Regeling vervallen per 13-12-2011

Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht 1999

Geldend van 30-06-2001 t/m 12-12-2011

Intitulé

Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht 1999

TELECOMMUNICATIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 1999

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: Telecommunicatiewet;

b. openbaar telecommunicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder g, van de wet;

c. omroepnetwerk: omroepnetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder o, van de wet;

d. kabels: kabels, genoemd in artikel 1.1, onder r, van de wet;

e. openbare gronden: openbare wegen en wateren, als genoemd in artikel 1.1, onder s, van de wet;

f. aanbieder: aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk;

g. werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en op openbare gronden;

h. gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

i. college: college van burgemeester en wethouders;

j. melding: melding als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder a, van de wet;

k. instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, aanhef en onder b, van de wet.

Artikel 2 Tijdstip van melding van voorgenomen werkzaamheden

Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt in ieder geval acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college.

Artikel 3 Melding werkzaamheden

1. Voor de melding maakt de aanbieder gebruik van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

2. Bij de melding verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

a. De door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie.

b. Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

c. Naam, adres en telefoonnummer van degene die de kabel in eigendom heeft, degene die de kabel beheert en degene die de kabel exploiteert.

d. Een opgave van de soort kabel en het beoogde gebruik.

e. Welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden.

f. Een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

- een opgave van het gewenste tracé, ingetekend op de Grootschalige Basis Kaart Nederland (GBKN), Schaal 1: 500 of 1: 1000, met daarop aangegeven een doorsnede van de te graven sleuf met zowel de bestaande alsmede de nieuw te leggen kabels;

- een opgave van bestaande kabels en leidingen van derden binnen de afstand van 1m aan weerszijden van de te graven sleuf;

- een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

- een omschrijving van eventuele opbrekingen;

- de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

- de lengte en breedte van de kabelsleuf;

- een opgave van straatmeubilair, verkeersborden, bomen e.d. ter plaatse van de werkzaamheden en de situering daarvan;

- de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

- het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

- naam, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van de contactpersoon ten tijde van de uitvoering.

3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

4. Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen bij instemming

1. Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

a. openbare orde;

b. het voorkomen of beperken van schade of overlast;

c. de bruikbaarheid van de openbare gronden;

d. het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

e. het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

f. de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

g. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

h. de bescherming van groenvoorzieningen.

2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten, leidingtunnels en geleidingen, en een zekerheidstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

3. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de vigerende regeling van kabelwerken in de openbare ruimte in de gemeente Maastricht.

Artikel 5 Schadevergoeding

1. De vergoeding van beheer- en degeneratiekosten inzake straatwerk, bedoeld in artikel 5.4 van de wet geschiedt overeenkomstig de regeling zoals deze tot stand is gekomen en geldt tussen de VNG en KPN Telecom.

2. Het college stelt de grondslag vast voor de berekening van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde schadevergoeding.

Artikel 6 Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

Artikel 7 Melding wijziging

De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer in dienst staat van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 8 Revisietekeningen

De aanbieder dient om niet op eerste aanvraag van of namens het college de meest actuele revisiegegevens digitaal aan de gemeente Maastricht ter beschikking te stellen.

Artikel 9 Aanvraag voor een ander dan openbaar netwerk

1. Aanvragen voor het aanleggen van een ander netwerk dan een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk, worden geweigerd.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders op een aanvraag een instemmingsbesluit verlenen voor de aanleg van een ander netwerk dan een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk, indien krachtens een door de aanvrager bij de aanvraag over te leggen overeenkomst tussen de aanvrager en een aanbieder:

a. het netwerk wordt aangelegd en onderhouden door een aanbieder, en

b. de leidingen op de beheertekeningen van deze aanbieder worden/zijn geregistreerd.

3. Indien de overeenkomst als bedoeld in het tweede lid wordt beëindigd kan het netwerk door of vanwege de gemeente worden verwijderd. Met het oog hierop betaalt de aanvrager bij de aanvraag een verwijderingsbijdrage aan de gemeente overeenkomstig een in de legesverordening vastgesteld tarief.

4. Het overige in deze verordening bepaalde is van overeenkomstige toepassing op netwerken die met toepassing van het tweede lid worden aangelegd.

5. Het bepaalde in artikel 5.7 van de wet is van overeenkomstige toepassing op netwerken die met toepassing van het tweede lid worden aangelegd.@

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking van de eerste dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht 1999” .

Tarieventabel Legesverordening t.b.v. Telecommunicatiewet

Tarieventabel Telecommunicatieverordening 1999