Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent heffing en invordering van campergeld Verordening op de heffing en invordering van campergeld 2018

Geldend van 06-07-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent heffing en invordering van campergeld Verordening op de heffing en invordering van campergeld 2018

De raad van de gemeente Maassluis,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op het bepaalde in artikel 229 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen:

Verordening op de heffing en invordering van campergeld 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    camperplaats: een afgebakend gedeelte van de openbare weg bij de Veerstoep en de Govert van Wijnkade te Maassluis bestemd om door een camper te worden ingenomen.

  • b.

    camper: een (bestel)auto, ingericht voor het vervoeren van 2 of meer personen en kamperen c.q. buitenshuis verblijven met de mogelijkheid tot overnachten

  • c.

    gebruiker: degene die een camperplaats inneemt. Als gebruiker wordt aangemerkt:

    • a.

      de eigenaar van de camper

    • b.

      in geval van verhuur van de camper: degene op wiens naam de huurovereenkomst is gesteld (de huurder)

    • c.

      indien geen eigenaar of huurder aanwezig is wordt de gebruiker aangewezen door de dienstdoende perso(o)n(en), belast met het innen van campergeld

  • d.

    etmaal: een periode van 24 uren, gemeten vanaf 10.00 uur ’s morgens.

  • a.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computers, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan

  • b.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Maassluis een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “campergeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een camperplaats, daaronder begrepen de diensten die met het innemen van de camperplaats verband houden.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van de gebruiker.

Artikel 4 Belastingtarief

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een onder artikel 1 bedoelde camper € 10,00 per nacht.

Artikel 5 Heffingstijdvak

Het heffingstijdvak beloopt ten minste een etmaal en begint met ingang van de dag waarop de camperplaats wordt ingenomen.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij het innemen van een camperplaats in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het heffingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van een etmaal aanvangt, is het recht verschuldigd voor een volledig etmaal

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van een etmaal eindigt, bestaat geen aanspraak op gedeeltelijke ontheffing van het verschuldigde recht.

  • 4. Indien het gebruik van de camperplaats met een camper wordt voortgezet nadat een etmaal is verstreken, vangt een nieuwe termijn aan en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van de camperplaats opnieuw een aanvang.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht als bedoeld in artikel 2 overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het innemen van een camperplaats

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing camperplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van het recht als bedoeld in artikel 2 een camperplaats mag worden ingenomen geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10 Bevoegdheid tot naheffingsaanslag

Terzake van het geheel of gedeeltelijk niet betalen van het verschuldigde recht, als bedoeld in artikel 2, kan door de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231 tweede lid van de Gemeentewet, een naheffingsaanslag worden opgelegd.

Artikel 11 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van het recht als bedoeld in artikel 2 bedragen € 62,-.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van campergeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van campergeld.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van publicatie in het Elektronisch Gemeenteblad.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op de heffing en invordering van campergeld 2018”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering 12 juni 2018

De raad van de gemeente Maassluis,

de griffier,

mr. R. van der Hoek

de voorzitter,

dr. T.J. Haan