Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening Geld voor de Buurten

Geldend van 16-11-2007 t/m 31-12-2008

Intitulé

VERORDENING GELD VOOR DE BUURTEN 2007.

Artikel 1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.Buurtplatform:

een door Burgemeester en Wethouders erkende organisatie van buurtbewoners, werkzaam met betrekking tot de uitvoering en of begeleiding van projecten op het gebied van de sociale infrastructuur van de buurt, de verbetering van de leefbaarheid en de kwaliteit van wonen en woonomgeving, de betrokkenheid van bewoners bij de buurt, veiligheid en een verbetering van het imago van de buurt.

b.Buurt-, en stadsdeelindeling:

indeling van de gemeente in buurten en stadsdelen, zoals vastgesteld c.q. vast te stellen door de gemeenteraad (Borgharen en Itteren hebben een uitzonderingspositie zie artikel 3).

c.Subsidieplafond:

het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening.

Artikel 2.

  • 1.

    Subsidies op grond van deze verordening worden slechts toegekend aan de buurtplatforms die een rechtspersoon zijn.

  • 2.

    Bij de beslissing omtrent de erkenning van een buurtplatform toetsen burgemeester en wethouders aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Per buurt wordt slechts één buurtplatform erkend;

    • b.

      Het doel, de functie, de werkwijze en de verantwoording dient te blijken uit een door het buurtplatform opgesteld statuut c.q. reglement;

    • c.

      Het buurtplatform dient een legitieme gesprekspartner van het gemeentebestuur te zijn ten aanzien van thema's en gemeentelijke beleidsvoornemens die de buurt betreffen;

    • d.

      De financiële administratie van het buurtplatform dient zodanig te zijn ingericht dat een duidelijk inzicht kan worden verkregen in de besteding van de subsidiegelden.

  • 3.

    Erkenning vindt plaats door middel van een vermelding in de eerste beschikking na inwerkingtreding van deze verordening. Hiervoor dient de eerste aanvraag voorzien te zijn van de noodzakelijke stukken (zie artikel 5). Dit mag gezien worden als een besluit conform Awb.

Artikel 3.

  • 1.

    De subsidie voor het buurtplatform wordt onderscheiden in:

    • a.

      subsidie in de organisatiekosten;

    • b.

      subsidie in de activiteitenkosten.

  • 2.

    De buurtplatforms van Borgharen en Itteren komen uitsluitend in aanmerking voor de organisatiekosten onder deze verordening. Voor wat betreft de activiteitenkosten doen zij een beroep doen op het budget voor de zogenaamde kleine kernen.

  • 3.

    De organisatiekosten:

    • a.

      Onder organisatiekosten worden verstaan: automatisering, telefoon, porto, lidmaatschappen, verzekeringen, werkgroepen/verenigingen/commissies, huur, vergaderkosten, jaarlijkse borrel, scholing en cursussen, representatie, aanschaf duurzame materialen;

    • b.

      Een buurtplatform kan jaarlijks een begroting voor organisatiekosten indienen tot een maximum van € 3.500,= per buurt of samenwerkingsverband van buurten, ongeacht het aantal verenigingen en/of commissies per buurt. Hierbij wordt uitgegaan van de buurt- en stadsdeelindeling;

    • c.

      Maximaal 5% van het toegekende bedrag voor organisatiekosten mag opgenomen worden in de post onvoorzien;

    • d.

      Werkgroepen, verenigingen en commissies die financieel ondersteund worden door derden kunnen geen aanspraak op genoemde organisatiekosten.

  • 4.

    De activiteitenkosten:

    • a.

      De activiteiten moeten leiden tot een vergroting van de leefbaarheid in buurten of een versterking van de betrokkenheid van buurtbewoners bij de buurt;

    • b.

      Het budget kan ingezet worden voor activiteiten op het gebied van:

      • -

        de sociale infrastructuur (waar onder in ieder geval: buurtactiviteiten, verenigingsleven, versterking sociale samenhang op buurt-, straat-, complexniveau);

      • -

        veiligheid;

      • -

        de kwaliteit van de woonomgeving;

      • -

        buurtinformatieverstrekking (waar onder in ieder geval buurtbladen en webpagina’s);

      • -

        verbetering van imago van de buurt.

    • c.

      De activiteiten mogen niet strijdig zijn met de inhoud van de buurtagenda’s en bestaande beleidsuitgangspunten;

    • d.

      Het buurtplatform moet aannemelijk kunnen maken dat de voorstellen gedragen worden door en ten goede komen aan de buurt;

    • e.

      Onder activiteitenkosten wordt niet verstaan structurele activiteiten uitgevoerd door professionele instellingen;

    • f.

      Kosten voortvloeiend uit activiteiten van professionele instellingen die anderszins gefinancierd worden vallen niet onder deze regeling.

  • 4.

    De volgende voorwaarden bij de subsidie zijn van kracht:

    • a.

      Aanvragen uit de buurt dienen ingediend te worden via het buurtplatform;

    • b.

      De activiteitenkosten vormen de financiële vertaling van een inhoudelijk plan;

    • c.

      Per stadsdeel is een bepaald budget beschikbaar;

    • d.

      Jaarlijks worden subsidieplafonds door de gemeente per buurt ingesteld;

    • e.

      Het subsidieplafond heeft betrekking op het totaal van de organisatiekosten en activiteitenkosten;

    • f.

      Eventuele restbedragen worden in de tweede tranche aanvragen gewogen aan de hand van de zwaarte van de buurtproblematiek;

    • g.

      Aanvragen worden in samenwerking met de woningcorporaties beoordeeld.

Artikel 4.

  • 1.

    De subsidie voor de buurtplatforms wordt door burgemeester en wethouders als volgt verleend:

    • a.

      voor organisatiekosten als bedoeld in artikel 3, lid 2, op basis van de aanvraag, maximaal € 3.500,- per jaar;

    • b.

      voor activiteitenkosten als bedoeld in artikel 3, lid 3, op basis van het bij de aanvraag overgelegde activiteitenplan voorzien van een begroting;

    • c.

      Jaarlijks worden de subsidieplafonds per buurt en per stadsdeel vastgesteld.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders kennen de subsidie slechts toe voor zover het budget dit toelaat. Jaarlijks worden hiervoor de subsidieplafonds per buurt en per stadsdeel vastgesteld

Artikel 5.

Een aanvraag om subsidie op grond van deze verordening moet worden ingediend bij burgemeester en wethouders, waarbij de navolgende bepalingen in acht dienen te worden genomen:

  • a.

    de aanvraag moet worden ingediend voor 15 november van het jaar dat voorafgaat aan het betreffende subsidiejaar. Het betreft hier een activiteitenplan voor een jaar en de organisatiekosten voor een jaar. Een aanvullende aanvraag voor eventuele extra activiteiten lopende het jaar moet uiterlijk 1 juli van het lopende jaar ingediend zijn;

  • b.

    bij de aanvraag moet worden toegevoegd:

    • 1.

      bij de eerste aanvraag een kopie van het gewaarmerkt (door de notaris als zodanig aangemerkt) statuut en/of het reglement van de buurtplatform;

    • 2.

      bij iedere jaarlijkse aanvraag:

  • a.

    alle andere stukken welke voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn;

  • b.

    indien sprake is van een vereniging een ledenlijst van het voorgaande jaar;

  • c.

    een actuele lijst van naam en adressen van het dagelijks bestuur.

Artikel 6.

  • 1.

    Ter definitieve vaststelling van de subsidie dient door de verkrijger van de subsidie uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het betreffende subsidiejaar aan burgemeester en wethouders de navolgende bescheiden te worden overgelegd:

    • a.

      de door het bestuur van het buurtplatform voor akkoord getekende balans en rekening van inkomsten en uitgaven over dat jaar, voorzien van een duidelijke toelichting op die jaarstukken;

    • b.

      ingeval het subsidie mede betreft activiteitenkosten als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub b, het verslag waarin een vergelijking is gemaakt van beoogde en feitelijke gerealiseerde activiteiten/doelen over dat jaar;

    • c.

      alle andere financiële verantwoordingsstukken welke noodzakelijk zijn bij de beoordeling van de definitieve subsidie.

  • 2.

    Indien bij de afrekening de feitelijk uitgevoerde activiteiten niet overeenkomen met het vastgestelde activiteitenplan, kan de subsidie lager worden vastgesteld.

Artikel 7.

De buurtplatforms aan wie op grond van deze verordening subsidie is toegekend dienen mee te werken aan door of namens burgemeester en wethouders in te stellen onderzoeken, die zijn gericht op het verkrijgen van gegevens voor het beleid met betrekking tot deze verordening van de gemeente.

Artikel 8.

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 9.

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als de "verordening Geld voor de Buurten 2007”.

  • 2.

    Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2007. 2007 geldt als overgangsjaar voor deze Verordening en de toegekende aanvragen worden in overleg met de corporaties en de stadsdeelwethouders vastgesteld.