Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Maassluis 2020)

Geldend van 13-10-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting Maassluis 2020)

De Raad van de gemeente Maassluis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 juli 2020 tot invoering van een toeristenbelasting, zaaknummer 39045

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Maassluis 2020

(Verordening toeristenbelasting Maassluis 2020)

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2: Begrip definitie

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      camperplaats: een afgebakend gedeelte van de openbare weg bij de Veerstoep en de Govert van Wijnkade te Maassluis bestemd om door een camper te worden ingenomen;

    • b.

      camper: een (bestel)auto, ingericht voor het vervoeren van 2 of meer personen en kamperen c.q. buitenshuis verblijven met de mogelijkheid tot overnachten;

    • c.

      Pleziervaartuig: een schip dat hoofdzakelijk of nagenoeg geheel bestemd of gebruikt wordt voor recreatie (niet zijnde bedrijfsvervoer en niet tegen betaling), sportbeoefening of vrije tijdsbesteding, waaronder begrepen vlotten, zeilplanken en soortgelijke drijvende voorwerpen;

    • d.

      Ligplaats: een aanlegplaats in de haven: aan de kademuur of aan de passantensteiger;

    • e.

      Haven: de wateren binnen de gemeente Maassluis, die voor de scheepvaart open staan en voor de openbare dienst bestemde kaden, aanlegsteigers, meerpalen, boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn;

    • f.

      Passantensteiger: de door het college aangewezen steiger gelegen in de haven en bestemd voor het gebruik door pleziervaartuigen met een lengte van ten hoogste 15 meter;

    • g.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen;

    • h.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;

    • i.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook;

    • j.

      Bedrijf: een organisatie van arbeid en kapitaal actief in de productie en/of het aanbieden van goederen en diensten;

    • k.

      Bedrijfsmatig verhuurde woning: een woning die door een bedrijf ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook;

    • l.

      Accommodatie voor arbeidsmigranten: woonruimte voor personen die naar Nederland zijn gemigreerd om daar tijdelijk arbeid te verrichten en die niet zijn ingeschreven in de basisregistratie personen van de gemeente Maassluis;

    • m.

      Slaapplaats: Ieder bed of ruimte in een logiesaccommodatie waar één persoon kan slapen. Alle eenpersoonsbedden of andere eenpersoonsslaapplaatsen worden als één slaapplaats geteld, tweepersoonsbedden worden als twee slaapplaatsen geteld.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3. van degene die verblijft in een woonschip. Met woonschip wordt bedoeld een schip, uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6. Berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor zover overnachtingen plaatsvinden in een accommodatie voor arbeidsmigranten of particulier of bedrijfsmatig verhuurde woningen, wordt het aantal personen dat heeft overnacht, in afwijking van artikel 5, vastgesteld op 100% van de maximale toegestane capaciteit van het aantal slaapplaatsen in de accommodatie als de belastingplichtige het aantal overnachtingen niet of niet tijdig doorgeeft.

  • 2. In afwijking van artikel 5 wordt voor de camperplaatsen en de passantensteiger gewerkt met een vast tarief per overnachting van 5 euro per voertuig c.q. vaartuig. Dit tarief komt bovenop de tarieven voor de verblijflocatie.

  • 3. Tegen een opgelegde aanslag kan volgens de bepalingen bezwaar worden gemaakt. Hierbij gelden de bepalingen uit de algemene wet bestuursrecht hoofdstuk 6. Algemene bepaling over bezwaar en beroep.

Artikel 7. Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 2,25.

Artikel 8. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van voldoening van aanslag.

Artikel 9. Aangifte en tijdstip van betaling

  • 1. De aangifte dient elke drie maanden te worden gedaan. Na aangifte wordt een (definitieve) aanslag opgelegd, die binnen één maand na dagtekening moet worden voldaan.

  • 2. De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van het in lid 1 genoemde tijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3. In afwijking van lid 1 moet de toeristenbelasting voor overnachtingen die plaatsvinden in campers en pleziervaartuigen tegelijkertijd met het campergeld of het liggeld pleziervaartuigen worden voldaan.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van toeristenbelasting.

Artikel 11. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de -elektronische- bekendmaking.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Maassluis 2020 .

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 29 september 2020,

de griffier,

mr. R. van der Hoek

de voorzitter,

dr. T.J. Haan