Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de fractieondersteuning 2009

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

VERORDENING OP DE FRACTIEONDERSTEUNING 2009

Artikel 1

  • 1.

    De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 7.176,09 ( 2008 ) per jaar voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 2.788,43 (2008 ) per raadslid. De bijdragen worden elk jaar aangepast aan de CAO-afspraken gemeentepersoneel.

  • 3.

    De fracties dienen een afzonderlijke ten name van de fractie staande bankrekening ten behoeve van de fractieondersteuning te gebruiken

Artikel 2

  • 1.

    Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken waarbij onder volksvertegenwoordigende rol uitdrukkelijk ook begrepen is communicatie via media;

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften, m.u.v. kleine, in de representatieve sfeer gebruikelijke, cadeaus ter waarde van maximaal € 50;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden m.u.v. de bekostiging van de politieke scholing die politieke partijen aanbieden.

Artikel 3

  • 1.

    Het vaste deel van de bijdrage voor fractieondersteuning wordt vóór 31 januari van een kalenderjaar als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt. Het bedrag per fractielid wordt in 3 termijnen respectievelijk vóór 1 mei, 1 juli en 1 oktober als voorschot uitbetaald.

  • 2.

    In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar conform de termijnen als voornoemd in lid 1.

  • 3.

    Indien in enig jaar voor een bepaald bedrag bestedingen hebben plaatsgevonden die niet in overeenstemming zijn met deze verordening, dient de fractie ervoor zorg te dragen dat het banktegoed van de fractie met dit bedrag wordt aangevuld.

  • 4.

    Indien in enig jaar bestedingen hebben plaatsgevonden die niet in overeenstemming zijn met deze verordening, wordt de bevoorschotting in de daarop volgende kwartalen voor het bedrag van de onrechtmatige besteding bevroren tot dat dit bedrag op het banktegoed van de fractie is aangezuiverd. De accountant bericht de raad over het moment dat aanzuivering heeft plaatsgevonden.

Artikel 4

  • 1.

    Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;b. bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2.

    Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 1, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3.

    Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 5

  • 1.

    De fractie reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2.

    De reserve is niet groter dan de bijdrage die de fractie in de twee voorafgaande kalenderjaren toekwam ingevolge artikel 1, lid 2.

  • 3.

    Als in enig jaar de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere en dient het meerdere terstond aan de gemeente te worden teruggestort.

  • 4.

    De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5.

    Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere en dient het meerdere terstond aan de gemeente te worden teruggestort.

  • 6.

    Keert de fractie niet terug na de verkiezingen dan wel er naar het oordeel van de raad geen fractie is die als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd, vervalt het recht op de reserve en dient die terstond aan de gemeente te worden teruggestort.

  • 7.

    Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorafgaande 2 kalenderjaren toekwam ingevolge artikel 1, lid 2.

Artikel 6

  • 1.

    Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2.

    Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 3.

    De raad stelt binnen één jaar na het einde van het kalenderjaar, na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      het saldo van de in art. 1 lid 3 genoemde bankrekening op 31 december van het verantwoordingsjaar

    • e.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten;

  • 4.

    Indien niet aan lid 1 of lid 3 jo art 3 lid 4 wordt voldaan, wordt de bevoorschotting in de daarop volgende kwartalen bevroren.

Artikel 7

  • 1.

    deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010;

  • 2.

    de verordening op de fractieondersteuning 2004 wordt met ingang van 1 januari 2010 ingetrokken.