Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving Maastricht

Geldend van 01-05-1996 t/m heden

Intitulé

Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving Maastricht

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT.

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 5 maart 1996, Dienst SOG, no. 96-5462;

gehoord de commissie "Algemene Zaken";

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING VOOR DE COMMISSIE STRAATNAAMGEVING MAASTRICHT

Artikel 1 De Commissie

Er is een commissie, die adviseert aan het college van burgemeester en wethouders inzake de straatnaamgeving, hierna te noemen de Commissie.

Artikel 2 Taak

  • 1.

    De Commissie brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het College van Burgemeester en Wethouders over:

    • a.

      de verdeling van de gemeente Maastricht in wijken, buurten en bestemmingsplannen, al dan niet op basis van bouwblokken en doet voorstellen met betrekking tot de naamgeving ervan en

    • b.

      het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke bouwwerken;

    • c.

      de naamgeving van wegen en paden in het buitengebied en de periodieke controle van de wegenlegger.

  • 2.

    Voorts heeft de Commissie tot taak om het straatnamenregister actueel te houden.

Artikel 3 Samenstelling en lidmaatschap

  • 1.

    De Commissie bestaat uit maximaal 7 deskundigen met een aardrijkskundige, cultuurhistorische, culturele, archeologische, geschiedkundige en/of stedebouwkundige achtergrond.

  • 2.

    De leden worden door het College van Burgemeester en Wethouders benoemd.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1.

    Het Hoofd van de Afdeling Bouwen en Wonen van de Dienst Stadsontwikkeling en Grondzaken is voorzitter van de Commissie.

  • 2.

    De Commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter heeft in de Commissie stemrecht.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De Directeur van de Dienst Stadsontwikkeling en Grondzaken wijst de secretaris en de plaatsvervangend secretaris van de Commissie aan.

  • 2.

    De secretaris is lid van de Commissie.

  • 3.

    De secretaris dient de Commissie desgevraagd van advies.

Artikel 6 Tekenen van stukken

  • 1.

    De stukken van de Commissie worden ondertekend door de voorzitter.

  • 2.

    De stukken van procedurele aard worden door de secretaris ondertekend. De voorzitter kan de secretaris machtigen bepaalde stukken namens hem te ondertekenen.

Artikel 7 Deskundigen

De voorzitter is, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de Commissie, bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de Commissie.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    De commissie komt bijeen:

    • a.

      wanneer de voorzitter het nodig acht; of

    • b.

      op verzoek van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering onder opgaaf van de punten, die zullen worden behandeld. De agenda en vergaderstukken worden een week voor de vergadering aan de leden toegezonden. De commissie werkt zoveel mogelijk op basis van een vergaderschema.

  • 3.

    De commissie vergadert slechts als tenminste 3 leden, waaronder de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter aanwezig zijn. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegd de voorzitter binnen een week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4.

    Besluiten van de Commissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 5.

    Het advies van de Commissie aan het college van burgemeester en wethouders bevat voor zover relevant de zienswijze van de leden van de Commissie.

Artikel 9 Beoordelingscriteria

  • 1.

    Het doen van voorstellen met betrekking tot de straatnaamgeving geschiedt aan de hand van de navolgende criteria:

    • a.

      een bestaande straatnaam mag alleen in geval van noodzaak worden gewijzigd;

    • b.

      straatnamen moeten zoveel mogelijk in categorieën per buurt bij elkaar horen. Deze samenhang kan worden versterkt door een uniform pre of suffix;

    • c.

      bij voorkeur moet aansluiting worden gezocht bij (bestaande) historische, kadastrale en volksbenamingen;

    • d.

      samengestelde, te lange, moeilijk uitspreekbare en moeilijk schrijfbare namen moeten worden vermeden;

    • e.

      er moet geen gevaar zijn voor verwarring met bestaande straatnamen in zowel Maastricht als in de aangrenzende gemeenten.

    • f.

      de straatnaam moet niet gemakkelijk te verbasteren zijn.

    • g.

      persoonsnamen moeten in beginsel worden vermeden. Worden voorstellen gedaan om wel persoonsnamen te geven dan dient een hele buurt uit dezelfde categorie personen afkomstig te zijn en dienen de betrokken personen te zijn overleden. Voorkeur gaat daarbij uit naar personen uit de eigen stad of streek.

  • 2.

    De bronnen voor de straatnaamgeving dienen te zijn:

    geschiedenis, folklore, toponomie, handel, nijverheid, literatuur, kunst en wetenschap en op de eerste plaats uit de eigen stad en streek.

Artikel 10 Slotbepalingen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter van de commissie.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening voor de Commissie Straatnaamgeving Maastricht 1996".

  • 2.

    De verordening treedt in werking op een nader door het college van Burgemeester en Wethouders te bepalen datum.

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 2 april 1996.

de secretaris,

Mr. Dr. A. Lutters,

De voorzitter,

Mr. Ph. Houben