Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie WWB 2009

Geldend van 01-05-2009 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Maastricht 2009.

Artikel 1. Doelstelling

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 47, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB);

Artikel 2. Vertegenwoordiging

De Maastrichtse bijstandsgerechtigden (de personen genoemd in artikel 7, tweede lid, van de WWB) worden vertegenwoordigd door:

  • -

    voorzitter en leden van de stichting Raad voor Uitkeringsgerechtigden (hierna: RvU) en;

  • -

    voorzitter en leden van de stichting Vrouwen in de Bijstand (hierna: VIB);

N.B. Voor wat betreft beleidskadervoorstellen rondom het deelonderwerp “strategisch Minimabeleid” zullen de Adviescommissie seniorenbeleid Maastricht (hierna: ASM) en het Platform Gehandicaptenbeleid Maastricht (hierna: PGM) in de gelegenheid worden gesteld hun mening schriftelijk kenbaar te maken. In die zin worden de Maastrichtse bijstandsgerechtigden, behorend tot de grotere groep minima, op dit specifieke onderdeel ook door deze organisaties vertegenwoordigd.

Artikel 3. Periodiek overleg

Uitvoeringsoverleg:

  • a.

    Voorzitter en leden van de RvU en voorzitter en leden van VIB voeren zes keer per jaar gezamenlijk met de sectormanager Sector Sociale Zekerheid overleg over de uitvoering van de WWB c.a.

  • b.

    Voorzitter en leden van de RvU alsook voorzitter en leden van VIB kunnen zowel gevraagd als ongevraagd bij de ambtelijk secretaris van het overleg onderwerpen voor de agenda aandragen.

Beleidsoverleg:

  • c.

    Twee vertegenwoordigers van de RvU voeren vier keer per jaar met de sectormanager Sector Samenleving of diens vertegenwoordiger overleg over strategische en tactische beleidszaken betreffende de WWB c.a.

  • d.

    Via de onder c genoemde vertegenwoordigers kunnen voorzitter en leden van de RvU zowel gevraagd als ongevraagd bij de ambtelijk secretaris van het overleg onderwerpen voor de agenda aandragen.

  • e.

    In aanvulling op het overleg genoemd onder c zullen ASM en PGM op het deelonderwerp “strategisch Minimabeleid” in voorkomende gevallen in de gelegenheid worden gesteld hun mening schriftelijk kenbaar te maken aan de sectormanager Sector Samenleving of diens vertegenwoordiger.

Bestuurlijk overleg:

  • f.

    Twee vertegenwoordigers van de RvU en twee vertegenwoordigers van VIB voeren met de verantwoordelijk wethouder twee keer per jaar overleg over bestuurlijk/strategische zaken betreffende de WWB c.a.

  • g.

    Via de onder f genoemde vertegenwoordigers kunnen voorzitter en leden van de RvU en voorzitter en leden van VIB zowel gevraagd als ongevraagd bij de ambtelijk secretaris van het overleg onderwerpen voor de agenda aandragen.

Artikel 4. Informatievoorziening

  • a.

    De sectormanager Sector Sociale Zekerheid en de sectormanager Sector Samenleving of diens vertegenwoordiger dragen ervoor zorg dat RvU en VIB tijdig de benodigde informatie ontvangen zodat een adequate deelname van deze organisaties of hun vertegenwoordigers in de in artikel 3 vermelde overleggen voldoende gewaarborgd is.

  • b.

    De sectormanager Sector Samenleving of diens vertegenwoordiger draagt ervoor zorg dat ASM en PGM in voorkomende gevallen tijdig de benodigde informatie ontvangen zodat deze hun mening als bedoeld in artikel 3 onder e op een adequate schriftelijke wijze kenbaar kunnen maken.

Artikel 5. Nadere regels

Het college stelt in een apart besluit nadere regels betreffende de grondslag van de RvU. Daarbij zal het in ieder geval gaan om de doelstelling van de RvU, het aantal leden, de zittingsduur van voorzitter en leden, de taken en bevoegdheden van de RvU, de subsidiëring en facilitering.

Artikel 6. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2009.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Maastricht 2009”