Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende belastingregels omtrent de heffing en invordering van liggeld pleziervaartuigen Verordening liggeld pleziervaartuigen 2018

Geldend van 21-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van liggeld pleziervaartuigen Maassluis 2018

De Raad van de gemeente Maassluis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2017 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2018, zaaknummer Z-15-16124, registratienummer ADV-17-04419

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van liggeld pleziervaartuigen Maassluis 2018

(Verordening liggeld pleziervaartuigen 2018)

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam liggeld pleziervaartuigen wordt een recht geheven terzakevan

  • -

    het gebruik overeenkomstig de bestemming met een pleziervaartuig of woonschip van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren in de binnen- en buitenhaven alsmede

  • -

    van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn alsook

  • -

    het genot van diensten door het gemeentebestuur met betrekking tot een pleziervaartuig verstrekt.

Artikel 2. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Doorvaart: een pleziervaartuig dat de Maassluise haven doorkruist en binnen 1 dag weer verlaat;

  • b.

    Liggeld: het liggeld pleziervaartuigen als bedoeld in artikel 1;

  • c.

    Haven: wateren binnen de gemeente Maassluis die voor de scheepvaart openstaan met uitzondering van de Nieuwe Waterweg;

  • d.

    Pleziervaartuig: een schip dat hoofdzakelijk of nagenoeg geheel bestemd of gebruikt wordt voor recreatie (niet zijnde bedrijfsvervoer en niet tegen betaling), sportbeoefening of vrije tijdsbesteding, waaronder begrepen vlotten, zeilplanken en soortgelijke drijvende voorwerpen;

  • e.

    Schip: elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk object, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton, een drijvend werktuig, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting;

  • f.

    Gebruik van de haven: het in artikel 1 bedoelde gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren alsmede van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen;

  • g.

    Gemeentewateren: de wateren die binnen de grenzen van de gemeente Maassluis zijn gelegen en die de binnen- en buitenhaven omvatten;

  • h.

    Jaarplaats: een plaats in de haven die het kalenderjaar van 1 januari tot en met 31 december omvat;

  • i.

    Passantensteiger: de door het college aangewezen steiger gelegen in de haven en bestemd voor het gebruik door pleziervaartuigen met een lengte van ten hoogste 15 meter;

  • j.

    Passanten: pleziervaartuigen die zich korter dan 14 dagen in de haven bevinden;

  • k.

    Woonschip: een schip, uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd;

  • l.

    Tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • m.

    Termijn: een in de tabel genoemde tijdsduur waarin het gebruik van de haven plaatsvindt;

  • n.

    Vaarseizoen: dat deel van het kalenderjaar dat loopt van 16 april tot 16 oktober;

  • o.

    Winterligplaats: een plaats in de haven buiten het vaarseizoen;

  • p.

    Zomerligplaats: een plaats in de haven binnen het vaarseizoen.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van hetpleziervaartuig, degene aan wie het pleziervaartuig in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en tarieven

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel en met inachtneming van het bepaalde in artikel 6; de bedoelde tarieven omvatten:

  • -

    tarief per overnachting

  • -

    tarief winterligplaats

  • -

    tarief zomerligplaats

  • -

    tarief jaarligplaats

Artikel 5. Tarieventoepassing

  • a. het liggeld wordt geheven naar de oppervlakte van het pleziervaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

  • b. in uitzondering op sub a wordt het liggeld voor passanten geheven naar de lengte van het pleziervaartuig, uitgedrukt in meters;

  • c. Voor de toepassing van de tarieven wordt:

    • De oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • De lengte van een vaartuig gesteld op de lengte zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

    • Een gedeelte van een eenheid van oppervlakte of lengte niet in aanmerking genomen;

  • d. Indien geen meetbrief wordt overgelegd, wordt bij de toepassing van de tarieven de lengte c.q. oppervlakte ambtshalve bepaald.

Artikel 6. Vrijstellingen

Liggeld pleziervaartuigen wordt niet geheven terzake van:

Het gebruik van de haven:

  • a.

    Met een schip in directe dienst van een gemeente of ander openbaar lichaam;

  • b.

    Met een pleziervaartuig waarvan het gebruik van de haven zich uitsluitend beperkt tot een doorvaart van of naar een van de jachthavens of van of naar een wateroppervlak binnen deze gemeente waarvoor door de gemeente bij overeenkomst een vergoeding is bedongen;

  • c.

    Met een pleziervaartuig van ondergeschikte betekenis, zoals een roeiboot en een kano.

Artikel 7. Verschuldigdheid

Het liggeld is verschuldigd tussen het tijdstip van aankomst om 12.00 uur dat van de haven gebruik wordt gemaakt tot de dag van vertrek, 12.00 uur.

Indien het schip niet vóór 12.00 uur is vertrokken, is opnieuw liggeld verschuldigd.

Artikel 8. Wijze van heffing en tijdstip van betaling

  • 1. Indien een jaarligplaats is aangewezen wordt het liggeld geheven bij wijze van aanslag;

  • 2. Voor elke situatie anders dan omschreven onder lid 1 wordt het liggeld geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

  • 3. Indien het liggeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving als bedoeld in lid 2 dient betaling middels een pinbetaling plaats te vinden.

Artikel 9. Tijdstip van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het liggeld worden betaald, ingeval een schriftelijke kennisgeving wordt uitgereikt: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving;

  • 2. In afwijking van artikel 9 eerste lid van de Invorderingswet moet het liggeld worden betaald ingeval een aanslag wordt toegezonden: binnen een maand na de dagtekening.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Herhaald gebruik binnen termijn; verlenging termijn

  • 1. Indien met een vaartuig binnen de termijn meer dan één maal gebruik van de haven wordt gemaakt, geldt als tijdstip, bedoeld in artikel 7, uitsluitend het tijdstip waarop het eerste gebruik van de haven binnen de termijn een aanvang neemt.

  • 2. Indien het gebruik van de haven met een vaartuig wordt voortgezet nadat de termijn is verstreken, vangt een nieuwe termijn aan en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de haven opnieuw een aanvang.

Artikel 11. Kwijtschelding en restitutie

  • 1. Op geheven liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

  • 2. Bij tussentijdse beëindiging wordt geen restitutie verleend.

Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening liggeld pleziervaartuigen 2017’ van 20 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening liggeld pleziervaartuigen 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Maassluis in zijn vergadering van 19 december 2017,
De griffier
mr. R. van den Hoek
de voorzitter
dr. T.J. Haan

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening liggeld pleziervaartuigen 2018

 Aanlegplaats 

 Heffingsgrondslag 

 per 

 Tarief passanten per overnachting 

 Tarief winterligplaats 

 Tarief zomerligplaats 

 Tarief jaarligplaats 

aan een steiger

Lengte vaartuig

m1

€ 2,00

-

-

-

aan een kademuur

Lengte vaartuig

m1

€ 1,00

-

-

-

aan een steiger

Oppervlakte vaartuig

m2

-

€ 12,50

€ 12,50

€ 20,00

aan een kademuur

Oppervlakte vaartuig

m2

-

€ 6,25

€ 6,25

€ 10,00

Toelichting:

  • 1.

    Lengte van het schip is lengte over alles in m1 = strekkende meter

  • 2.

    Oppervlakte van het schip is lengte overalles x breedte over alles in m2 = vierkante meter

  • 3.

    Genoemde tarieven zijn inclusief BTW

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis,

gehouden op 19 december 2017

de griffier, de voorzitter,

mr. R. van der Hoek dr. T.J. Haan