Regeling Sportraad Maastricht 2005

Artikel 3. Samenstelling.

• 1. De Sportraad Maastricht telt minimaal 5 en maximaal 9 leden, waaronder de voorzitter.

• 2. Bij de samenstelling van de Sportraad wordt rekening gehouden met een goede balans tussen ervaringsdeskundigheid, specifieke deskundigheid en geslacht.

• 3. Zowel de voorzitter als de leden dienen te voldoen aan een van tevoren opgestelde profielschets, respectievelijk voor de voorzitter en voor de leden. De profielschets is als bijlage bij deze regeling gevoegd en maakt hier deel van uit.

• 4. De voorzitter en de leden van de Sportraad worden benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders. Kandidaten kunnen worden aangezocht door het College van Burgemeester en Wethouders, kunnen worden voorgesteld door de Sportraad en/of kunnen door middel van openbare oproeping worden aangeworven.

• 5. De Sportraad kiest uit zijn midden een vice-voorzitter. Aan de Sportraad wordt een ambtelijke secretaris, zonder stemrecht, toegevoegd in de persoon van de leidinggevende of diens plaatsvervanger van de gemeentelijke afdeling Sport & Recreatie.

• 6. Namens het College van Burgemeester en Wethouders neemt de wethouder van Sport of diens plaatsvervanger deel aan de vergadering. Deze heeft geen stemrecht en treedt op als informant en toehoorder.

• 7. Alle leden, inclusief de voorzitter, hebben een zittingsperiode van 4 jaar en kunnen zich daarna 1 maal opnieuw kandidaat stellen voor het lidmaatschap.

• 8. Hierna treedt elk lid af volgens een door de Sportraad opgesteld rooster van aftreden. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.

• 9. Het College van Burgemeester en Wethouders kunnen, de Sportraad gehoord, bij een met redenen omkleed besluit de voorzitter of een lid ontslaan.

Artikel 4. Taken en Bevoegdheden.

• 1. De Sportraad draagt zorg voor gevraagde en ongevraagde advisering van het College van Burgemeester en Wethouders met betrekking tot in art. 2 genoemde aangelegenheden. Basis hiervoor vormen de Sportnota 2004-2012 vastgelegde uitgangspunten en doelstelling en de daarvan afgeleide jaarprogramma’s en andere relevante beleidsnota’s.

• 2. De Sportraaddraagt zorg voor het onder de aandacht brengen bij het College van Burgemeester en Wethouders van relevante vraagstukken met betrekking tot de in art. 2 genoemde aangelegenheden.

• 3. Indien de Raad dit wenst kan hij themabijeenkomsten ten behoeve van zijn eigen meningsvorming, die van het College van Burgemeester en Wethouders en/of die van overige betrokkenen zoals leden van de Gemeenteraad en/of vertegenwoordigers van relevante organisaties debatten organiseren. Hiertoe kan hij andere deskundigen uitnodigen.

• 4. Minstens éénmaal per jaar organiseert de Sportraad, in het bijzijn van de wethouder van Sport, een overleg met de in Maastricht gevestigde (sport)organisaties metals doelconcreet voeding te houden met de concrete gevolgen van het door de gemeente gevoerd beleid.

Artikel 5. Informatie van burgemeester en wethouders.

• 1. Het College van Burgemeester en Wethouders is verplicht om de Sportraad om advies te vragen over alle zaken betreffende wijziging van het strategisch beleid zoals vastgelegd in de Sportnota 2004 – 2012. Tevens zal de Sportraad advies worden gevraagd over de gemeentelijke jaarprogramma’s in het kader van de gemeentelijke begroting.

• 2. In het geval dat het College van Burgemeester en Wethouders in een voorstel afwijken van het advies van deSportraad wordt dit in het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken.

• 3. In het geval dat het College van Burgemeester en Wethouders beslissen in afwijking van het advies van deSportraad, worden de redenen daarvan aan de Sportraad meegedeeld.

• 4. Door of vanwege het College van Burgemeester en Wethouders wordt zorggedragen, dat van gemeentewege aan de Sportraad tijdig de nodige informatie, eventueel met aanduiding van het vertrouwelijke karakter, wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van de Sportraad.

• 5. De meeste communicatie tussen de Sportraad en het College van Burgemeester en Wethouders zal in de praktijk verlopen via de in beginsel bij de vergadering van de Sportraad aanwezige wethouder Sport of diens plaatsvervanger.

• 6. De Sportraad evalueert elke 4 jaar haar taakinvulling, de door hem uitgevoerde werkzaamheden en de daarmee beoogde resultaten. Hiertoe brengt zij voor 1 mei in het jaar volgend op genoemde periode verslag uit aan het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 6. Werkwijze.

• 1. De Sportraad draagt, naast het gestelde in art.4 lid 4, zorg voor het onderhouden van formele en informele contacten met relevante partijen om voeling te houden met wat er in het algemeen en in de Maastrichtse samenleving in het bijzonder speelt op het gebied van de doelstelling zoals omschreven in art.2.

• 2. De Sportraad komt zo vaak hij en/of de voorzitter dat wenselijk acht bij elkaar,doch buiten de bijeenkomst ingevolge art.4 lid 4, minimaal twee maal per jaar en voorts wanneer burgemeester en wethouders hierom verzoeken.

• 3. De voorzitter geeft op basis van een jaarplanning en vergaderschema tenminste een week van te voren aan de leden kennis van de dag, uur en plaats van de vergadering. Gelijktijdig doet hij de leden de agenda toekomen.

• 4. De vergaderingen worden in Maastricht en inhet openbaar gehouden, tenzij door de Sportraad en/of het College van Burgemeester en Wethoudersuitdrukkelijk anders wordt bepaald.

• 5. De Sportraad is bevoegd andere personen te raadplegen en tot het bijwonen van de vergadering uit te nodigen.

• 6. Toehoorders kunnen gebruik maken van spreekrecht. Dit dient voor aanvang van de vergadering bij de voorzitter te worden aangevraagd.

• 7. De Sportraadis bevoegd een of meerdere werkgroepen te vormen.

• 8. De Sportraad regelt voorts zelf zijn vergaderorde en kan indien hij dat wenselijk acht een huishoudelijk reglement vaststellen. Bepalingen mogen niet in strijd zijn met de bepalingen uit deze verordening.

Artikel 7. Besluitvorming.

• 1. Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen in een vergadering waarin de meerderheid der leden aanwezig is.

• 2. Stemmen over zaken geschiedt mondeling, tenzij de meerderheid der aanwezigen om schriftelijke stemming verzoekt.

• 3. Stemmen over personen geschiedt schriftelijk via gesloten en ondertekende briefjes.

• 4. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van het besluit uitgesteld tot de volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien de stemmen in deze vergadering weer staken is het voorstel niet aangenomen.

• 5. De voorzitterof diens plaatsvervanger tekent de uitgaande stukken.

Artikel 11. Slotbepaling.

• 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking ervan.

• 2. In alle gevallen, waarin het bepaalde in deze regeling niet voorziet beslissen Burgemeester en Wethouders, de Sportraad gehoord hebbende.