Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing de invordering van marktgelden Maastricht 2013

Geldend van 04-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Maastricht 2013

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

* markt: een door de gemeente ingestelde en beheerde warenmarkt;

* marktterrein: de grond, die gedurende door het college van burgemeester en wethouders te bepalen tijden is bestemd voor het houden van een warenmarkt;

* verkoopplaats: een als zodanig, door het college van burgemeester en wethouders voor het verhandelen van waren, aangewezen plaats op een marktterrein;

* vaste standplaats: een verkoopplaats die voor onbepaalde tijd aan een vergunninghouder is toegewezen;

* tijdelijke standplaats: een verkoopplaats die nog niet of niet opnieuw als vaste standplaats is toegewezen dan wel op een marktdag niet door de vergunninghouder daarvan wordt ingenomen en die per marktdag wordt toegewezen;

* standwerkersplaats: een verkoopplaats die per marktdag wordt uitgegeven om daarop te standwerken;

* vergunninghouder: de natuurlijke persoon, die een verkoopplaats toegewezen heeft gekregen.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een verkoopplaats ten behoeve van het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op markten alsmede de reinigingskosten

Artikel 3. Belastingplicht

Marktgeld wordt geheven van een natuurlijke persoon, die een verkoopplaats toegewezen heeft gekregen.

Artikel 4. Maatstaf van de heffing en belastingtarief

1.Marktgeld wordt geheven per m2 oppervlakte van de verkoopplaats per markt:

a) Voor de weekmarkten die plaatsvinden op de Markt en de Boschstraat:

per m2/per dag € 1,10;

per m2/per jaar € 51,62;

b) Voor de weekmarkten die plaatsvinden op de overige locaties:

per m2/per dag € 1,00;

per m2/per jaar € 45,45;

c) Voor de dagmarkten die plaatsvinden op de Markt:

per m2/per dag € 1,24;

per m2/per jaar € 58,07;

c) Voor de dagmarkten die plaatsvinden op de Vrijthof:

per m2/per dag € 1,10;

per m2/per jaar € 51,62;

2.Gedeelten van een vierkante meter worden voor een vierkante meter gerekend.

Artikel 5. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 6. Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven:

  • 1.

    voor het ter beschikking stellen van een vaste standplaats: door middel van een gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld;

    • b.

      voor het ter beschikking stellen van een tijdelijke standplaats of standwerkersplaats: door middel van een dagvergunning, waarop de tijdelijke standplaats en de datum van de dag waarop de standplaats wordt ingenomen, alsmede het gevorderde bedrag is aangeven;

    • c.

      voor het ter beschikking stellen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats door een zelfde vergunninghouder, waarbij de tijdelijke standplaats voor meer dan één dag doch voor bepaalde tijd beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: door middel van een gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld;

    • d.

      Voor het ter beschikking stellen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats door een zelfde vergunninghouder, waarbij de tijdelijke standplaats voor de duur van één dag beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: ten aanzien van de vaste standplaats door middel van een gedagtekende kennisgeving of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld ten aanzien van de vaste standplaats; ten aanzien van de tijdelijke standplaats voor de duur van één dag door middel van een dagvergunning, waarop de datum van de dag waarop de tijdelijke standplaats wordt ingenomen, alsmede het gevorderde bedrag is aangegeven.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1.Marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, op het tijdstip waarop de standplaats wordt ingenomen.

2. Indien de belastingplicht ten aanzien van de vaste standplaatsen in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is marktgeld verschuldigd voor zoveel marktdagen als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog marktdagen overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht ten aanzien van de vaste standplaatsen in de loop van het belastingtijdvak eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel marktdagen als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog marktdagen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,–.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,-- worden niet geheven.

Artikel 8. Tijdstip van betaling

Marktgeld wordt in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet betaald:

  • a.

    voor het innemen van een vaste standplaats: in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. Elk van de volgende termijnen vervallen telkens drie maanden later;

  • b.

    voor het innemen van een tijdelijke standplaats: 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • c.

    voor het innemen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats, waarbij de tijdelijke standplaats voor meer dan één dag doch voor bepaalde tijd beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. Elk van de volgende termijnen vervallen telkens drie maanden later;

  • d.

    voor het innemen van zowel een vaste standplaats als een tijdelijke standplaats door een zelfde vergunninghouder, waarbij de tijdelijke standplaats voor de duur van één dag beschikbaar is gesteld aan de vergunninghouder: ter zake van de vaste standplaats in drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving. Elk van de volgende termijnen vervallen telkens drie maanden later. Ter zake van de tijdelijke standplaats: 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • e.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Marktgeldverordening 2012” van 20 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Marktgeldverordening Maastricht 2013”.