Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 6 oktober 2015, organisatieonderdeel BCC-Concernzaken, no. 2015.33715;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

Verordening op de heffing en de invordering van legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016

(Legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)-de dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)-de dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    Wabo: Wet algemene bepaling omgevingsrecht.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieven tabel.

Artikel 3 Belastplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. Leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

  • 2. Leges worden niet geheven voor de raadpleging van kadastrale stukken als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel ten behoeve van de rijks-, provinciale- of gemeentedienst of van een waterschap.

    Op aanvraag -uiterlijk 3 maanden na aanvangsdatum evenement- worden leges vrijgesteld voor een vergunning betreffende APV 5.9.2, artikel 35 DHW, ontheffing geluidshinderverordening, Kamperen buiten kampeercentrum (4.5.2. APV), verklaring van geen bezwaar (ingevolge 2.1.4.1 APV / art. 148 Wegenverkeerswet), vergunning loopwedstrijd / wielerwedstrijd (2.1.4.1. APV) en kennisgeving evenement,

  • 3. Voor evenementen georganiseerd door stichtingen en verenigingen (tevens Buurtkaders) waarvan de opbrengsten aangewend worden om de continuïteit van de eigen activiteiten te waarborgen. Enkel verenigingen en stichtingen waarvan uit de statuten de sociale, pedagogische, sportieve, charitatieve, educatieve en/of culturele doelstelling blijkt, komen in aanmerking voor deze vrijstelling. Verenigingen en stichtingen (Buurtkaders) met een commercieel doel in de statuten worden uitgesloten van de vrijstelling. De aanvrager van het evenement dient op het aanvraagformulier aan te geven dat de organisatie en het evenement voldoen aan bovengestelde voorwaarden.

  • 4. Op aanvraag -uiterlijk drie maanden na aanvangsdatum evenement- worden leges naar rato van dat deel van de opbrengst van het evenement dat naar een goed doel gaat, vrijgesteld voor een vergunning betreffende APV 5.9.2, artikel 35 DHW en ontheffing Geluidshinderverordening voor evenementen, georganiseerd door verenigingen en stichtingen (tevens Buurtkaders). Hiertoe dient voorafgaand aan het evenement een lijst van commerciële deelnemers te worden overlegd; een beschrijving van en een verklaring door de organisatie van het evenement waaruit blijkt dat de gehele of gedeeltelijke opbrengst naar de goede doelen zullen worden overgemaakt. De doelstelling van de statuten van de vereniging of stichting (buurtkader) moeten van sociaal, pedagogisch, sportief, charitatief en educatief culturele aard zijn. Verenigingen en stichtingen (Buurtkaders) met een commercieel doel in de statuten worden uitgesloten van de vrijstelling.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende

    tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt, met uitzondering van hoofdstuk 2, punt 2.1.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst kan worden verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De ”Legesverordening fysieke diensten Maastricht 2015” van 16 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 3 november 2015.
De Griffier,
J.Goossens.
De Voorzitter,
J.M. Penn-te Strake.

Tarieventabel Legesverordening fysieke diensten 2016

Behorende bij de “Legesverordening fysieke diensten Maastricht 2016”,

Hoofdstuk 1. Algemene plaatselijke verordening

Bedrag 2015 in €

Bedrag 2016 in €

1.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag op grond van artikel 2.2, lid 1, sub f van de Wabo tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.4.16 ten behoeve van het hebben van een alarminstallatie

26,62

26,89

1.2

Voor een (niet geheel) afwijzende of gedeeltelijke beschikking op een verzoekschrift of een beschikking waarvoor geen specifieke leges geduid is, tenzij deze beschikking uit andere hoofde tot betaling aan de gemeente aanleiding geeft.

38,79

39,18

1.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.5.1, lid 3 (verbod vuur te stoken) APV

59,13

59,72

Hoofdstuk 2. V&L Omgevingsvergunning (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht: WABO)

2.0

Algemeen

2.0.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze legesverordening. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.0.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid van de Wabo bedraagt het tarief:

-

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

-

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.1

bouwactiviteiten

2.1.1.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo (bouwen of verbouwen van een bouwwerk) bedraagt het tarief:

a.

indien de bouwkosten € 50.000 of minder bedragen, per € 500: € 18,10 (€ 17,92 in 2015) met dien verstande dat ten minste een bedrag van € 109,99 (€ 108,90 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO, dan wel van € 160,49 (€ 158,90 in 2015) ingeval van indiening anderszins in rekening wordt gebracht;

b.

indien de bouwkosten meer dan € 50.000 doch niet meer dan € 250.000 bedragen een bedrag van € 1.665,15 (€ 1.681,80 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO, dan wel van € 1.883,80 (€ 1.865,15 in 2015) ingeval van indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 17,20 (€ 17,03 in 2015) voor elke € 500 boven € 50.000;

c.

indien de bouwkosten meer dan € 250.000 doch niet meer dan € 500.000 bedragen een bedrag van € 8.306,96 (€ 8.224,71 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO, dan wel € 8.811,96 (€ 8.724,71 in 2015) ingeval van indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 16,38 (€ 16,22 in 2015) voor elke € 500 boven de € 250.000;

d.

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 doch niet meer dan € 1.000.000 bedragen een bedrag van € 16.124,03 (€ 15.964,39 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO dan wel € 17.134,03 (€ 16.964,39 in 2015) ingeval indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 15,66 (€ 15,50 in 2015) voor elke € 500 boven de € 500.000;

e.

indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 doch niet meer dan € 2.500.000 bedragen een bedrag van € 31.594,86 (€ 31.237,49 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO dan wel € 32.559,86 (€ 32.237,49 in 2015) ingeval van indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 15,03 (€ 14,88 in 2015) voor elke € 500 boven de € 1.000.000;

f.

indien de bouwkosten meer dan € 2.500.000 doch niet meer dan € 5.000.000 bedragen een bedrag van € 75.954,81 (€ 75.202,78 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO dan wel € 76.964,81 (€ 76.202,78 in 2015) ingeval van indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 14,48 (€ 14,34 in 2015) voor elke € 500 boven de € 2.500.000;

g.

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 doch niet meer dan € 10.000.000 bedragen een bedrag van € 147.288,09 (€ 145.829,79 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO dan wel € 148.298,09 (€ 146.829,79 in 2015) ingeval van indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 14,04 (€ 13,90 in 2015) voor elke € 500 boven de € 5.000.000;

h.

indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000 bedragen een bedrag van € 285.496,32 (€ 282.669,62 in 2015) ingeval van digitale indiening via het OLO dan wel € 286.506,32 (€ 283.669,62) ingeval van indiening anderszins, vermeerderd met een bedrag van € 13,77 (€ 13,63 in 2015) voor elke € 500 boven de € 10.000.000.

2.1.2

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een verleende omgevingsvergunning, het bouwwerk waarvoor vergunning is verleend nog niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.12 van de bouwverordening gereed is gemeld en nog niet in gebruik is genomen, wordt, voor zover van toepassing, het bedrag van de leges overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2.1.1 vastgesteld, met dien verstande dat als bouwkosten gelden de bouwkosten van het bouwplan waarop de aanvraag betrekking heeft verminderd met de bouwkosten van het bouwplan waarvoor vergunning is verleend.

Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat in feite van een nieuw bouwplan moet worden gesproken. Van een nieuw bouwplan is in ieder geval sprake indien de gevraagde omgevingsvergunning niet kan worden verleend dan nadat ontheffing is verleend van planologische bepalingen, of indien ter zake de bouwactiviteit tevens een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub f van de Wabo (monumenten).

2.1.3

Voor het ter zake de aanvraag om omgevingsvergunning inwinnen van een advies van de welstandscommissie of ambtelijke toetsing voor het onderdeel bouwactiviteiten en voor het onderdeel (onderhoud) monument en slopen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en / of f van de Wabo wordt het onder 2.0.2, 2.1.1.1 en 2.1.2 genoemde tarief verhoogd met:

a.

a.een bedrag van € 59,48 (€ 58,89 in 2015) indien de (bouw)kosten € 50.000 of minder bedragen;

b.

een bedrag van € 104.10 (€ 103,07 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 50.000 doch niet meer dan € 250.000 bedragen;

c.

een bedrag van € 182.17 (€ 180,37 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 250.000 doch niet meer dan € 500.000 bedragen;

d.

een bedrag van € 318,79 (€ 315,63 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 500.000 doch niet meer dan € 1.000.000,- bedragen;

e.

een bedrag van € 557,88 (€ 552,36 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 1.000.000 doch niet meer dan € 2.500.000,- bedragen;

f.

een bedrag van € 976,32 (€ 966,65 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 2.500.000 doch niet meer dan € 5.000.000,- bedragen;

g.

een bedrag van € 1.708,52 (€ 1.691,60 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 5.000.000 doch niet meer dan € 10.000.000,- bedragen;

h.

een bedrag van € 2.989,93 (€ 2.960,33 in 2015) indien de (bouw)kosten meer dan € 10.000.000 bedragen;

i.

Indien de commissie in haar advies tot uitdrukking brengt dat met betrekking tot het bouwplan aanvullende gegevens ter nadere advisering aan de commissie moeten worden voorgelegd, bedraagt het tarief voor het uitbrengen van dit nadere advies € 30,75 (€ 30,45 in 2015) met dien verstande dat het uitbrengen van dit nadere advies van de commissie ten hoogste eenmaal in rekening wordt gebracht.

2.1.4

Artikel 2.1.3 is niet van toepassing voor zover het bouwplan waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft al voor het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning voor advies aan de welstandscommissie of voor ambtelijke toetsing is voorgelegd en het bouwplan waarop de aanvraag om omgevingsvergunning betrekking heeft niet afwijkt van de aan de welstandscommissie of de toetsingsambtenaar voorgelegde bouwactiviteit.

2.1.5

Op verzoek van de aanvrager om omgevingsvergunning kan het bouwplan voor hernieuwd advies of hernieuwde toetsing worden voorgelegd aan de welstandscommissie, respectievelijk de toetsingsambtenaar. Het tarief voor het inwinnen van een hernieuwd advies of een hernieuwde ambtelijke toetsing wordt bepaald overeenkomstig artikel 2.1.3. Het tarief voor het inwinnen van een hernieuwd advies of een hernieuwde ambtelijke toetsing wordt bepaald overeenkomstig artikel 2.1.3. sub A T/M I.

2.1.6

Indien uit hoofde van enig voorschrift publicatie en/of ter visie legging nodig is, wordt voor het publiceren en ter visie leggen van een activiteit het in onder 2.1.1.1, 2.1.8, 2.5.1 of 2.5.2 genoemde tarief eenmalig verhoogd met € 115.10 (€ 113,96 in 2015).

2.1.7.1

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo (AFWIJKEN2.1.7.2 BESTEMMINGSPLAN) bedragen

a.

voor een bestemmingsplan, dat niet ouder is dan tien jaar na het rechtskracht verkrijgen daarvan of voor een bestemmingsplan waarvoor door de gemeenteraad een verlengingsbesluit is genomen op grond van art. 3.1 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening: € 183,49 (€ 181,67 in 2015).

b.

voor een bestemmingsplan, dat ouder is dan tien jaar na het rechtskracht verkrijgen daarvan: € 72,43 (€ 71,71 in 2015).

2.1.7.2

De leges voor het in behandeling nemen van een verzoek om planologische toets, om te beoordelen of het gebruik ten behoeve van woningsplitsing en/of kamerverhuur past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan, een bedrag van € 150,00 per locatie.

2.1.8

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub: c

a.

juncto art. 2.12, lid 1, sub a, onder 1 van de Wabo ( BEOORDELING binnenplanse afwijking) bedragen € 137,27 (€ 135,91 in 2014).

b.

juncto art. 2.12, lid 1, sub a, onder 2 van de Wabo (BEOORDELING buitenplanse afwijking) bedragen: € 274,55 (€ 271,83 in 2014).

c.

juncto art. 2.12, lid 1, sub a, onder 3 van de Wabo (BEOORDELING projectbesluit) bedragen: bouwkosten en/of aanlegkosten minder dan € 500.000: € 4.146,75 (€ 4.105,69 in 2015); bouwkosten en/of aanlegkosten vanaf € 500.000 tot € 2.000.000: € 5.812,74 (€ 5.755,19 in 2015); bouwkosten en/of aanlegkosten meer dan € 2.000.000: € 8.305,59 (€ 8.223,36 in 2015).

d.

juncto art. 2.12, lid 2 van de Wabo (tijdelijke afwijking), bedragen: € 274,54 (€ 271,82 in 2015).

2.1.9.

De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot beperkte herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, of voor het uitwerken dan wel wijzigen van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, sub a en b van de Wet ruimtelijke ordening ongeacht de aanwezigheid van een bouwactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning is vereist als bedoeld in 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo en er geen sprake is van het uitvoeren van een werk of werkzaamheden waarvoor een vergunning als bedoeld in art 2.1 lid 1 sub b van de Wabo (aanlegactiviteit) is vereist, bedragen:

a.

aanvraag herziening artikel 3.1 Wro:

(bouw)kosten minder dan € 500.000: € 7.305,76 (€ 7.233,43 in 2015)

(bouw)kosten vanaf € 500.000 tot € 2.000.000: € 8.971,80 (€ 8.882,97 in 2015)

(bouw)kosten meer dan € 2.000.000: € 11.464,62 (€ 11.351,11 in 2015)

b.

aanvraag uitwerking/wijziging artikel 3.6 lid 1 Wro;

(bouw)kosten minder dan € 500.000: € 4.343,97 (€ 4.300,96 in 2015)

(bouw)kosten vanaf € 500.000 tot € 2.000.000: € 5.454,64 (€5.400,63 in 2015)

(bouw)kosten meer dan € 2.000.000: € 6.446,71 (€ 6.382,88 in 2015)

2.1.10

vervallen

2.1.11

Onder bouwkosten/aanlegkosten wordt verstaan de kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning of bouwinitiatief/principeverzoek is aangevraagd dan wel verleend tot en met de oplevering van dat (bouw)werk, exclusief BTW, en worden berekend op basis van door de heffingsambtenaar vast te stellen dan wel vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per type bouwwerk.

2.1.12

2.1.12 De leges als bedoeld in de artikelen 2.0.2, 2.1.1.1, en 2.1.2 worden in rekening gebracht bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning.

Bij het verlenen dan wel het weigeren van de omgevingsvergunning worden de totale, ingevolge deze paragraaf in rekening te brengen leges bepaald en, na verrekening met het bedrag van de bij de aanvraag verschuldigde leges, in rekening gebracht.

2.1.13

2.1.13 Tenzij het college van burgemeester en wethouders binnen een termijn van 4 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen nadere gegevens met betrekking tot de aanvraag heeft opgevraagd zijn de leges als bedoeld in artikel 2.1.1.1, 2.0.2 en 2.1.2 verschuldigd met ingang van de dag gelegen 4 weken na de dag waarop de aanvraag om vergunning is ingediend.

Indien het college van burgemeester en wethouders binnen een termijn van 4 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, gebruik maakt van de mogelijkheid tot het opvragen van nadere gegevens met betrekking tot de aanvraag, zijn de leges als bedoeld in artikel 2.0.2, 2.1.1.1, en 2.1.2 verschuldigd met ingang van de dag gelegen 4 weken na de dag waarop deze nadere gegevens zijn gevraagd, tenzij het college van burgemeester en wethouders de aanvrager vóór afloop van de laatstgenoemde termijn niet ontvankelijk verklaart in zijn aanvraag.

De na verrekening als bedoeld in artikel 2.1.12 in rekening te brengen totale leges zijn verschuldigd zodra de gevraagde vergunning is verleend dan wel is geweigerd.

2.1.14

De leges moeten worden voldaan binnen 8 dagen na de dag waarop de leges ingevolge het bepaalde in artikel 2.1.13 zijn verschuldigd.

2.2

Bouwinitiatief/principeverzoek

2.2.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag bouwinitiatief/principeverzoek bedragen de leges 30% van het tarief als bedoeld in artikel 2.1.1.1. en of artikel 2.1.8, 2.6.1.1., 2.6.1.2, 2.6.1.3, 2.6.4 Indien binnen 26 weken na het verkrijgen van deze beoordeling een op basis van het ingediende bouwinitiatief/principeverzoek een aanvraag omgevingsvergunning wordt ingediend, wordt 50% van de op grond van dit artikel betaalde leges daarmee verrekend.

2.2.2

Indien voor de behandeling van het onder 2.2.1. genoemde verzoek een advies of, op verzoek van de aanvrager een hernieuwd advies, wordt gevraagd van de welstandscommissie wordt het onder 2.2.1 genoemde tarief verhoogd met een overeenkomstig artikel 2.1.3 vastgesteld bedrag.

2.2.3

Onder een bouwinitiatief/principeverzoek wordt verstaan een als zodanig door de verzoeker kenbaar gemaakt plan dat tenminste bestaat uit de bescheiden die nodig zijn voor het beoordelen van de (bouw)activiteit en dan met name op de onderdelen zoals bedoeld in artikel 2.10, lid 1, sub c en d van de Wabo (bestemmingsplan en welstand).

2.2.4

Voor het in behandeling nemen van een bouwinitiatief/principeverzoek tot het uitsluitend verkrijgen van een toets over:

a.

bestemmingsplan en stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening een tarief van € 69,83 (€ 69,14 in 2014) indien er geen sprake is van planologisch strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wabo;

b.

het bestemmingsplan en stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening het tarief zoals bepaald in 2.2.1 indien er wèl sprake is van planologisch strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c van de Wabo.

2.3

Bouwinitiatief/principeverzoek (wijziging bestemmingsplan)

2.3.1.1

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het vigerende bestemmingsplan in verband met het voornemen een omgevingsvergunning aan te vragen voor een met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan strijdige bouwactiviteit c.q. een verzoek de kaders of randvoorwaarden vast te stellen voor de herontwikkeling van een locatie in afwijking van het geldende bestemmingsplan een bedrag van:

€ 2.258,36 (€ 2.236,00 in 2015).

2.3.1.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot wijziging van het vigerende bestemmingsplan in verband met het voornemen een omgevingsvergunning aan te vragen voor een met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan strijdige bouwactiviteit c.q. een verzoek de kaders of randvoorwaarden vast te stellen voor de herontwikkeling van een locatie in afwijking van het geldende bestemmingsplan in combinatie met toepassing van artikel 76a van de Wet geluidhinder, in verband met het inwinnen van een milieudeskundig advies en het toekennen van een hogere waarde, een bedrag van: € 2.640,94 (€ 2.614,79 in 2015).

2.3.2

Leges als bedoeld in artikel 2.3.1.1 en 2.3.1.2 worden niet in rekening gebracht resp. het verzoek wordt niet in behandeling genomen dan nadat de aanvrager door de gemeente schriftelijk is geïnformeerd met betrekking tot de in verband met zijn verzoek verschuldigde leges en hij zich schriftelijk bereid heeft verklaard de leges te zullen voldoen.

2.4

Sloopactiviteit

2.4.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub g en/of artikel 2.2 lid 1 sub c van de Wabo een bedrag van € 190,10 (€ 188,22 in 2015).

2.4.2

Indien het slopen waarvoor een omgevingsvergunning (sloopactiviteit) wordt gevraagd tevens vergunningplichtig is ingevolge art. 2.1 lid 1 sub f, g en h van de Wabo wordt het onder 2.6.1.1 tot en met 2.6.1.3 genoemde tarief eenmalig verhoogd met een bedrag van € 190,10 (€ 188,22 in 2015).

2.4.3

De leges worden in rekening gebracht bij het verlenen dan wel het weigeren van de gevraagde sloopvergunning en zijn op dat moment verschuldigd. De leges moeten worden voldaan binnen een termijn van acht dagen na ontvangst van de desbetreffende beschikking.

2.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, juncto artikel 2.2, eerste lid sub a van het Besluit omgevingsrecht (Bor) bedraagt het tarief:

Bedrag in 2015 €

Bedrag in 2016 €

-

Tot maximaal 50 personen

2.947,49

2.976,96

-

Voor meer dan 50 personen

4.782,03

4.829,85

(artikel 2.2, lid 1 sub a Bor: het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen)

2.5.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, juncto artikel 2.2, eerste lid sub b van het besluit omgevingsrecht (BOR) bedraagt het tarief:

-

Tot maximaal 100 personen

2.947,49

2.976,96

-

Voor meer dan 100 personen

4.782,03

4.829,85

(artikel 2.2, lid 1, sub b Bor: het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin dagverblijf zal worden verschaft aan: meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen)

2.5.3

Het tarief voor een aanvraag zoals bedoeld in 2.5.1 en 2.5.2, die gelijktijdig met een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo wordt aangevraagd, wordt verminderd met 75%.

Samenloop met bouwactiviteit

2.5.4

Het tarief voor een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 2.5.1 en 2.5.2, en waarbij blijkt dat bij de oplevering van de bouwwerkzaamheden het gebruik in marginale zin afwijkt (uitgangspunten blijven gehandhaafd, indeling en gebruik veranderen niet wezenlijk (minder dan 10%), compartimentering en brandveiligheidsinstallaties wijzigen niet in concept, gelijkwaardigheidsprincipe wijzigt niet en bij administratieve wijzigingen), en derhalve een nieuwe omgevingsvergunning moet worden verleend, wordt verminderd met 80%.

Wijziging verleende vergunning

2.5.5

Het tarief voor een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 2.5.1 en 2.5.2 en waarbij blijkt dat het gebruik van een verleende omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo in marginale zin wijzigt ten opzichte van de eerder verleende vergunning (uitgangspunten blijven gehandhaafd, indeling en gebruik veranderen niet wezenlijk (minder dan 10%), compartimentering en brandveiligheidsinstallaties wijzigen niet in concept, gelijkwaardigheidsprincipe wijzigt niet en bij administratieve wijzigingen), en derhalve een nieuwe omgevingsvergunning moet worden verleend, wordt verminderd met 60%.

2.5.6

Het tarief voor een aanvraag zoals bedoeld in 2.5.1 en 2.5.2, die niet rechtstreeks voldoet aan de bepalingen van hoofdstuk 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012 en dus uitsluitend kan worden verleend op basis van artikel 1.3 (gelijkwaardigheid) van het Bouwbesluit 2012, wordt vermeerderd met 50%.

2.5.7

De leges als bedoeld in artikel 2.5.1 worden in rekening gebracht bij het indienen van de aanvraag om omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub d van de Wabo en zijn op dat moment verschuldigd. De leges moeten worden voldaan binnen een termijn van acht dagen na ontvangst van de desbetreffende beschikking.

2.6

Overige activiteiten/vergunningen

2.6.0

Indien uit hoofde van enig voorschrift publicatie en/of ter visie legging nodig is, wordt voor het publiceren en ter visie leggen van een activiteit voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f, van de Wabo (monument) het in onder 2.6.1.1. tot en met 2.6.1.3 genoemde tarief eenmalig verhoogd met € 115,10 (€ 113,96 in 2015)

2.6.1.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f en 2.2 eerste lid onder b van de Wabo (monument) een bedrag van € 69.83 (€ 69,14 in 2015) indien het onderhoudswerkzaamheden betreft.

2.6.1.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f, of 2.2. eerste lid onder b van de Wabo (monument) een bedrag van € 347,89 (€ 344,45 in 2014) indien het werkzaamheden aan een rijksmonument betreft, waar voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geen afzonderlijk advies verstrekt.

2.6.1.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f, van de Wabo (monument) indien het werkzaamheden betreft waarover bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed afzonderlijk advies gevraagd dient te worden een bedrag van € 1.028,82 (€ 1.018,63 in 2015)

2.6.1.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag krachtens wettelijk voorschrift, die slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, een bedrag van € 333.20 (€ 329,90 in 2015)

2.6.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandswet geldt het bedrag van:

a.

bij de eerste aanvraag voor één woning € 179,40 (€ 177,62 in 2015);

b.

bij de eerste aanvraag en de aanvraag betreft een vergunning voor 2 tot en met 10 woningen € 533,08 (€ 527,80 in 2015);

c.

bij de eerste aanvraag en de aanvraag betreft een vergunning voor 11 tot en met 25 woningen € 613,04 (€ 606,97 in 2015);

d.

bij de eerste aanvraag en de aanvraag betreft een vergunning voor 26 tot en met 50 woningen € 653,01 (€ 646,55 in 2015);

e.

bij de eerste aanvraag en de aanvraag betreft een vergunning voor meer dan 50 woningen € 826,27 (€ 818,09 in 2015);

f.

bij een aanvraag om verlenging van een leegstandsvergunning € 166,58 (€ 164,93 in 2015).

2.6.3

vervallen

2.6.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in art 2.1 lid 1 sub b van de Wabo (ten behoeve van een aanlegactiviteit) een bedrag van € 319,22 (€ 316,06 in 2015)

2.6.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een woonvergunning, als bedoeld in artikel 60 van de Woningwet een bedrag van € 47,02 (€ 46,55 in 2015)

2.6.6

a.

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot plaatsing op de wachtlijst voor standplaatsen voor woonwagenbewoners een bedrag van € 47,86 (€ 47,39 in 2015)

b.

Het bedrag bedoeld onder 2.6.6.a. is niet verschuldigd indien een woonwagenbewoner al voor woonruimte staat ingeschreven bij het Woningbureau en daarbij te kennen heeft gegeven ook op de wachtlijst voor standplaatsen voor woonwagenbewoners te worden geplaatst.

2.6.7

a.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 sub h van de Wabo (reclame) een bedrag van € 75,03 (€ 74,29 in 2015)

b.

Indien ter zake de behandeling van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 sub h van de Wabo (reclame) een advies van de in de gemeente werkzame welstandscommissie wordt ingewonnen wordt het onder 2.6.7.a genoemde tarief verhoogd met € 37,50 (€ 37,13 in 2015)

2.6.8

De leges als bedoeld in de artikelen van hoofdstuk 2.6 worden in rekening gebracht bij het verlenen dan wel het weigeren van de gevraagde omgevingsvergunning en zijn op dat moment verschuldigd. De leges moeten worden voldaan binnen een termijn van acht dagen na ontvangst van de desbetreffende beschikking.

2.6.9

a.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 sub e van de Wabo (uitweg) leidend tot een verstrekking van de vergunning € 469,93 (€ 465,28 in 2015). Voor het terugtrekken van de aanvraag € 158,53 (€ 156,96 in 2015).

b.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.2 lid 1 sub e van de Wabo (uitweg) leidend tot een weigering van de vergunning € 158,53 (€ 156,96 in 2015)

2.6.10

Voor het treffen van duurzame voorzieningen aan particuliere woningen en gebouwen worden geen leges geheven, tenzij die woningen en/of gebouwen zijn gelegen binnen het beschermd stadsgezicht of een monument betreffen, waarbij op grond van specifieke wetgeving wel een vergunningplicht kan bestaan. De legesvrije duurzame voorzieningen betreffen het plaatsen van isolerend glas, plaatsen van een collector voor warmteopwekking op een dak of het plaatsen van panelen voor elektriciteitsopwekking op een dak.

2.6.11

Indien een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid sub a t/m h van de Wabo, bedraagt het tarief 125% van de op grond van het betreffende onderdeel verschuldigde leges.

2.7

Overige administratieve handelingen

2.7.1

Voor het in behandeling nemen van een melding tot wijziging van de tenaamstelling van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.25 lid 2 Wabo, een bedrag van € 19,77 (€ 19,57 in 2015).

2.7.2

Voor het verstrekken van informatie uit Kadaster OnLine, een bedrag van € 6,67 (€ 6,60 in 2015). Voor het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift in het kader van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen ( WKPB ) een bedrag van € 10,02 (€ 9,92 in 2015). Voor het verstrekken van een Verklaring van geen beperking in het kader van de WKPB een bedrag van € 10,02 (€ 9,92 in 2015).

2.7.3

Voor ieder overeenkomstig de Verordening op de huisnummering gemeente Maastricht toe te kennen huisnummer dat expliciet wordt aangevraagd dan wel impliciet wordt aangevraagd gelet op de omschrijving behorende bij een ingediende aanvraag om een vergunning als bedoeld in art. 2.1 lid 1 sub a Wabo (bouwactiviteit), een bedrag van € 37,50 (€ 37,13 in 2015).

Bij toekenning van meer dan tien huisnummers, betrekking hebbende op dezelfde bouwactiviteit, is vanaf het elfde huisnummer een bedrag van € 19,40 (€ 19,21 in 2015) verschuldigd.

2.7.4.1

Voor een abonnement op lijsten van straatnamen en huisnummeringen is een bedrag verschuldigd van € 283,24 (€ 280,44 in 2015) per jaar.

2.7.4.2

Voor een abonnement op lijsten van ingeschreven bouwactiviteiten is een bedrag verschuldigd van € 34,92 (€ 34,57 in 2015) per maand.

2.7.5

De leges als bedoeld in de artikelen 2.7.1 tot en met 2.7.4 worden in rekening gebracht bij het indienen van het desbetreffende verzoek en zijn op dat moment verschuldigd. De leges moeten worden voldaan binnen een termijn van acht dagen na de dag waarop de leges verschuldigd zijn.

2.8

Teruggave van leges

2.8.1

Indien van een verleende omgevingsvergunning met bouwactiviteiten geen gebruik wordt gemaakt en vergunninghouder de ingevolge paragraaf 2.1 verschuldigde leges volledig heeft voldaan wordt op een desbetreffend verzoek van de vergunninghouder 50% van de op grond van artikel 2.1.1.1 tot en met 2.1.1.4 verschuldigde leges aan vergunninghouder gerestitueerd. Het verzoek tot restitutie van 50% van de leges dient bij de gemeente schriftelijk te worden ingediend binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van de desbetreffende vergunning.

2.8.2

Indien de verleende omgevingsvergunning t.b.v. een bouwactiviteit als bedoeld in art. 2.1 lid 1 sub a van de Wabo door de gemeente wordt ingetrokken op grond van het feit dat niet binnen de in art. 2.33 lid 2 sub a van de Wabo gestelde termijn na het verlenen van de omgevingsvergunning een aanvang met de bouwwerkzaamheden is gemaakt en vergunninghouder de ingevolge paragraaf 2.1 verschuldigde leges heeft voldaan wordt op een desbetreffend verzoek van de vergunninghouder 50% van de op grond van de artikelen 2.0.2 en 2.1.1.1 verschuldigde leges aan vergunninghouder gerestitueerd. Het verzoek tot restitutie van 50% van de leges dient bij de gemeente schriftelijk te worden ingediend binnen 2 jaar na onherroepelijk worden van de desbetreffende vergunning.

2.8.3

Indien vóór afgifte van een omgevingsvergunning t.b.v. een bouwactiviteit als bedoeld in art. 2.1 lid 1 sub a van de Wabo de aanvraag voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning door de aanvrager wordt ingetrokken en mits de aanvrager daarom verzoekt worden voor de berekening van de verschuldigde leges in rekening gebracht:

a.

50% van de op grond van artikelen 2.0.2 en 2.1.1.1 verschuldigde leges en

b.

de op grond van de artikelen 2.1.3 t/m 2.1.9 verschuldigde leges, voor zover ter zake de aanvraag een of meer van de in deze artikelen genoemde procedures zijn gevolgd.

2.8.4.1

Indien de gevraagde omgevingsvergunning t.b.v. een bouwactiviteit als bedoeld in art. 2.1 lid 1 sub a van de Wabo wordt geweigerd wordt bij de eindafrekening 50% van de op grond van de artikelen 2.0.2 en 2.1.1.1 verschuldigde leges in mindering gebracht

2.8.4.2

Indien voor afgifte van een omgevingsvergunning als bedoeld in art. 2.1 lid 1 sub d van de Wabo de aanvraag voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning wordt ingetrokken wordt op een desbetreffend verzoek van de aanvrager 50% van de op grond van art.2.5.1 verschuldigde leges aan de aanvrager gerestitueerd.

2.8.5

Bij de aan bouwactiviteiten gerelateerde leges vindt er ten aanzien van de al betaalde leges een teruggave plaats van € 10,- indien de vergunninghouder op de voorgeschreven wijze voldoet aan de verplichting om de start van de werkzaamheden te melden en indien de vergunninghouder op de voorgeschreven wijze voldoet aan de verplichting om de ingebruikname van het bouwwerk te melden.

2.9

Advies.

2.9.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.9.2

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.9.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

2.10

Verklaring van geen bedenkingen

2.10.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wabo € 183,49 (€ 181,67 in 2015).

2.10.2

Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.10.3

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.10.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

2.11

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

2.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten als bedoeld in artikel 16, eerste lid van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: € 333,90 (€ 333,90 in 2015).

2.11.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid van de Natuurbeschermingswet bedraagt het tarief: € 333,90 (€ 333,90 in 2015).

2.12

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

2.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief: € 337,24 (€ 333,90 in 2015).

2.13

Kappen van bomen

2.13.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond de Bomenverordening een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder g van de Wabo bedraagt het tarief: € 51,35 (€ 50,84 in 2015).

Hoofdstuk 2A. V&L Openstellingvergunning ex artikel 8 Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Warvw)

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een openstellingvergunning ex artikel 8 Warvw bedraagt het tarief € 1.000.000 per tunnelbuis, inclusief vluchtruimte(s) en dienstgebouw(en).

Hoofdstuk 3. V&L Horeca/ Milieu en aanverwant

Bedrag in 2015 €

Bedrag in 2016 €

3.1

Algemeen wordt het tarief bepaald voor het in behandeling nemen van een aanvraag - navolgende tarieven zijn daarbij van toepassing:

3.1.1.

a.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2

a.2

Digitale aanvraag van de geluidhinderverordening gemeente Maastricht 1995 per dag per locatie

122,74

123,97

a.3

Analoge aanvraag van de geluidshinderverordening gemeente Maastricht 1995, per dag/ per locatie

135,00

136,35

a.4

Digitale aanvraag met een maximum € 468,73 voor 2014 en €. 475,76 voor 2015

a.5

Analoge aanvraag met een maximum van € 523,33 voor 2015

b.1

Digitale annulering en/of wijziging van een ontheffing als bedoeld in het vorige lid a tijdens of na behandeling of weigering aanvraag. Wijzigingen worden berekend indien de aanvraag gewijzigd wordt nadat deze definitief akkoord is bevonden (verslag OOV) en de ontheffing is afgerond.

38,80

39,19

b.2

Analoge annulering en/of wijziging van een ontheffing als bedoeld in het vorige lid a tijdens of na behandeling of weigering aanvraag. Wijzigingen worden berekend indien de aanvraag gewijzigd wordt nadat deze definitief akkoord is bevonden (verslag OOV) en de ontheffing is afgerond.

42,68

43,11

3.1.2.

strekkende tot het incidenteel, op verzoek:

a.

afstellen en verzegelen van de geïnstalleerde limiter; per kwartier

38,80

39,19

b.

het uitvoeren van een geluidsmeting, per uur of een gedeelte daarvan;

105,53

106,59

c.

opstellen van een akoestisch rapport, per uur of een gedeelte daarvan;

105,53

106,59

3.1.3.1

Digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de aflevering en het aanwezig houden van vuurwerk (particulieren) (artikel 2.7.2 van de APV);

408,03

408,03

3.1.3.2

Analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de aflevering en het aanwezig houden van vuurwerk (particulieren) (artikel 2.7.2 van de APV);

448,83

448,83

3.1.4. Geen wijziging toegestaan, is een wettelijk vastgesteld bedrag. Volgt wijzigingen in Speelautomatenbesluit.

3.1.4.

tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30 B van de wet op de kansspelen; in overeenstemming met artikel 3 Speelautomatenbesluit:

De vergunning geldt voor een tijdvak van 4 jaar:

a.

voor een periode van 4 jaar -(betreft kansspelautomaten –max. 2 per inrichting)- voor de eerste kansspel speelautomaat totaal (€ 226,50 in 2016, te betalen in 4 jaarlijkse termijnen van € 56,50 in 2016)

226,50

226,50

b.

en voor de tweede kansspel speelautomaat (voor automatenhallen iedere volgende automaat- tot 100 stuks) totaal (€ 136,00 in 2016), te betalen in 4 jaarlijkse termijnen van (€ 34,00 in 2016)

136,00

136,00

3.1.5.

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het exploiteren van een nachtzaak: (Beleidsregels / toetsingscriteria ontheffingen nachtzaken 12-10-1999)

a.1

indien de digitale aanvraag leidt tot een weigering van de ontheffing;

211,07

213,18

a.2

indien de analoge aanvraag leidt tot een weigering van de ontheffing;

232,17

234,49

b.1

indien de digitale aanvraag leidt tot een verlening van een ontheffing van vijf jaar of het verlenen van een proefontheffing van 12 maanden;

775,00

782,75

b.2

indien de analoge aanvraag leidt tot een verlening van een ontheffing van vijf jaar of het verlenen van een proefontheffing van 12 maanden;

852,50

861,03

c.1

voor een digitale aanvraag tot verlenging van een proeftijd als bedoeld onder b.1 en b.2

325,00

328,25

c.2

voor een analoge aanvraag tot verlenging van een proeftijd als bedoeld onder b1 en b.2

357,50

361,08

d.1

Voor een digitale aanvraag voor een aanpassing in de nachtontheffing, ná een wijziging in de ondernemersvorm van de DHW (zoals leidinggevenden)

211,07

213,18

d.2

Voor een analoge aanvraag voor een aanpassing in de nachtontheffing, ná een wijziging in de ondernemersvorm van de DHW (zoals leidinggevenden)

232,18

234,50

e.1

Voor een digitale aanvraag voor een verlenging van een 5 jarige vergunning van een nachtzaak – welke zonder nadere advisering en/of werkzaamheden- zonder meer verlengd kan worden.

211,07

213,18

e.2

Voor een analoge aanvraag tot verlenging van een 5 jarige vergunning van een nachtzaak – welke zonder nadere advisering en/of werkzaamheden- zonder meer verlengd kan worden

232,18

234,50

3.1.6.

tot het verkrijgen van een vergunning, ingevolge artikel 2 (i.c. speelautomatenhallen) van de Verordening speelautomatenhallen en speelautomaten Maastricht 2001:

a.

indien de aanvraag leidt tot een weigering van de vergunning;

211,07

213,18

b.

indien de aanvraag leidt tot een verlening van de vergunning;

1.254,93

1.267,48

c.

wijziging reeds verleende vergunning

211,07

213,18

d.

wijziging leidinggevenden speelautomatenhal voor de eerste leidinggevende

33,47

33,80

e.

voor elke volgende leidinggevende

16,76

16,93

3.1.7.

a.1

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet;

504,27

509,31

a.2

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet;

554,47

560,01

b.

Voor een digitale aanvraag tot bijschrijving op de DHW-vergunning van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

b.1

voor de eerste leidinggevende;

116,40

117,56

b.2

voor elke volgende leidinggevende,

38,80

39,19

b.3

Weigering bijschrijven leidinggevende

117,56

b.4

Tot een maximum van

426,69

430,96

c.1

Voor een digitaal verzoek tot wijziging van één leidinggevende via Digitaal ondernemersdossier (DoD)

77,60

78,38

c.2

Voor elke volgende wijziging leidinggevende via Digitaal ondernemersdossier (DoD)

38,80

39,19

c.3

Tot een maximum (DOD) van

352,69

d.

Voor een analoge aanvraag tot de bijschrijving op de DHW-vergunning van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets

d.1

voor de eerste leidinggevende;

128,04

129,32

d.2

voor elke volgende leidinggevende

42,68

43,11

d.3

Weigering bijschrijven leidinggevende

129,32

d.4

Tot een maximum van

469,36

474,05

3.2.

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2 lid 1 van de APV (droge horecavergunning) bedraagt

504,27

509,31

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2 lid 1 van de APV (droge horecavergunning) bedraagt

554,47

560,01

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij de vergunning al op grond van het bestemmingsplan dient te worden geweigerd, zonder dat daarbij een nadere toetsing plaatsvindt, bedraagt

116,40

117,56

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1.2, lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij de vergunning al op grond van het bestemmingsplan dient te worden geweigerd, zonder dat daarbij een nadere toetsing plaatsvindt, bedraagt

128,04

129,32

Voor een digitale aanvraag tot bijschrijving op de vergunning zoals bedoeld in artikel 2.3.1.2. lid 1- (inclusief weigering) van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

116,40

117,56

voor elke volgende leidinggevende,

38,80

39,19

Tot een maximum van

426,69

430,96

Voor een digitaal verzoek tot wijziging van één leidinggevende via Digitaal ondernemersdossier (DoD)

77,60

78,38

Voor elke volgende wijziging leidinggevende via Digitaal ondernemersdossier (DoD)

38,80

39,19

Voor een analoge aanvraag tot bijschrijving op de vergunning zoals bedoeld in artikel 2.3.1.2. lid 1- (inclusief)van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

128,04

129,32

voor elke volgende leidinggevende,

42,68

43,11

Tot een maximum van

469,36

474,05

3.3

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (Seksinrichtingenvergunning) bedraagt

581,85

587,67

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening (Seksinrichtingenvergunning) bedraagt

640,05

646,45

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij de vergunning al op grond van het bestemmingsplan dient te worden geweigerd, zonder dat daarbij een nadere toetsing plaatsvindt, bedraagt

116,40

117,56

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij de vergunning al op grond van het bestemmingsplan dient te worden geweigerd, zonder dat daarbij een nadere toetsing plaatsvindt, bedraagt

128,04

129,32

Voor een digitale aanvraag tot bijschrijving op de vergunning zoals bedoeld in artikel 3.2.1. lid 1- van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

116,40

117,56

voor elke volgende leidinggevende,

38,80

39,19

Tot een maximum van

426,69

430,96

Voor een analoge aanvraag tot bijschrijving op de vergunning zoals bedoeld in artikel 3.2.1. lid 1- van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

128,04

129,32

voor elke volgende leidinggevende,

42,68

43,11

Tot een maximum van

469,36

474,05

3.4

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1a.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening (Smart-, head- en growshop) bedraagt

504,27

509,31

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1a.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening (Smart-, head- en growshop) bedraagt

554,47

560,01

Een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1a.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij de vergunning al op grond van het bestemmingsplan dient te worden geweigerd, zonder dat daarbij een nadere toetsing plaatsvindt, bedraagt

116,40

117,56

Een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.1a.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij de vergunning al op grond van het bestemmingsplan dient te worden geweigerd, zonder dat daarbij een nadere toetsing plaatsvindt, bedraagt

128,04

129,32

Voor een digitale aanvraag tot bijschrijving op de vergunning zoals bedoeld in artikel 2.3.1a.2 van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

116,40

117,56

voor elke volgende leidinggevende

38,80

39,19

Tot een maximum van

426,69

430,96

Voor een analoge aanvraag tot bijschrijving op de vergunning zoals bedoeld in artikel 2.3.1a.2 van de bedrijfsleider en/of beheerder met een uitgebreide antecedententoets:

128,04

129,32

voor elke volgende leidinggevende

42,68

43,11

Tot een maximum van

469,36

474,05

3.5

Overige bepalingen:

.

Een aanvraag als bedoeld in 3.1.1 tot en met 3.1.8 wordt in behandeling genomen op de dag waarop de aanvraag bij de gemeente wordt ingeboekt.

Indien de in de afzonderlijke categorieën genoemde wetsartikelen worden gewijzigd, doch de soort en strekking van het genoemde besluit gelijk is, blijft de legesverplichting ongewijzigd.

In de legesverordening van de Gemeente Maastricht worden in artikel 3.1.4 de tarieven voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor een speelautomaat genoemd. De hoogte van deze tarieven wordt geregeld in artikel 30 van de wet op de Kansspelen juncto Speelautomatenbesluit 2000, artikel 3 derde lid. Op het moment dat de tarieven, zoals bij de wet bepaald, zullen wijzigen, zullen deze conform wetswijziging ter kennisname aan de Raad worden voorgelegd en worden doorgevoerd

Hoofdstuk 4. Raadpleging van vergunningen en tekeningen en verstrekkingen van afdrukken en fotokopieën

4.1.

Voor de raadpleging van de bij de sector ruimte berustende vergunningen, tekeningen en bestemmingsplannen.

a.

Voor het raadplegen van vergunningen en tekeningen, voor ieder kwartier of gedeelte daarvan

20,35

20,55

b.

Voor het op verzoek van belanghebbenden verlenen van hulp bij de raadpleging, bedoeld onder a, voor elk kwartier of gedeelte daarvan

20,35

20,55

c.

Voor het telefonisch verzoek om kopieën van tekeningen, vergunningen en bestemmingsplannen, exclusief de kosten van eventuele afdrukken

20,35

20,55

4.2

Voor het in zwart/wit in afschrift of afdruk verstrekken van vergunningen en tekeningen, per blad:

Enkel-

zijdig

Dubbel-zijdig

Enkel-

zijdig

Dubbel-zijdig

formaat

A4

0,50

0,74

0,51

0,75

A3

0,76

1,59

0,77

1,61

A2

3,07

nvt

3,10

nvt

A1

6,05

nvt

6,11

nvt

A0

12,21

nvt

12,33

nvt

4.3

Voor het in kleur afdrukken per blad:

formaat

A4

0,75

1,40

0,76

1,41

A3

1,51

2,94

1,53

2,97

A2

55,36

nvt

55,91

nvt

A1

82,04

nvt

82,86

nvt

A0

109,44

nvt

110,53

nvt

4.4

Afdruk straatwandtekening i.h.k.v. het beschermd stadsgezicht

396,50

400,47

4.5

Voor de raadpleging van bij de sector ruimte berustende stukken in het kader van de uitvoering van een milieuonderzoek en/of -sanering dan wel milieuvergunningen, voor zover het geen (semi-) overheidsinstantie betreft die het onderzoek verricht:

a.

voor het op verzoek van belanghebbenden verlenen van hulp bij de raadpleging, voor elk kwartier of gedeelte daarvan:

20,35

20,55

b.

voor de wettelijk noodzakelijke begeleiding (incl. screening van de stukken) van de raadpleging door een ambtenaar van de afdeling Milieu & Bedrijf en Milieu & Stad, voor elk kwartier of gedeelte daarvan:

20,35

20,55

c.

voor het in afschrift of afdruk verstrekken van de stukken als bedoeld in sub a en b van dit artikel, exclusief de kosten van eventuele afdrukken.

20,35

20,55

Hoofdstuk 5. V&L Vergunnen openbare ruimte

5.1.a

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ventvergunning, geldig voor:

Een maand, dan wel een langere periode,

Digitaal

Per maand

33,35

33,68

Tot een maximum van

166,76

168,43

Analoog

Per maand

36,68

37,05

Tot een maximum van

184,43

186,27

5.1.b

Voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het uitdelen van samples en/of ledenwervingsactiviteiten (art. 5.2.2. APV)

Digitaal

38,79

39,18

Analoog

42,66

43,09

5.2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toepassing van artikel 9 van de Wegenwet (het onttrekken van een weg aan het openbaar verkeer).

76,68

77,45

5.3.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning

104,21

105,25

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een terrasvergunning

114,63

115,78

Voor het ter zake de aanvraag om een terrasvergunning inwinnen van advies van de welstandscommissie wordt dit tarief verhoogd met

63,17

63,80

Voor een digitaal verzoek voor het overschrijven van een terrasvergunning, gedurende de looptijd van bedoelde vergunning, van de geregistreerde exploitant naar de nieuwe exploitant

33,35

33,68

Voor een analoog verzoek voor het overschrijven van een terrasvergunning, gedurende de looptijd van bedoelde vergunning, van de geregistreerde exploitant naar de nieuwe exploitant

36,68

37,05

Voor een weigering van een terrasvergunning of annulering door exploitant tijdens behandeling van een terrasvergunning die digitaal is aangevraagd

53,72

54,26

Voor een weigering van een terrasvergunning of annulering door exploitant tijdens behandeling van een terrasvergunning die analoog is aangevraagd

59,10

59,69

5.4

vervallen

5.5.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van een tijdelijke ontheffing op grond van het reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een aaneengesloten periode van

Een dag

Conform tarief onderdeel 5 Par-keerverordening

Conform tarief Tarieventabel “Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015

Artikel II t/m V

Drie weken

Conform tarief onderdeel 5 Par-keerverordening

Conform tarief Tarieventabel “Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015

Artikel II t/m V

een jaar, waarvan de jaarontheffing PARKEREN, uitsluitend in combinatie met een jaarvergunning voor het parkeren op vergunninghoudersplaatsen en parkeerapparatuur-plaatsen als bedoeld in de Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015 (hierna “Parkeerverordening 2015") wordt verleend.

Conform tarief onderdeel 5 Par-keerverordening

Conform tarief Tarieventabel “Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen 2015

Artikel II t/m V

5.6.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 voor bepaalde locatie(s) per ontheffingsbewijs

47,29

47,76

Voor het verlenen van een ontheffing op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 van de gesloten-verklaring milieuzone:

Dagontheffing

26,28

26,54

Jaarontheffing

262,70

265,33

5.7.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag om vergunning tot het plaatsen - ten behoeve van bouw-, onderhouds- en/of sloopwerk - van bouwmaterialen, werktuigen, keten, loodsen, (rol)steigers, schuttingen, (materiaal)containers e.d.

78,02

78,80

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag om vergunning tot het plaatsen - ten behoeve van bouw-, onderhouds- en/of sloopwerk - van bouwmaterialen, werktuigen, keten, loodsen, (rol)steigers, schuttingen, (materiaal)containers e.d.

85,82

86,68

Digitale aanvragen die worden ingediend binnen de formele aanvraag termijn bepaald in art. 1.3 APV en - na beoordeling van de ambtenaar - binnen een kortere periode getoetst en behandeld kunnen worden.

-tussen 1 en 3 weken

119,36

120,55

-binnen 1 week

160,70

162,31

Analoge aanvragen die worden ingediend binnen de formele aanvraag termijn bepaald in art. 1.3 APV en - na beoordeling van de ambtenaar - binnen een kortere periode getoetst en behandeld kunnen worden.

-tussen 1 en 3 weken

131,29

132,60

-binnen 1 week

176,77

178,54

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot verlenging of wijziging van een al verleende vergunning

38,80

39,19

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag tot verlenging of wijziging van een al verleende vergunning

42,70

43,13

Indien het plaatsen van een opstal een (gedeeltelijke) wegafsluiting noodzaakt, worden bovenvermelde leges verhoogd met

50,75

51,26

Bij het verzoek tot verlenging van een (gedeeltelijke) wegafsluiting:

25,38

25,63

5.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor het aanbrengen van een spandoek op, aan of boven de weg voor niet-commerciële doeleinden, maximaal 5 spandoeken.

38,79

39,18

5.9

Voor het waarmerken van kienlijsten in verband met het organiseren van kienbijeenkomsten.

38,79

39,18

5.10

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag om een ontheffing ten behoeve van het verspreiden van gedrukte of geschreven stukken (APV 2.1.3.1.)

38,79

39,18

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag om een ontheffing ten behoeve van het verspreiden van gedrukte of geschreven stukken (APV 2.1.3.1.)

42,67

43,10

Weigering en/of intrekking (niet zijnde: consulteren van de planning of wijziging datum)

17,62

17,80

5.11

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verstrekking van een landelijke gehandicaptenkaart

In geval van uitgebreid geneeskundig onderzoek

369,61

373,31

In geval van standaard geneeskundig onderzoek

226,10

228,36

In geval van verkort of afgebroken geneeskundig onderzoek

121,72

122,94

In geval van vervallen geneeskundig onderzoek

226,10

228,36

Zonder geneeskundig onderzoek

44,72

45,17

5.12

Voor het verstrekken van een landelijke gehandicaptenkaart c.q. duplicaat tengevolge van vermissing, diefstal of verlies

25,27

25,52

5.13

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van het reglement Verkeersregels en Verkeerstekens

15,97

16,13

a.

Voor het verstrekken van een duplicaat van een ontheffing op grond van het reglement Verkeersregels en Verkeerstekens in verband met een gewijzigd kenteken, verlies, vermissing of diefstal - per ontheffingsbewijs

15,97

16,13

5.14.

a.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag voor het houden van een evenement zoals bedoeld in artikel 5.9.2. APV met inbegrip van de aanvragen voor het houden van een wedstrijd, niet zijnde de wedstrijden als bedoeld in de WVW 1994

79,19

79,98

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag voor het houden van een evenement zoals bedoeld in artikel 5.9.2. APV met inbegrip van de aanvragen voor het houden van een wedstrijd, niet zijnde de wedstrijden als bedoeld in de WVW 1994

87,11

87,98

b.

Indien het een digitale aanvraag voor het houden van een evenement een bezoekersaantal > of gelijk aan 500 per dag en/of van drie dagen of meer betreft, bedraagt de leges

118,25

119,43

Indien het een analoge aanvraag voor het houden van een evenement een bezoekersaantal > of gelijk aan 500 per dag en/of van drie dagen of meer betreft, bedraagt de leges

130,07

131,37

c.

Digitale melding - en ná melding de annulering - van evenementen in gebouwen met een gebruiksvergunning

64,59

65,24

Analoge melding - en ná melding de annulering- van evenementen in gebouwen met een gebruiksvergunning

71,04

71,75

d.

Annulering en/of wijziging van een evenement door organisatie tijdens behandeling of bij weigering evenement (art. 5.9.2 APV). Wijzigingen worden berekend indien de aanvraag gewijzigd wordt nadat deze (getuige verslagen OOV) definitief akkoord is bevonden en de vergunning in de afrondende fase is.

79,19

79,98

e.

In geval een uitvoeringsregeling vrijstelling evenementen van toepassing is, bedraagt de eenmalige bijdrage per aanvraag

36,77

37,14

5.15.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van de Wegenverkeerswet voor het houden van oriëntatieritten, auto‑ rally's en wielerwedstrijden

42,26

42,68

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van de Wegenverkeerswet voor het houden van oriëntatieritten, auto‑ rally's en wielerwedstrijden

46,48

46,94

Digitale annulering van een bovenvermelde activiteit door organisatie tijdens behandeling of weigering activiteit (art. 5.9.2 APV)

42,26

42,68

Analoge annulering van een bovenvermelde activiteit door organisatie tijdens behandeling of weigering activiteit (art. 5.9.2 APV)

46,48

46,94

5.16.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet; een ontheffing op grond van de Verordening winkeltijden Maastricht 2013.

33,35

33,68

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor een avondwinkel op grond van de winkeltijdenwet en art 6 Verordening Winkeltijden Maastricht 2013.

104,25

105,29

5.17.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het exploiteren van een kampeercentrum

79,19

79,98

5.18.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor recreatief nachtverblijf buiten een kampeercentrum (APV 4.5.2)

38,79

39,18

5.19.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het verkopen of te koop aanbieden aan de weg, alsmede vergunning voor productinformatie en/of ideële groeperingen als bedoeld in artikel 5.2.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening (inname standplaats )

Per maand

33,35

33,68

Maximum

166,76

168,43

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het verkopen of te koop aanbieden aan de weg, alsmede vergunning voor productinformatie en/of ideële groeperingen als bedoeld in artikel 5.2.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening (inname standplaats )

Per maand

36,68

37,05

Maximum

183,44

185,27

Weigering en/of intrekking (niet zijnde: consulteren van de planning of wijziging datum)

18,03

18,21

5.20.

Voor afschriften van of uittreksels uit akten van verhuring, verpachting of aanbesteding, voor elke bladzijde

index

5.21.

Luchtvaartwet wordt uitgevoerd door de provincie.

Voor de afgifte van een verklaring van geen bezwaar- bij gebruik terreinen door helikopters, ballonvaarders en valschermspringen in Maastricht. Deze uitgifte van verklaring geldt eveneens wanneer ballonnen willen vallen onder de wettelijke vrijstelling van 1 juli 2010. In 2014 is € 38,22 het regulier tarief voor kwartier inclusief apparaatskosten.

35,26

35,61

5.22.

Vervallen

5.23.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijen)

38,79

39,18

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijen)

42,67

43,10

5.24.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag voor collectevergunning

a.

conform artikel 5.2.1. APV t.b.v. inzamelen van geld;

38,79

39,18

b.

voor een vergunning t.b.v. inzamelen kleding/goederen conform artikel 5.2.1. APV

64,65

65,30

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag voor collectevergunning

a

conform artikel 5.2.1. APV t.b.v. inzamelen van geld;

42,67

43,10

b

voor een vergunning t.b.v. inzamelen kleding/goederen conform artikel 5.2.1. APV

71,12

71,83

5.25.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor het ten gehore brengen van straatmuziek als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de geluidshinderverordening 1995 gemeente Maastricht

Per dag

26,75

27,02

Met een maximum van (uitgifte voor maximaal 1 week)

80,56

81,37

Voor het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2.1.4.1 APV– straatoptreden of optredens door

5,80

5,86

5.26.

Voor afgifte van een kienregister

41,10

41,51

5.27.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

51,16

51,67

5.28.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7 van het Voertuigreglement

55,85

56,41

5.29.

Voor het in behandeling nemen van een eerste c.q. nieuw verzoek om op de wachtlijst(en) van gegadigde voor de dag- en weekmarkt(en) geplaatst te worden ingevolge de vigerende “Marktverordening Maastricht ".

32,21

32,53

5.30.

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verlenging van de inschrijving op de wachtlijst(en) van gegadigden voor de dag- en weekmarkt(en) ingevolge de vigerende “Marktverordening Maastricht "voor de periode van een jaar.

16,10

16,26

5.31.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing op grond van artikel 35 Drank- en Horecawet.

16,10

16,26

5.32.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor tijdelijke plaatsing van driehoeksborden rondom lichtmasten

38,79

39,18

5.33.

Voor het in behandeling nemen van een individuele digitale aanvraag voor tijdelijke uitstallingen op/aan of boven de openbare weg ( plantenbakken/reclameborden/winkelpresentaties e.d.)

38,79

39,18

Voor het in behandeling nemen van een individuele analoge aanvraag voor tijdelijke uitstallingen op/aan of boven de openbare weg (plantenbakken/reclameborden/winkelpresentaties en dergelijke)

42,67

43,10

5.33.a

Voor het in behandeling nemen van een stratenplan cf. vigerend uitstallingenbeleid

5.34.

Voor het in behandeling nemen van een digitale aanvraag van een parkeervergunning zoals bedoeld in de vigerende Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen

15,97

16,13

Voor het in behandeling nemen van een analoge aanvraag van een parkeervergunning zoals bedoeld in de vigerende Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen

17,56

17,74

5.34.a

Voor het verstrekken van een parkeervergunning bij een kentekenwijziging of voor het verlenen van een duplicaat als bedoeld in de vigerende Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen ten gevolge van verlies, diefstal of vermissing

15,96

16,12

5.35.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een individuele gehandicaptenparkeerplaats (exclusief de kosten voor de aanleg van deze plaats (circa € 375,00 in 2015)

246,95

249,42

5.36.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een parkeervergunning familiale hulpverlening op grond van de nota “Parkeerbeleid en de Hulpverlening”

176,23

177,99

5.37.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ligplaatsvergunning zoals bedoeld in de Verordening Woonschepen Zuid-Willemsvaart 2007

109,88

110,98

Voor aanpassingen, toevoegingen en weigeringen in lopende vergunningen

38,79

39,18

Voor overschrijving van lopende vergunningen van de vergunninghouder naar rechtverkrijgende

38,79

39,18

5.38.

Voor de afgifte van een jaarontheffing voor 'kabelbedrijven' op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 in combinatie met een jaarvergunning voor het parkeren op vergunninghoudersplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in de vigerende "Verordening Parkeerregulering en Parkeerbelastingen" voor het verrichten van storingswerkzaamheden aan of op de openbare weg.

462,28

466,90

5.39.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag inzake Toeristisch Vervoer Maastricht:

-

voor gemotoriseerd vervoer

597,42

603,39

-

voor ongemotoriseerd vervoer

369,85

373,55

5.40

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een ontheffing op grond van de nota “Parkeren bij Hotels”

711,22

718,33

5.41.

Voor de afgifte van een bezoekersparkeerpas

a.

nieuwe pas:

10,35

10,45

b.

vervangende pas (na verlies of diefstal):

11,70

11,82

5.42.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een benoeming tot (evenementen) verkeersregelaar of verkeersbrigadier op grond van de Regeling Verkeersregelaars 2009

36,77

37,14

5.43.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 22, lid 1, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

177,33

179,10

Hoofdstuk 6. Instemmingsbesluiten telecommunicatiewet

6.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2 derde lid van de Telecommunicatiewet, casu quo een aanvraag als bedoeld in artikel 2 en 4 van de Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht is:

312,97

316,10

6.1.1.

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf

1,29

1,30

6.1.2.

Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf

1,29

1,30

6.2.

De in 6.1 genoemde bedragen worden:

6.2.1.

indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

104,32

105,36

6.2.2.

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

6.3.

Indien een begroting als bedoeld in 6.2.2. is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

6.4.

Het tarief bedoeld in onderdeel 6.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil zal bedragen.

6.5.

De verwijderingsbijdrage als bedoeld in artikel 11 lid 5, van de Telecommunicatie-verordening gemeente Maastricht bedraagt per strekkende meter kabel.

3,17

3,20

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 15 december 2015.

De Griffier,

J.Goossens.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.