.J. Haan.

Toelichting Wegsleepverordening.

Algemeen.

Op grond van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) mogen op de weg staande voertuigen alleen worden weggesleept indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met het belang van de veiligheid op de weg of het belang van de vrijheid van het verkeer of het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen. Een voertuig kan niet zonder meer worden weggesleept wanneer aan een van de genoemde criteria wordt voldaan. Degene die met de uitvoering van de wegsleepregeling is belast, dient per geval na te gaan of in dat specifieke geval het wegslepen van het desbetreffende voertuig absoluut noodzakelijk is. Het wegslepen van een voertuig dat om 4.00 uur ‘s nachts in strijd met een van de genoemde criteria is geparkeerd, zal doorgaans als niet of minder urgent moeten worden beschouwd. In zo’n geval kan het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar doorgaans volstaan.

Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bezwaar en vervolgens beroep open.

Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang.

Wanneer een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er in principe twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Allereerst door politie en justitie op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder) via het opmaken van een proces-verbaal. Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (lees: het laten wegslepen en bewaren van dat voertuig) door het college van burgemeester en wethouders.

In de wegsleepregeling is het opmaken van een procesverbaal op grond van de Wet-Mulder, voordat tot het wegslepen van een voertuig kan worden overgegaan, niet vereist, maar kan wel samengaan. Opgemerkt wordt dat het wel noodzakelijk is om de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen wanneer alleen gebruik wordt gemaakt van de bestuursdwangbevoegdheid. Voor eventuele latere bezwaar- en beroepsprocedures op grond van de Awb is het verstandig de geconstateerde parkeerovertreding zo goed mogelijk vast te leggen in een schriftelijk document en bij voorkeur vergezeld te laten gaan van een foto die de feitelijke situatie weergeeft. Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer een reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college van burgemeester en wethouders maakt in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

Verordening.

In artikel 170 e.v. WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

  • -

    de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • -

    de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en

    bewaren van voertuigen;

  • -

    de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170,

    eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels).

Wegsleepwaardige overtredingen.

Er is voor gekozen om de delictsomschrijvingen niet in de verordening op te nemen, maar te volstaan met een wegsleepverordening waarin alleen zaken zijn geregeld die de gemeente aanvullend moet en kan regelen.

Tot slot wijzen wij nog op het bepaalde in artikel 170, zesde lid WVW 1994. Hierin wordt bepaald dat een voertuig niet kan worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met de overbrenging wordt begonnen. In de wet wordt niet expliciet aangegeven wanneer met de overbrenging wordt begonnen. In de dagelijkse praktijk wordt ervan uitgegaan dat pas met de overbrenging wordt begonnen wanneer het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Indien de rechthebbende zich eerder bij zijn voertuig meldt, mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Wel zal de rechthebbende alle aan de voorbereiding van de overbrenging verbonden kosten dienen te vergoeden, waarbij met name kan worden gedacht aan de voorrijkosten van het sleepvoertuig en administratieve kosten.

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  • c.

    besluit:het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig:wat hieronder wordt verstaan in artikel 1 RVV 1990;

  • e.

    motorrijtuig:wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college:het college van burgemeester en wethouders.

Toelichting.

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Ad d. Voertuig.

Het begrip ‘voertuig’, zoals in artikel 1 RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening. Ook in de APV is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg. Deze bepaling is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In het artikel van de APV spelen namelijk andere belangen een rol, zoals de openbare orde en veiligheid, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

Ad e. Motorrijtuig.

Het begrip ‘motorrijtuig’ is apart omschreven omdat artikel 5 van de wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voorzover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Toelichting.

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.

Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.

Kortom, een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van bet Besluit wegslepen van voertuigen, en zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor.

Artikel 3 Plaats van bewaring voertuigen en openingstijden.

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:Veilingweg 65 te Rotterdam en Vrij-Harnasch 118 te Den Hoorn.

  • 2.

    De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats worden nader door het college vastgesteld na advies van de politiechef van de regionale eenheid Rotterdam en Vreugdenhil Berging BV.

Toelichting.

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet de plaats van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

De openingstijden kunnen wel nader door ons worden vastgesteld omdat ze niet expliciet

genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994. Eventueel kunnen ze ook in de verordening zelf worden opgenomen, maar dan zullen ze doorgaans minder flexibel zijn.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen.

  • 1.

    De kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats Veilingweg 65 te Rotterdam bedragen:

    • a.

      voorrijkosten en optakelen € 120,--;

    • b.

      overbrengen € 75,--;

    • c.

      administratiekosten € 7,--.

  • 2.

    De kosten van het bewaren van een voertuig bij Veilingweg 65 te Rotterdam bedragen:

    • a.

      € 40,-- voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 20,-- voor elk volgend half etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 3.

    De kosten voor het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats Vrij-Harnasch 118 te Den Hoorn bedragen:

    • a.

      voorrijkosten en optakelen € 50,--;

    • b.

      overbrengen € 100,--;

    • c.

      administratiekosten € 15,--.

  • 4.

    De kosten van het bewaren van een voertuig bij Vrij-Harnasch 118 te Den Hoorn bedragen:

    • a.

      € 0,-- voor het eerste etmaal of een gedeelte daarvan;

    • b.

      € 8,-- voor elk volgend half etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 5.

    De in de vorige leden genoemde bedragen zullen jaarlijks worden aangepast overeenkomstig de procentuele wijziging die het prijsindexcijfer van de gezinscomsumptie over de maand april van het lopende kalenderjaar heeft ondergaan ten opzichte van dit prijsindexcijfer over de maand april van het daaraan voorafgaande jaar. De uitkomst van die berekening wordt naar boven afgerond op gehele euro’s. De aldus berekende bedragen zullen vóór 1 december in het gemeenteblad bekend worden gemaakt en gelden voor het daaropvolgende kalenderjaar.

Toelichting.

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds.

In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip ‘etmaal’ gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1,3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Toelichting.

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • -

    het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn

    motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol

    en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • -

    de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

    terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij

    kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer

    hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het ‘knoeien’ met kentekens in

    geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit hoofdstuk X. Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Wij achten het raadzaam om ook in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing te verklaren.

Artikel 6 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Elektronische Gemeenteblad. Met inwerkingtreding komt de huidige verordening, vastgesteld op 19 februari 2002, te vervallen.

Toelichting.

Deze bepaling spreekt voor zich.