Regeling vervallen per 30-01-2021

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeenten Maassluis Vlaardingen Schiedam 2018

Geldend van 19-10-2018 t/m 29-01-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeenten Maassluis Vlaardingen Schiedam 2018

Het dagelijks bestuur van Stroomopwaarts, namens de colleges van burgemeester en wethouders van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam,

overwegende:

  • -

    dat de gemeenteraden van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam het beleidsplan Aanpak schulden MVS 2016 t/m 2019 hebben vastgesteld;

  • -

    dat dit plan het kader vormt voor de schuldhulpverlening in de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam;

  • -

    dat het wenselijk is regels te stellen over de toelating tot schuldhulpverlening, de verplichtingen en de weigerings- en beëindigingsgronden;

gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 4:81 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeenten Maassluis Vlaardingen Schiedam 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a)

      aanvraag: een verzoek van de aanvrager voor schuldhulpverlening om een besluit te nemen.

    • b)

      informatie en advies bijeenkomst: de bijeenkomst na de melding waarin voorlichting wordt gegeven aan de verzoeker;

    • c)

      melding: het moment dat een verzoeker zich wendt tot het college voor schuldhulpverlening;

    • d)

      problematische schuldsituatie: de situatie waarin van een natuurlijk persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen;

    • e)

      wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

    • f)

      Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • g)

      zelfredzaam: de verzoeker die, naar het oordeel van het college, in staat is om zelf een betalingsregeling met schuldeisers te treffen.

Hoofdstuk 2 Toelating schuldhulpverlening

Artikel 2.1 – Doelgroep

  • 1. Inwoners van de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam van 18 jaar en ouder met problematische schulden.

  • 2. Zelfstandigen die de onderneming nog niet hebben beëindigd worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Zij worden doorverwezen naar het Regionaal Bureau Zelfstandigen te Rotterdam.

Artikel 2.2 – Melding

Na de melding moet de verzoeker de informatie- en adviesbijeenkomst volgen. Indien nodig ontvangt de verzoeker van de preventiemedewerkers een aanvraagformulier schuldhulpverlening.

Artikel 2.3 – Aanvraag

  • 1. Voor de aanvraag maakt verzoeker gebruik van een daartoe bestemd aanvraagformulier schuldhulpverlening.

  • 2. Op schriftelijke aanvraag conform het eerste lid neemt het college binnen 8 weken een besluit over de toelating tot de schuldhulpverlening.

Artikel 2.4 – Wacht- en doorlooptijden

  • 1. Na ontvangst van het aanvraagformulier vindt binnen 4 weken een intake met de consulent schuldhulpverlening plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 2. Indien sprake is van bedreigende schulden, vindt binnen 3 werkdagen een gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

Artikel 2.5 – Aanbod

  • 1. Indien het college het noodzakelijk acht wordt aan verzoeker schuldhulpverlening aangeboden.

  • 2. De vorm waarin schuldhulpverlening wordt aangeboden is van meerdere factoren afhankelijk en afgestemd op het individuele geval. Bij de afweging worden in ieder geval de volgende factoren meegenomen:

    • a)

      de doelmatigheid van de ondersteuning gelet op enerzijds de aard en hoogte van het inkomen en anderzijds de aard, omvang, zwaarte en regelbaarheid van de schulden;

    • b)

      de mate van zelfredzaamheid van de verzoeker;

    • c)

      de mate van medewerking van de verzoeker;

    • d)

      een eerder gebruik van schuldhulpverlening of een schuldregeling ingevolge de Wsnp.

  • 3. Het aanbod wordt vastgelegd in een plan van aanpak.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 3.1 - Verplichtingen

  • 1. De inlichtingen- en medewerkingsplicht ingevolge respectievelijk artikel 6 en artikel 7 van de wet zijn onverkort van toepassing.

  • 2. De in artikel 7 van de wet bedoelde medewerking bestaat in ieder geval uit:

    • a)

      het nakomen van gemaakte afspraken en opgelegde individuele verplichtingen;

    • b)

      het op tijd verschijnen op afspraken;

    • c)

      het binnen de gestelde termijnen inleveren van de noodzakelijke bewijsstukken en documenten in het kader van schuldhulpverlening;

    • d)

      er alles aan te doen om meer inkomen te verdienen en om niet-noodzakelijke uitgaven te verminderen;

    • e)

      het niet aangaan en laten ontstaan van nieuwe schulden;

    • f)

      het op tijd betalen van de vaste lasten zoals huur, energie en zorgpremie;

    • g)

      het meewerken aan het oplossen van onderliggende problematiek als dat nodig is voor het slagen van het schuldhulpverleningstraject;

    • h)

      het nalaten van handelingen en activiteiten die van nadelige invloed zijn op het schuldhulpverleningstraject;

    • i)

      het actief deelnemen aan bijeenkomsten, trainingen en workshops in het kader van schuldhulpverlening.

Artikel 3.2 – Hersteltermijn

Een besluit tot weigering of beëindiging van schuldhulpverlening als gevolg van het niet nakomen van de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 6 en artikel 7 van de wet wordt genomen pas nadat verzoeker in de gelegenheid is gesteld om binnen een redelijke hersteltermijn alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen en hij geen gebruik heeft gemaakt van deze gelegenheid.

Hoofdstuk 4 Weigering en beëindiging

Artikel 4.1 - Gronden voor weigering of beëindiging

  • 1. Het college kan besluiten de aanvraag voor schuldhulpverlening te weigeren of de geboden schuldhulpverlening te beëindigen. Weigering of beëindiging vindt in ieder geval plaats indien de verzoeker:

    • a)

      de inlichtingen- en medewerkingsverplichting zoals vermeld in artikel 3.1 niet of niet behoorlijk nakomt;

    • b)

      niet (langer) tot de doelgroep behoort;

    • c)

      geen inkomen heeft of uitsluitend inkomen heeft op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • d)

      niet (meer) is aangewezen op de gevraagde of geboden schuldhulpverlening omdat de noodzaak hiertoe ontbreekt of de voorziening niet langer toereikend is;

    • e)

      zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

    • f)

      het traject schuldhulpverlening succesvol heeft afgerond of te kennen heeft gegeven dat hij niet verder wil met het schuldhulpverleningstraject;

    • g)

      zich misdraagt jegens medewerkers en eventuele derden die namens het college belast zijn met werkzaamheden die voortkomen uit de schuldhulpverlening;

  • 2. De toegang tot een schuldregeling wordt geweigerd indien:

  • a)

    een schuldregeling redelijkerwijs niet kan slagen vanwege de schulden die wettelijk niet geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden kunnen worden en waarvan aflossing niet kan worden uitgesteld tot na afloop van een te treffen schuldregeling;

  • b)

    de verzoeker is veroordeeld voor fraude of daarvoor een onherroepelijke bestuurlijke sanctie opgelegd heeft gekregen tenzij de fraudegedraging meer dan 3 jaar geleden heeft plaatsgevonden of tenzij de schuldregeling in het belang is van de gezamenlijke schuldeisers.

Artikel 4.2 - Herhaalde aanvraag

  • 1. De toegang tot schuldhulpverlening wordt geweigerd indien minder dan 12 maanden voorafgaande de datum waarop de aanvraag is ingediend, eerder schuldhulpverlening is geweigerd of beëindigd wegens schending van de verplichtingen als bedoeld in artikel 6 en artikel 7 van de wet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de toegang tot schuldhulpverlening geweigerd indien minder dan 10 jaar voorafgaande aan de dag waarop de aanvraag is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling of het wettelijke traject ingevolge de Wsnp succesvol is doorlopen of is beëindigd wegens schending van verplichtingen als bedoeld in artikel 6 en artikel 7 van de wet.

  • 3. Indien toepassing van het tweede lid voor verzoeker zou leiden tot zeer nadelige gevolgen wegens bijzondere persoonlijke omstandigheden kan toepassing van het tweede lid achterwege worden gelaten, zulks ter beoordeling van het college.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 5.1 - Vervanging

Deze beleidsregels vervangen de:

  • a.

    Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Maassluis 2012;

  • b.

    Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Vlaardingen 2012;

  • c.

    Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Schiedam 2012.

Artikel 5.2 - Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking en worden aangehaald als ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in het Dagelijks Bestuur Stroomopwaarts van 5 februari 2018,

de voorzitter,

C. Oosterom

de secretaris,

S. Duijmear van Twist

TOELICHTING

Algemeen

In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is neergelegd dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening. Het beleidsplan Aanpak schulden MVS 2016 t/m 2019 is vastgesteld door de afzonderlijke gemeenteraden. Hierin wordt bepaald hoe de gemeenten invulling geven aan de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Samengevat zetten de MVS gemeenten in op preventie, maatwerk, zelfredzaamheid / eigen verantwoordelijkheid en samenwerking. Het uitgangspunt is dat iedere inwoner zich kan melden voor schuldhulpverlening. Stroomopwaarts voert namens de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam de schuldhulpverlening uit en is tevens lid van de NVVK. Na melding en aanvraag dient er door de consulent schuldhulpverlening vervolgens een beoordeling van de individuele omstandigheden gemaakt te worden om te komen tot een op het individu afgestemd passend aanbod van schuldhulpverlening. Een verzoeker kan ook pas schuldhulpverlening geweigerd worden nadat een afweging is gemaakt van de individuele omstandigheden, bijvoorbeeld omdat een verzoeker zich niet houdt aan eerder gemaakte afspraken. Maatwerk staat derhalve voorop.

De Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. De beginselen van behoorlijk bestuur moeten gerespecteerd worden. Een besluit ingevolge de Wgs dient deugdelijk gemotiveerd te zijn en staat open voor bezwaar en beroep. Zowel het beleidsplan als de onderliggende beleidsregels bieden de kaders en richtlijnen voor wanneer een inwoner van Maassluis, Vlaardingen of Schiedam toegang wil tot schuldhulpverlening. Voor verzoekers moet duidelijk zijn welke rechten en plichten gelden alsmede de gronden voor het weigeren en beëindigen van schuldhulpverlening.

Artikel 1 – Begripsbepalingen

Begrippen die in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening voorkomen hebben in deze beleidsregels dezelfde betekenis. Voor een aantal begrippen die als zodanig niet in de wet staan is een definitie gegeven in deze beleidsregels. In de lokale situatie wordt onderscheid gemaakt tussen een melding en een aanvraag. Daarom worden deze begrippen hier ter verduidelijking aangehaald. Een melding kan ook telefonisch gedaan worden of via de website. Een aanvraag moet schriftelijk worden ingediend. Voor doorgeleiding naar schuldhulpverlening moet er wel sprake zijn van een problematische schuldsituatie.

Artikel 2.1 – Doelgroep

In beginsel staat de schuldhulpverlening open voor inwoners van Maassluis, Vlaardingen en Schiedam van 18 jaar en ouder. Is er sprake van een zelfstandige die zijn of haar onderneming nog niet heeft beëindigd dan vindt doorverwijzing plaats naar het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) te Rotterdam. Het RBZ biedt ondersteuning aan ondernemers met (financiële) problemen, onder meer in de vorm van financiële bijstand voor levensonderhoud of een lening om de onderneming. Mocht de zelfstandige zijn of haar onderneming beëindigen dan is schuldhulpverlening alsnog mogelijk.

Artikel 2.2 – Melding

Een inwoner die zich meldt voor schuldhulpverlening is eerst verplicht om de informatie- en adviesbijeenkomst schuldhulpverlening te volgen. Deze bijeenkomst wordt wekelijks gehouden door de preventiemedewerkers schuldhulpverlening. Hier krijgen de inwoners die zich hebben gemeld alle benodigde informatie over schuldhulpverlening en zijn zij in de gelegenheid om vragen te stellen. Ook het aanvraagformulier schuldhulpverlening, indien nodig, wordt uitgereikt.

Artikel 2.3 – Aanvraag

Een aanvraag kan door een verzoeker alleen worden ingediend door gebruik te maken van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier schuldhulpverlening. Het aanvraagformulier moet vergezeld gaan van de gevraagde bewijsstukken. De Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. Binnen 8 weken neemt het college een beslissing op de aanvraag.

Artikel 2.4 – Wacht- en doorlooptijden

In artikel 4 van de wet zijn de wacht- en doorlooptijd neergelegd. In het eerste lid van dit artikel is bepaald dat de verzoeker kan rekenen op een intake binnen 4 weken nadat het aanvraagformulier is ontvangen inclusief de gevraagde bewijsstukken en documenten. Als er sprake is van bedreigende schulden c.q. een crisissituatie dan vindt het gesprek binnen 3 werkdagen na melding plaats.

Artikel 2.5 – Aanbod

Maatwerk is het uitgangspunt bij het aanbieden van een traject schuldhulpverlening. Dienstverlening wordt zoveel mogelijk afgestemd op de individuele situatie en de inzet van schuldhulpverlening verschilt dan ook per situatie. Dit is afhankelijk van factoren zoals de omvang van de schulden, de zelfredzaamheid van de verzoeker en of er eerder gebruik is gemaakt van schuldhulpverlening of een schuldregeling in het kader van de Wsnp.

Het aanbod wordt uiteindelijk vastgelegd in een plan dat tevens de doelstellingen bevat van het traject. Zijn de doelen bereikt dan is het traject succesvol verlopen.

Artikel 3.1 – Verplichtingen

In de wet is opgenomen dat voor een persoon die zich meldt voor schuldhulpverlening zowel een inlichtingenverplichting (artikel 6 Wgs) als een medewerkingsverplichting (artikel 7 Wgs) geldt. Het niet houden aan deze verplichtingen heeft ‘negatieve’ gevolgen voor het schuldhulpverleningstraject. De verplichtingen gelden vanaf het moment dat een persoon zich meldt voor schuldhulpverlening.

Artikel 3.2 – Hersteltermijn

Verzoeker wordt eenmaal een termijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient redelijk te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de hersteltermijn zijn verplichting niet na, dan kan besloten worden om de schuldhulpverlening te weigeren of te beëindigen. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

Artikel 4.1 – Gronden voor weigering of beëindiging

Het weigeren of beëindigen van schuldhulpverlening is een gemeentelijke bevoegdheid en het is geen verplichting. In dit artikel wordt aangegeven in welke situaties de schuldhulpverlening (of schuldregeling) in ieder geval wordt geweigerd of beëindigd.

Artikel 4.2 – Herhaalde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van schuldhulpverlening, in relatie tot eerdere schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Hierbij wordt een grens gesteld aan het kunnen doen van herhaalde aanvragen op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid. Van de termijn van 10 jaar in het tweede lid kan worden afgeweken indien toepassing van deze termijn zou leiden tot zeer nadelige gevolgen wegens bijzondere persoonlijke omstandigheden. Ook hier zal afgestemd moeten worden op de individuele situatie.

Artikel 5.1 – Vervanging

De beleidsregels schuldhulpverlening 2012 van de afzonderlijke gemeenten dienen te worden ingetrokken. Zij worden vervangen door deze Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam 2018.

Artikel 5.2 – Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.