Bepalingen bij het aangaan van exploitatieovereenkomst aangaande de herinrichting kernwinkelgebied

Geldend van 28-10-2004 t/m heden

Intitulé

Bepalingen bij het aangaan van exploitatieovereenkomst aangaande de herinrichting kernwinkelgebied

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

Overwegende:

* dat de herinrichting van het kernwinkelgebied door de gemeente is overeengekomen in het Convenant Integrale Aanpak Kernwinkelgebied met de Vereniging van Eigenaren Binnenstad Maastricht, de Vereniging Binnenstad-Ondernemers Maastricht, Ondernemers Initiatief Wijck en het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf, afdeling Maastricht en Heuvelland;

* dat het Convenant Integrale Aanpak Kernwinkelgebied door de gemeenteraad is bekrachtigd op 18 januari 2000 en dat daarbij tevens is ingestemd met de plannen voor de herinrichting;

* dat een deel van de kosten in verband met de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, voortvloeiende uit de herinrichting van het kernwinkelgebied, naar evenredigheid van verkregen profijt dienen te worden omgeslagen over die onroerende zaken welke als gevolg van deze voorzieningen worden gebaat;

* dat, ingeval het onroerende zaken betreft die als gevolg van de in het kader van de herinrichting van het kernwinkelgebied aan te leggen voorzieningen worden gebaat, het noodzakelijk is te komen tot vaststelling van het ten behoeve van de herinrichting kernwinkelgebied te voeren kostenverhaalsbeleid, waarbij naast een omschrijving van de te treffen voorzieningen van openbaar nut, tevens een aanduiding wordt gegeven van het exploitatiegebied en de mate waarin de kosten verband houdende met de aanleg van de voorzieningen, zullen worden verhaald;

* dat, alvorens door middel van het opleggen van een gemeentelijke heffing in de vorm van een baatbelasting, getracht zal worden om van de exploitanten van onroerende zaken die direct of indirect grenzen aan het heringerichte kernwinkelgebied een vrijwillige bijdrage te vragen in de door de gemeente gemaakte kosten van de herinrichting;

* dat daartoe het “Kostenverhaalsbesluit Herinrichting Kernwinkelgebied” vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2000 nog nader dient te worden ingevuld voor wat betreft het onderdeel begroting overeenkomstig het gestelde in de artikelen 5 en 6 van de Exploitatieverordening gemeente Maastricht 1997 (laatstelijk gewijzigd per raadsbesluit van 6 juli 1999);

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 september 2004,dienst CS, no. 2004-31517;

gehoord de commissie Middelen;

gelet op artikel 4 juncto artikel 14 van de Exploitatieverordening gemeente Maastricht 1997 (laatstelijk gewijzigd per raadsbesluit van 6 juli 1999), alsmede gelet op artikel 13, tweede lid van de Exploitatieverordening gemeente Maastricht 2003,

gelet op artikel 222, tweede lid, juncto artikel 139 van de Gemeentewet

BESLUIT:

  • 1.

    Vast te stellen als begroting, zoals bedoeld in onderdeel 2b van het op 27 juni 2000 door de raad vastgestelde Kostenverhaalsbesluit Herinrichting kernwinkelgebied”, de bij dit besluit in bijlage II opgenomen “Geactualiseerde begroting Herinrichting Kernwinkelgebied”;

  • 2.

    De inhoud van dit besluit, dat kan worden aangehaald als “Geactualiseerde begroting Herinrichting Kernwinkelgebied”, bekend te maken overeenkomstig artikel 139 Gemeentewet.

BIJLAGE II: GEACTUALISEERDE EN AANGEVULDE KOSTENBEGROTING HERINRICHTING KERNWINKELGEBIED

Het betreft hier de kostenbegroting zoals in artikel 5 en 6 van de Exploitatieverordening gemeente Maastricht 1997 (laatstelijk gewijzigd per raadsbesluit van 6 juli 1999) genoemd. De begroting laat een onderverdeling zien tussen de verhaalbare en niet-verhaalbare kosten van de herinrichting. Hierbij wordt allereerst de primitieve (uitgebreide) begroting aangegeven (bijlage II-a) zoals deze is opgesteld voor aanvang van de herinrichting (1998) en gecomprimeerd reeds is weergegeven als indicatieve kostenbegroting behorend bij het Kostenverhaalsbesluit Herinrichting Kernwinkelgebied zoals vastgesteld per raadsbesluit van 27 juni 2000. Op basis van deze indeling wordt vervolgens de realisatie van de kosten en opbrengsten per 31 juli 2004 aangegeven (bijlage II-b) en daarna de begrote nog te maken kosten en opbrengsten per 1 augustus 2004 tot aan de voltooiing van de herinrichting (bijlage II-c). Tot slot worden de realisatie en de nog begrote kosten en opbrengsten bij elkaar opgeteld en gepresenteerd als de bijgestelde begroting per augustus 2004 (bijlage II-d).

De door de gemeente te maken totale kosten in het kader van de herinrichting van het kernwinkelgebied bedragen € 14.697.328,=. Van deze kosten is op basis van afspraken in het Convenant Integrale Aanpak Kernwinkelgebied Maastricht, bij het kostenverhaalsbesluit aangegeven dat € 6.806.703,24 (= ƒ 15.000.000,=) zal worden verhaald op de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van de gebate onroerende zaken. De wijze waarop dit kostenverhaal zal plaatsvinden is uitgewerkt in Bijlage II-e, waarbij er rekening mee is gehouden dat zowel de te hanteren definities als de wijze waarop de bijdrage wordt berekend, gelijkluidend dienen te zijn aan de in de verordening baatbelasting te hanteren definities en berekeningsmethode.

Tot slot wordt bij de geactualiseerde begroting in bijlage II-f nog de kaart opgenomen met hierop aangeduid het exploitatiegebied.

Overzicht begroting

Begroting

BIJLAGE II-e: BEPALINGEN BIJ HET AANGAAN VAN EXPLOITATIEOVEREENKOMSTEN AANGAANDE DE HERINRICHTING KERNWINKELGEBIED

Bij het aangaan van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2.a van het Kostenverhaalsbesluit Herinrichting Kernwinkelgebied zijn de navolgende bepalingen van toepassing:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Bij het aangaan van exploitatieovereenkomsten wordt verstaan onder:

    • a.

      onroerende zaak:

  • 1.

    een gebouwd eigendom;

  • 2.

    een ongebouwd eigendom;

  • 3.

    een appartement, als zijnde een gedeelte van een onder 1 en/of 2 bedoeld eigendom, terzake van welk eigendom een splitsing in appartementsrechten, al dan niet in combinatie met een ondersplitsing van een zodanig appartementsrecht, heeft plaatsgevonden;

  • 4.

    een samenstel van:

    • a.

      twee of meer aaneengebouwde of aangrenzende gebouwde eigendommen; of:

    • b.

      twee of meer aangrenzende ongebouwde eigendommen; of:

    • c.

      aangrenzende gebouwde en ongebouwde eigendommen;

    • d.

      twee of meer aaneengebouwde of aangrenzende appartementen;

voorzover voor die eigendommen of appartementen eenzelfde genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, wordt aangemerkt als belastingplichtige;

zulks met uitzondering van die delen van een onder 1 tot en met 4 van dit onderdeel bedoeld eigendom of appartement welke behoren tot de heringerichte openbare ruimte.

b. 1. heringerichte openbare ruimte: het gebied in groen aangeduid op de bij dit besluit behorende en gewaarmerkte kaart, waarbinnen de voorzieningen zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid, zijn getroffen;

  • 2.

    exploitatiegebied: het gebied binnen de blauwe omlijning aangeduid op de bij dit besluit behorende en gewaarmerkte kaart;

    • c.

      bestemmingsplan:

  • 1.

    bestemmingsplan Centrum-Binnenstad herziening 1995 zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 9 juli 1996; dan wel

  • 2.

    bestemmingsplan Maas en Jeker zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 9 juli

1996; dan wel

  • 3.

    bestemmingsplan St. Maartenspoort/Wyck zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 23 januari 2001; dan wel

  • 4.

    bestemmingsplan Markt – Maas zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 4 september 2001.

    • d.

      voorbereidingsbesluit: voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Centrum-Binnenstad zoals vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 21 september 2004.

    • e.

      bestemming: de bestemming zoals genoemd in het bestemmingsplan;

    • f.

      functie: een toegelaten functie zoals genoemd in het bestemmingsplan of een functie zoals toegelaten ingevolge het voorbereidingsbesluit;

    • g.

      gebate functie: een met “gebaat” aangeduide functie, zoals omschreven in de tot dit besluit behorende Bijlage II-e, tabel I of III

    • h.

      vrijstelling: een besluit zoals bedoeld in artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

    • i.

      een gebate onroerende zaak:

  • 1.

    voorzover geen sprake is van een appartement of samenstel van appartementen, zoals bedoeld in het eerste lid onder a: een onroerende zaak die direct of indirect grenst aan de heringerichte openbare ruimte voorzover

    • a.

      die onroerende zaak ingevolge het bestemmingsplan op de in artikel 2.1. genoemde peildatum geheel of gedeeltelijk is bestemd tot Centrumgebied, Centrumdoeleinden, Centrum, Bedrijven of Gemengd gebied; en/of:

    • b.

      op grond van een op de in artikel 2.1. genoemde peildatum geldende vrijstelling en/of voorbereidingsbesluit;

terzake die onroerende zaak, ingevolge de tot dit besluit behorende Bijlage II-e, tabel I, geheel of gedeeltelijk gebruik voor een gebate functie mogelijk is

  • 2.

    voorzover sprake is van een appartement of samenstel van appartementen, zoals bedoeld in het eerste lid onder a: een in de kelder, op de begane grond en/of eerste verdieping van een eigendom gelegen onroerende zaak die direct of indirect grenst aan de heringerichte openbare ruimte voorzover

    • a.

      die onroerende zaak ingevolge het bestemmingsplan op de in artikel 2.1. genoemde peildatum geheel of gedeeltelijk is bestemd tot Centrumgebied, Centrumdoeleinden, Centrum, Bedrijven of Gemengd gebied en/of:

    • b.

      op grond van een op de in artikel 2.1. genoemde peildatum geldende vrijstelling en/of voorbereidingsbesluit;

terzake die onroerende zaak, ingevolge de tot dit besluit behorende Bijlage II-e, tabel III, geheel of gedeeltelijk gebruik voor een gebate functie mogelijk is

  • j.

    gemeenschappelijke ruimte: die gedeelten van een eigendom zoals bedoeld onder sub a 1 en/of 2, terzake van welk eigendom een splitsing in appartementsrechten heeft plaatsgevonden en van welke splitsing de gebate onroerende zaak onderdeel uitmaakt, en waarvoor geldt dat zij ingevolge de akte van splitsing niet zijn bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt.

    • 2.

      Indien in dit besluit begrippen worden gehanteerd welke ook voorkomen in het bestemmingsplan of het voorbereidingsbesluit, gelden de begripsvoorschriften zoals opgenomen in de voorschriften van het bestemmingsplan of het voorbereidingsbesluit, tenzij in dit besluit anders is bepaald.

    • 3.

      Indien voor een onroerende zaak of een gedeelte van een onroerende zaak ingevolge een voorbereidingsbesluit een functie geldt welke afwijkt van een ingevolge het bestemmingsplan en/of vrijstelling geldende functie, dan wordt voor de toepassing van dit besluit uitgegaan van de functie zoals opgenomen in het voorbereidingsbesluit.

Artikel 2 Bijdrage

  • 1.

    De bijdrage wordt gevraagd van degene die het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaken gelegen in de gemeente Maastricht binnen het door de blauwe omlijning als zodanig aangegeven exploitatiegebied aangeduid op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart (bijlage II-f), die op 1 oktober 2004 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde voorzieningen zijn gelegen in de heringerichte openbare ruimte en omvatten:

    • a.

      het aanpassen c.q. aanbrengen van openbare (sier-) bestrating;

    • b.

      het aanpassen c.q. aanbrengen van openbare (sier-) verlichting;

    • c.

      het aanpassen c.q. aanbrengen van (sier-) straatmeubilair;

    • d.

      het aanpassen c.q. aanbrengen van openbaar groen;

    • e.

      het aanpassen c.q. aanbrengen van beeldende kunst.

  • 3.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op 1 oktober 2004 als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 3 Basis waarop de bijdrage wordt berekend

  • 1.

    De bijdrage wordt gevraagd naar de volgende twee maatstaven:

    • a.

      de gecorrigeerde oppervlakte van een gebate onroerende zaak;

en:

b.de gecorrigeerde grenslengte van een gebate onroerende zaak;

zulks met inachtneming van het bepaalde in de navolgende artikelleden.

  • 2.

    Voor een gebate onroerende zaak, niet zijnde een appartement of samenstel van appartementen, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder a., wordt verstaan onder:

    • a.

      oppervlakte: de oppervlakte van de gebate onroerende zaak volgens de kadastrale registratie, aangepast voor dat deel dat in de heringerichte openbare ruimte ligt, op volle vierkante meters naar beneden afgerond;

    • b.

      grenslengte: de totale lengte van de zijden van een gebate onroerende zaak waarmee die onroerende zaak direct grenst aan de heringerichte openbare ruimte. De grenslengte is digitaal (op maaiveldniveau) van de kadastrale kaart (schaal 1:200) gemeten en op eenheden van 20 centimeter naar beneden afgerond;

    • c.

      gecorrigeerde oppervlakte: de optelsom van het totaal van de delen van de oppervlakte van de gebate onroerende zaak, vermenigvuldigd met de tot elk gedeelte van die oppervlakte behorende baatfactor;

    • d.

      gecorrigeerde grenslengte: de optelsom van het totaal van de delen van de grenslengte van de gebate onroerende zaak, vermenigvuldigd met de tot elk gedeelte van die grenslengte behorende baatfactor;

    • e.

      baatfactor: de voor een deel of voor de gehele oppervlakte en grenslengte geldende factor (totaal van begane grond én eerste verdieping), gerelateerd aan de ten aanzien van die oppervlakte en grenslengte, of gedeelte daarvan, van toepassing zijnde gebate functie, zulks op basis van het bestemmingsplan en/of voorbereidingsbesluit en/of vrijstelling, welke wordt bepaald op de optelsom van de factoren volgens de tot dit besluit behorende en gewaarmerkte bijlage III-e tabel II.

  • 3.

    Voor een gebate onroerende zaak, zijnde een appartement of samenstel van appartementen, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder a., wordt verstaan onder:

    • a.

      oppervlakte: de optelsom van:

  • 1.

    de oppervlakte van alle bouwlagen van de gebate onroerende zaak, en:

  • 2.

    het aan de gebate onroerende zaak toegerekende aandeel in de oppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte.

De oppervlakte wordt digitaal van de akte van splitsing gemeten, aangepast voor dat deel dat in de heringerichte openbare ruimte ligt en op volle vierkante meters naar beneden afgerond;

  • b.

    het aan de gebate onroerende zaak toegerekende aandeel in de oppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte: het op basis van de aandelenverhouding zoals bedoeld in artikel 5:113 eerste lid BW en zoals vastgelegd in de akte van splitsing, aan de gebate onroerende zaak toe te rekenen gedeelte van de oppervlakte van de gemeenschappelijke ruimten van die bouwlagen van het eigendom, waarop gebate onroerende zaken zijn gelegen;

  • c.

    bouwlaag: de begane grond, verdieping en/of kelder van een in artikel 1, eerste lid onder a bedoeld eigendom, terzake van welk eigendom een splitsing in appartementsrechten heeft plaatsgevonden;

  • d.

    grenslengte: de optelsom van:

    • 1.

      de totale lengte van de zijden van een gebate onroerende zaak, waarmee die gebate onroerende zaak direct grenst aan de heringerichte openbare ruimte, en:

    • 2.

      het aan de gebate onroerende zaak toegerekende aandeel in de totale lengte van de zijden van de gemeenschappelijke ruimte, waarmee die gemeenschappelijke ruimte direct grenst aan de heringerichte openbare ruimte.

De grenslengte is digitaal op maaiveldniveau van de akte van splitsing gemeten en op eenheden van 20 centimeter naar beneden afgerond;

  • e.

    het aan de gebate onroerende zaak toegerekende aandeel in de totale lengte van de zijden van de gemeenschappelijke ruimte, waarmee die gemeenschappelijke ruimte grenst aan de heringerichte openbare ruimte: het op basis van de aandelenverhouding zoals bedoeld in artikel 5:113 eerste lid BW en zoals vastgelegd in de akte van splitsing, aan een gebate onroerende zaak toe te rekenen gedeelte van de totale lengte van de zijden van de gemeenschappelijke ruimte, waarmee die gemeenschappelijke ruimte direct grenst aan de heringerichte openbare ruimte;

  • f.

    gecorrigeerde oppervlakte: de optelsom van het totaal van de delen van de oppervlakte van de gebate onroerende zaak, vermenigvuldigd met de tot elke gedeelte van die oppervlakte behorende baatfactor;

  • g.

    gecorrigeerde grenslengte: de optelsom van het totaal van de delen van de grenslengte van de gebate onroerende zaak, vermenigvuldigd met de tot elke gedeelte van die grenslengte behorende baatfactor;

  • h.

    baatfactor: de voor een deel of voor de gehele oppervlakte en grenslengte voor zover betrekking hebbend op eenzelfde bouwlaag geldende factor, gerelateerd aan de ten aanzien van die oppervlakte en grenslengte, of gedeelte daarvan, van toepassing zijnde gebate functie, zulks op basis van het bestemmingsplan en/of voorbereidingsbesluit en/of vrijstelling, een en ander volgens de tot dit besluit behorende en gewaarmerkte bijlage II-e, tabel IV.

    • 4.

      Ingeval in de periode gelegen tussen de in artikel 2, eerste lid, genoemde datum en de datum van ingang van dit besluit, het eigendom, het bezit of het beperkt recht van een deel van een onroerende zaak is of wordt overgedragen, worden voor de verdeling van de bijdrage voor de desbetreffende onroerende zaak de maatstaven van heffing, met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met derde lid van dit artikel, opnieuw vastgesteld. Bij de hernieuwde vaststelling zoals bedoeld in de vorige volzin wordt uitgegaan van een verdeling van de heffingsmaatstaf zoals deze aanvankelijk voor de onroerende zaak op de in artikel 2, eerste lid, genoemde datum gold.

Artikel 4 Berekening bijdrage

De bijdrage bedraagt voor een gebate onroerende zaak:

a.voor elke volle vierkante meter van de gecorrigeerde oppervlakte, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a € 25,68

vermeerderd met:

b.voor elke strekkende centimeter van de gecorrigeerde grenslengte, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid onder b € 5,83

Tabel

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 19 oktober 2004.

De Griffier,

Ing. B. Kremer.

De Voorzitter,

Drs. G. Leers.