Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening Winkeltijden Maastricht 2013

Geldend van 26-03-2013 t/m 31-12-2015

Intitulé

VERORDENING WINKELTIJDEN MAASTRICHT 2013

Artikel 1 Begripsbepalingen.

  • 1.  Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a.  De wet: de Winkeltijdenwet (wet van 21 maart 1996 en zoals nadien gewijzigd);

    b.  Zondagswet: wet houdende nadere voorschriften ter wegneming van beletselen voor de viering van en ter verzekering van de openbare rust op de Zondag en enige Christelijke feestdagen;

    c.  zondagen: iedere kalenderzondag alsook een feestdag die op zondag valt;

    d.  feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

    e.  Ondernemersvereniging (of winkeliersvereniging): een officieel geregistreerd en conform statuten opererend orgaan welke de belangen van de aangesloten ondernemers behartigt;

    f.  Avondwinkel: een winkel die iedere werkdag van 06.00 tot 22.00 uur onbeperkt geopend mag zijn en waarvoor onder voorwaarden een ontheffing kan worden verleend op werkdagen van 22.00 tot 06.00 uur, op zaterdag van 22.00 tot 24.00 uur en op zondag vanaf 16.00 (zie hiertoe artikel 6.);

    g.  Bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard: een incidentele -niet repeterende- gebeurtenis in een uitzonderlijke situatie ten behoeve van een individuele ondernemer (zie hiertoe artikel 8.);

    h.  Beurs: manifestatie waarbij vertegenwoordigers hun producten tentoonstellen, presenteren en/of demonstreren, promoten en verkopen en waarbij het publiek zich een representatief beeld moet kunnen vormen van de soort en/of soorten goederen die op de markt verkrijgbaar zijn. Voor de toegang tot de beurs wordt -in de regel- entree geheven c.q. door middel van uitnodiging toegang verschaft.

    Consumenten kunnen door het grote aanbod van goederen/ producten zich oriënteren, ideeën opdoen en voorlichting krijgen. In ieder geval wordt als beurs aangemerkt een huishoudbeurs, tweedehands-beurs (boeken- en PC beurs), vakantiepresentaties, shows (bruidshows, oldtimershows, dierenshows ed.), tentoonstellingen, product- en activiteiten- en sport demonstraties, presentaties van goederen en diensten, waarbij tevens verkoop in directe aanraking met particulieren is toegestaan.

    i.  Een beurs betreft in ieder geval niet de warenmarkten zoals in artikel 160 lid 1, sub h van de gemeentewet, juncto artikel 2, lid 1, van de Verordening Warenmarkten 1998 bedoeld en zoals nadien gewijzigd;

    j.  Het centrum is het gebied dat begrensd wordt door de singels, de spoorlijn en de Heugemerweg. Dat houdt in: de winkelgebieden in de binnenstad, Wyck, Jekerkwartier, Boschstraatkwartier, Statenkwartier, Kommelkwartier, Sint Maartenspoort en Céramique.

    2.  Waar in deze verordening wordt gesproken van een ontheffing wordt daaronder tevens begrepen een vrijstelling zoals bedoeld in de wet.

    3.  Deze verordening ziet slechts op detailhandel, verkoop in directe aanraking met particulieren. Verkoop in directe aanraking met particulieren is toegestaan op locaties die zijn aangewezen voor detailhandel.

    Artikel 2.  Indiening- en beslistermijn.

    1. Een aanvraag tot ontheffing van artikel 2 van de wet dient te worden ingediend bij burgemeester en wethouders van Maastricht. Bij het indienen van een aanvraag wordt de hierna genoemde tijdsspanne tussen aanvraag en tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, in achtgenomen:

    a. 4 kalenderweken: voor een individuele ondernemer bij incidentele nachtverkoop.

    b. 12 kalenderweken voor een individuele ondernemer die voornemens is een avondwinkel te gaan exploiteren.

    2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is en 12 weken bij een ontheffing avondwinkel.

    3. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

    Artikel 3.  Overdracht van de ontheffing.

     

    1.  Een ontheffing verleend op grond van deze verordening is slechts overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

    2.  In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

     

    Artikel 4.  Intrekken en/of wijzigen van een ontheffing.

     

    Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

    a.  ter verkrijging daarvan onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    b.  op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

    c.  het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid en/of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

    d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen.

    e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

    f.  de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt;

     

    Artikel 5.  Zon- en feestdagen.

     

    1.  Van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet wordt met deze Verordening een gemeentebrede ontheffing verleend op zon- en feestdagen tussen 12.00 en 18.00 uur.

    2.  Geen ontheffing van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden wordt verleend voor navolgende feestdagen:

    -  Nieuwjaarsdag;

    -  eerste Paasdag;

    -  eerste Pinksterdag;

    -  eerste Kerstdag;

    -  tweede Kerstdag;

    En ten aanzien van het centrum tevens voor:

    -  de zondagen waarop de Heiligdomsvaart plaatsvindt

    -  de zondagen waarop de Reuzenstoet plaatsvindt

    -  de zondagen waarop carnaval gevierd wordt

    3.  Op dagen waarop de Stadsprocessie of de Sacramentsprocessie van de Onze Lieve Vrouweparochie plaatsvindt, is de ontheffing zoals bedoeld in lid 1 in het centrum niet van toepassing tussen 12.00 en 18.00 uur, maar tussen 13.00 en 18.00 uur.

    4. Op zon- en feestdagen mogen braderieën, mits uit een schriftelijke verklaring van het desbetreffende genootschap cq kerk blijkt dat deze activiteiten geen overlast veroorzaken voor religieuze activiteiten, reeds om 10.00 uur aanvangen. De winkelopenstelling –van reguliere detailhandel- op deze zon- en feestdagen bij braderieën of rommelmarkten blijft onverminderd gesteld tussen 12.00 en 18.00 uur.

    5.  Het MECC mag geopend zijn van 10.00 tot 20.00 uur indien het College van B&W ontheffing verleent t.b.v. beurs(en).

    6.  Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat het bepaalde in lid 1 in bepaalde gevallen en/of locaties, bij negatieve invloed op woon- en leefomgeving en/of openbare orde en veiligheid, niet van toepassing is, danwel dat er aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

     

    Artikel 6.  Openstelling van avondwinkels.

     

    1.  Burgemeester en wethouders kunnen voor ten hoogste vier avondwinkels ontheffing verlenen.

    2.a  De winkel dient gesloten te zijn tussen zaterdag 24.00 uur en zondag 12.00 uur om de zondagsrust te waarborgen;

    b in de winkel dienen aantoonbaar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet. In de avondwinkel mag geen gelegenheid tot nuttigen ter plaatse worden gegeven.

    3.  Tevens kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag en onder voorwaarden ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover het betreft werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (op zaterdagen tot 24.00 uur) en zondagen vanaf 16.00 uur.

    4.  De ontheffing van een avondwinkel wordt uitsluitend verleend aan nachtwinkels die minimaal 4 avonden in de week tot 24.00 uur open te zijn of zoveel langer als door B&W besloten wordt.

    5.  Verzoeken om ontheffing van de wet in het kader van de vestiging van avondwinkels worden- nadat is vastgesteld dat er geen andere wettelijke beletselen zijn beoordeeld op de mate waarin de openstelling van een avondwinkel een negatieve invloed kan hebben op de woon- en leefsituatie en/of de openbare orde en veiligheid van de omgeving van de winkel.

    6.  Artikel 5 lid 2 van deze Verordening zijn van overeenkomstige toepassing.

    7.  Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

    8.  De ontheffing als bedoeld in het eerste en vierde lid, kan worden geweigerd indien een of meer van de navolgende omstandigheden zich in de omgeving van de winkel voordoen of naar verwachting zullen gaan voordoen:

     

    a.  WEIGERINGSGRONDEN M.B.T. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID:

    a1.  De omgeving van de winkel kan getypeerd worden als een probleemlocatie, door drugsgebruik, drugshandel, ordeverstoringen en criminaliteit;

    a2. De winkel waarvoor ontheffing wordt gevraagd zal naar redelijke verwachting een aanzuigende werking hebben op overlast veroorzakende groepen, zoals drugsgebruikers en – handelaren, uitgaande jongeren en/of alcoholisten;

    a3.  De winkel wordt beoogd gevestigd te worden in een gebied waarin ten tijde van het sluitingsuur(uren) van de Horeca een verhoogd risico aanwezig is op vechtpartijen en andere vormen van ernstige overlast;

    a4.  De in de winkel toegestane verkoop van lichtalcoholische dranken vormt een gezondheidsrisico voor de in de omgeving uitgaande jeugd;

    a5.  De verkeersaantrekkende werking van de winkel zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor nabijgelegen panden;

    a6. Er bestaat een reëel veiligheidsrisico voor klanten en/of personeel, waartegen redelijkerwijs onvoldoende maatregelen kunnen worden genomen;

    a7. De winkel ligt op een locatie welke in de nachtelijke uren een gemakkelijk doelwit is voor overvallen.

     

    b.  WEIGERINGSGRONDEN M.B.T. WOON- EN LEEFSITUATIE

    b.1  De winkel ligt in een gebied waarin de directe omgeving voornamelijk sprake is van een woonfunctie;

    b.2  De verkeersaantrekkende werking van de winkel zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor de naburige panden;

    b.3. Het gebruik van parkeerplaatsen bij winkelbezoek veroorzaakt in de directe omgeving van de winkel overlast of parkeerproblematiek voor reguliere gebruikers/ bewoners in de omgeving;

    b.4. De mogelijkheid van het ontstaan van hinder door overlast veroorzakende groepen jongeren in de directe omgeving van de winkel wordt beoordeeld als een reëel risico.

     

    9.  Alvorens te beslissen op de aanvraag zal de Regiopolitie Limburg-zuid gehoord worden.

    10.  Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, die onder meer betrekking hebben op:

    -  de verlichting, reclameaanduidingen, muziek- en geluidsinstallaties en andere voorwerpen welke geluidshinder kunnen opleveren;

    -  de aan- en afvoer van goederen en emballage;

    -  het gebruik van winkelwagens;

    -  de parkeer- en stallinggelegenheid en de bereikbaarheid van de winkel;

    -  maatregelen ter voorkoming van overlast en/of aantasting van het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde en veiligheid.

    Ten aanzien van werkdagen geldt voor avondwinkels de hoofdregel van de wet (artikel 9) dat ze tussen 06.00 uur en 22.00 uur onbeperkt open mogen zijn.

     

    Artikel 7.  Incidentele nachtverkoop door individuele ondernemers.

     

    1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag en onder voorwaarden ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover zij betrekking hebben op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur, op zaterdag tot 24.00 uur.

    2.  Er moet sprake zijn van een incidentele en uitzonderlijke omstandigheid, waarbij een

    gespecificeerd artikel ter verkoop wordt aangeboden. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat een deel van de winkel voor publiek moet worden afgesloten.

    3.  De ontheffing kan worden geweigerd indien er sprake is van één of meer van de in artikel 6, lid 8 van deze verordening aangehaalde weigeringsgronden in het kader van aantasting woon- en leefomgeving en/ of openbare orde en veiligheid.

    4.  Alvorens te beslissen op de aanvraag zal de Regiopolitie Limburg-zuid en de gemeentelijke discipline integrale veiligheid gehoord worden.

    5.  Burgemeester en wethouders bepalen de openingstijden na 22.00 uur.

    6.  Een gecertificeerd beveiligingsbedrijf dient tijdens de nachtelijke openstelling aanwezig te zijn.

    7.  Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

     

    Artikel 8.  Verbod (straat)verkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen.

     

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat vrijstellingen genoemd in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet gelden voor de gehele gemeente of voor één of meerder delen van de gemeente.

     

    Artikel 9.  In werking treden.

     

    Deze verordening treedt onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Winkeltijden Maastricht 2009, in werking op de dag, volgende op die van haar bekendmaking.

     

    Artikel 10.  Overgangsregeling.

     

    Ontheffingen en vrijstellingen verleend op grond van de Verordening Winkeltijden Maastricht 2009 worden geacht ontheffingen en vrijstellingen te zijn, in gevolge de Verordening Winkeltijden Maastricht 2013.

     

    Artikel 11.  Citeertitel.

     

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Winkeltijden Maastricht 2013”.