Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent de graven, asbezorging en gedenktekens voor de gemeentelijke begraafplaatsen (Uitvoeringsbesluit graven, begraven, asbezorging en gedenktekens 2020 (nadere regels)

Geldend van 13-11-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent de graven, asbezorging en gedenktekens voor de gemeentelijke begraafplaatsen (Uitvoeringsbesluit graven, begraven, asbezorging en gedenktekens 2020 (nadere regels)

Het college van de gemeente Maassluis,

gelet op de artikelen 1, 2, 3, eerste lid, 11 , tweede lid, 12, 14 en 20, derde lid, 21 tweede lid, 22 tweede lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Maassluis 2020;

besluit vast te stellen de volgende nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenktekens voor de gemeentelijke begraafplaatsen.

Hoofdstuk 1. Indeling, uitgifte der graven en asbestemmingen

Artikel 1. Algemene graven

  • 1. In een algemeen graf worden niet meer dan twee stoffelijke overschotten begraven;

Artikel 2. Particuliere graven

Voor particuliere graven bestaan de volgende categorieën:

  • 1.

    Op de Algemene begraafplaats:

    • a.

      zandgraven, die bestaan uit drie begraaflagen en één schutlaag;

    • b.

      urnengraven zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal vijf asbussen;

    • c.

      urnennissen zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal 1 urn.

  • 2.

    Op de Nieuwe begraafplaats

    • a.

      zandgraven, die bestaan uit twee begraaflagen en één schutlaag;

    • b.

      urnennissen zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal twee urnen.

  • 3.

    Op beide begraafplaatsen

    • a.

      grafkelders zijn bestemd voor het begraven van maximaal twee stoffelijke overschotten en het bijzetten van maximaal drie asbussen;

    • b.

      urnengraven in de urnentuin zijn bestemd voor het plaatsen van maximaal twee asbussen ondergronds of één asbus bovengronds en 1 asbus ondergronds.

    • c.

      kindergraven voor het begraven van maximaal één stoffelijk overschot.

Artikel 3. Grafkelders

  • 1. Een tweepersoons betonnen grafkelder in een particulier graf, is standaard 90 cm breed, 240 cm lang en 140 cm diep;

  • 2. De grafkelder is voorzien van een betonnen binnenring en een dekplaat;

  • 3. Bij plaatsing wordt rekening gehouden met een afstand van minimaal 10 cm tussen de bovenzijde van de afdekplaat en het maaiveld.

  • 4. De grafkelder dient waterdicht te zijn en wordt na plaatsing waterdicht afgewerkt.

Artikel 4. Verstrooiingsplaats

  • 1. Op beide begraafplaatsen is een plaats aangewezen voor het verstrooien van as.

  • 2. Het uitstrooien van as dient in overleg en met toestemming van de beheerder te geschieden. Indien de weersomstandigheden het niet toelaten, kan de beheerder het uitstrooien van as uitstellen;

Artikel 5. Gebruik van biologisch afbreekbaar materiaal

  • 1. Bij de vervaardiging van lijkkisten zijn voor de volgende onderdelen of bewerkingen de volgende kunststoffen of toepassingen van kunststoffen toegelaten:

    • a.

      Spaanplaat:

      Verlijmde houtspaanders/houtvezels. Het spaanplaat bevat niet meer dan 10 mg vrij of gemakkelijk vrij te maken formaldehyde per 100 gram plaatmateriaal. Gemeten met de fotometrische methode is dit 8 mg formaldehyde per 100 gram droog plaatmateriaal (normuitgave NEN-EN 120 uit 1991).

    • b.

      Lijm:

      Verwerkt in houtspaanplaat: ureumformaldehyde-lijm of isocyanaat-lijm;

      verwerkt in schottenlijm: ureumformaldehyde-lijm en/of PVAC-lijm;

      verwerkt in perslijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat;

      verwerkt in constructielijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat.

    • c.

      Lak:

      Nitrocelluloselak dan wel een combinatielak van nitrocellulose, alkydharsen, en -eventueel - polyesterharsen.

    • d.

      Handgrepen, sierschroeven en andere ornamenten:

      Handgrepen, ornamenten en accessoires van graf- en crematiekisten dienen uitgevoerd te worden in vergankelijk materiaal, dan wel van buitenaf verwijderd te kunnen worden.

    • e.

      Hoofdkussen of hoofdsteun:

      Zak van vergankelijk materiaal gevuld met houtkrullen of kartonnen hoofdsteun.

    • f.

      Binnenbekleding:

      Niet geïmpregneerd papier aan de binnenkant van de deksel en de wanden; katoen, zijde, rayon, of cellulose-acetaat dan wel een mengsel van genoemde stoffen, en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt.

    • g.

      Bodembedekking:

      Niet-geïmpregneerd papier op de bodem, al dan niet voorzien van een extra celstof onderlegger.

    • h.

      Print en kantenband:

      Basispapier op edelcellulosebasis met anorganische pigmenten.

  • 2. Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen:

    • a.

      Doorlaatbaarheid

      • Van water: gedurende zeven dagen voortdurend contact met water van 5°C en 20°C bij pH = 7,0 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per vierkante meter per uur doorlaten, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm.

      • Van gas: na veertien dagen mag de doorlaatbaarheid voor gasvormig kooldioxide, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm, niet minder zijn dan 150 ml per vierkante meter per uur en voor zuurstof niet minder dan 200 ml per vierkante meter per uur.

    • b.

      Mechanische eigenschappen

      • Treksterkte: de treksterkte van het materiaal en van de lasverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter, gemeten volgens norm DIN 53455 of een vergelijkbare norm.

      • Vouwbestendigheid: als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedurende dertig minuten wordt belast bij een druk van 5 N per vierkante centimeter, mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen.

    • c.

      Vorm:

      Gedurende twee jaar opslag bij 20°C mag de krimp in de lengte- en breedterichting niet meer dan 10% bedragen, gemeten volgens norm ASTM: D 2732-83 of een vergelijkbare norm.

    • d.

      Biologische afbreekbaarheid:

      Het materiaal van de lijkhoezen dient binnen 90 dagen voor meer dan 98% te worden afgebroken, gemeten volgens norm ASTM: D 5338-92 of een daarmee vergelijkbare norm. Daarnaast dienen uit de lijkhoezen, zowel bij de biologische afbraak als bij crematie, geen schadelijke stoffen vrij te komen. Voor zware metalen (Pb, Cr, Ni, Cu, Cd, Zn) en gechloreerde koolwaterstoffen dient voldaan te worden aan de Duitse Bundesgütegemeinschaft-norm RAL GZ 251 of een daaraan gelijk te stellen norm. Voor de bepaling hiervan dient gebruik te worden gemaakt van de norm ASTM: D 5152-91 of een vergelijkbare norm.

  • 3. Andere omhulsels dan lijkkisten en lijkhoezen die op het doel van begraven of verbranden zijn afgestemd, zijn toegestaan bij begraven of verbranden mits zij voldoen aan de hierboven gestelde eisen van doorlatendheid voor lucht en biologische afbreekbaarheid voor zover deze omhulsels dan wel onderdelen daarvan niet verwijderd worden voorafgaand aan het begraven of verbranden.

Hoofdstuk 3. Aanvraag vergunning gedenkteken

Artikel 6. Aanvraag ontwerptekening

  • 1. Een vergunning voor het plaatsen of vervangen van een gedenkteken dient schriftelijk bij het college te worden aangevraagd, onder overlegging van een ontwerptekening, de afmetingen en een omschrijving van de toe te passen materialen;

  • 2. Op deze ontwerptekening dient tenminste vermeld te worden:

    • a.

      een boven- voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van de te gebruiken materialen;

    • c.

      of de letters ingehakt, opgebracht, van metaal of ander materiaal zijn;

    • d.

      de tekst en/of figuratie en de plaatsing daarvan;

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van de bevestiging van het gedenkteken op de fundering;

  • 3. De vergunning en de goedgekeurde tekeningen moeten bij de uitvoering van de werkzaamheden kunnen worden getoond;

  • 4. Eenmaal geplaatste gedenktekens mogen niet worden weggehaald, verplaatst of veranderd zonder toestemming van de beheerder.

Artikel 7. Technische bepalingen

  • 1. Na de plaatsing van een gedenkteken dient overtollig materiaal direct te worden opgeruimd en afgevoerd;

  • 2. Indien bij werkzaamheden schade ontstaat aan de graven, paden, beplanting en dergelijke, dan dient dit direct te worden gemeld bij de beheerder;

  • 3. Staande gedenktekens dienen in lijn te staan met de overige gedenktekens in de rij;

  • 4. Staande gedenktekens voor particuliere graven worden met een roestvrijstalen doken aan de fundering bevestigd. De doken moeten van voldoende lengte en dikte zijn voor een behoorlijke bevestiging;

  • 5. Urnen worden stevig gemetseld of anderszins verankerd op een bijpassende grondplaat;

  • 6. Gedenktekens van particuliere graven dunner dan 10 cm moet rusten op een raamwerk van gewapend beton met een dikte van minimaal 8 cm. Lengte en breedte hiervan dienen 10 cm kleiner te zijn dan die van het gedenkteken. Dit raamwerk dient te rusten op de fundering;

  • 7. Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, dienen eerst de buurgraven te worden afgedekt ter voorkoming van schade en verontreinigingen;

  • 8. Bij het maken van een keldergraf dient een deugdelijke constructie, die voldoende gefundeerd is, te worden gemaakt. Het keldergraf dient van bovenaf benaderbaar te zijn. Een en ander ter beoordeling van de beheerder.

Hoofdstuk 4. Gedenktekens

Artikel 8. Gedenktekens algemeen

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. Het is verboden gedenktekens en andere voorwerpen te (doen) plaatsen buiten de maximaal beschikbare (graf)oppervlakte.

  • 3. Het is verboden door middel van gedenktekens en andere voorwerpen de bereikbaarheid van naastgelegen graven of urnenplaatsen te belemmeren.

  • 4. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden:

     

    Categorie

    Liggend gedenkteken

    Dikte liggend gedenkteken

    Staand gedenkteken

    a

    algemene graven

    40 x 40 cm

     

    40 breed x 60 hoog

    b

    particuliere kindergraven

    40 x 60 cm

     

    40 breed x 60 hoog

    c

    particuliere graven

    180 lang x 80 cm breed

    6 cm

    100 hoog x 80 cm breed

    d

    particuliere keldergraven

    250 lang x 110 cm breed

    8 cm

     

    e

    particulier urnengraven

    40 lang x 40 cm breed

     

    40 breed x 60 cm hoog

    f

    particulier urnengraf in de urnentuin

    50 cm (doorsnede)

     

    hoogte van 60 cm

    g

    particuliere urnennis

    de grootte van de nis

     
     

Artikel 9. Gedenktekens op algemene graven

  • 1. De gedenktekens worden aangebracht wanneer de bovenliggende graflagen eveneens in gebruik zijn genomen;

  • 2. Het gedenkteken van de eerste begraving wordt geplaatst onderaan het graf, het gedenkteken van de tweede begraving bovenaan het graf;

  • 3. De beheerder kan eventuele afwijkingen van de maatvoering toestaan;

Artikel 10. Gedenktekens voor de urnennis

  • 1. De urn die in een open urnennis wordt geplaatst is aangepast aan de omvang van de betreffende nis. De doorsnede van de urn is nooit meer dan de diepte van de nis.

  • 2. Op de Nieuwe begraafplaats mag een dekplaat gemonteerd worden die de nis bedekt. De verplichte dikte is 2 cm. De plaat moet worden gemonteerd met een rvs draadeind of eventueel met een sluitclip.

Artikel 11. Gedenktekens op strooiveld

  • 1. Er mogen geen gedenktekens op het bestrooide gedeelte worden geplaatst of gelegd.

  • 2. Op de gedenkpaal op de strooivelden kan op kosten van de aanvrager een naamplaatje worden bevestigd. Dit is voor de duur van 10 jaar.

Hoofdstuk 5. Onderhoud

Artikel 12. Winterharde gewassen

  • 1. Winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden en moeten door snoei binnen de oppervlakte. Zij mogen de hoogte van het gedenkteken niet overschrijden.

  • 2. Mocht de beplanting de grafoppervlakte overschrijden, kan de beheerder door middel van een aanschrijving eisen dat de beplanting binnen 2 maanden wordt gesnoeid of verwijderd. Mocht de recht- of belanghebbende zich hieraan niet houden is de beheerder bevoegd de beplanting te snoeien of geheel te doen verwijderen, zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op een vergoeding.

Artikel 13. Het van gemeentewege onderhouden van graven.

De gemeente ontalgt alle graven één keer in het voorjaar. De rechthebbende van een particulier graf kan de gemeente tegen een vergoeding verzoeken tot het extra schoonhouden van het gedenkteken. Hiervoor kan de rechthebbende een keuze maken uit een tweetal pakketten.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 14. Openstelling begraafplaats

Beide begraafplaatsen zijn van 1 mei tot en met 30 september geopend van 07:45 tot 21:30 uur en van 1 oktober tot en met 30 april tot zonsondergang.

Artikel 15. Intrekking oude regeling

Deze nadere regels treden 8 dagen na bekendmaking in het Elektronisch Gemeenteblad in werking, doch niet eerder dan na inwerkingtreding van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Maassluis 2020. Op deze datum vervallen de op 18 november 2014 vastgestelde nadere regels vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit voor de graven asbezorging en grafbedekkingen 2014

Artikel 16. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachten het Uitvoeringsbesluit voor de graven asbezorging en grafbedekkingen 2014 gelden als besluiten genomen krachtens dit uitvoeringsbesluit

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit een aanvraag om een vergunning op grond van het Uitvoeringsbesluit voor de graven asbezorging en grafbedekkingen 2014 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop dit uitvoeringsbesluit toegepast.

Artikel 17. Citeerartikel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit voor de graven asbezorging en gedenktekens 2020 (nadere regels).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 14 juli 2020.

De secretaris,

A.L Duymaer van Twist

De voorzitter

dr. T.J. Haan