Verordening Winkeltijden Maastricht 2015

Geldend van 14-12-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening Winkeltijden Maastricht 2015

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 17 november 2015, organisatieonderdeel BO Economie en Cultuur, no. 2015-39350

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende Verordening Winkeltijden Maastricht 2015:

VERORDENING WINKELTIJDEN MAASTRICHT 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Winkeltijdenwet (wet van 21 maart 1996 en zoals nadien gewijzigd);

    • b.

      Zondagswet: wet houdende nadere voorschriften ter wegneming van beletselen voor de viering van en ter verzekering van de openbare rust op de Zondag en enige Christelijke feestdagen;

    • c.

      zondagen: iedere kalenderzondag alsook een feestdag die op zondag valt;

    • d.

      feestdagen: de overige feestdagen die niet op zondag vallen; Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

    • e.

      vervallen;

    • f.

      Nachtwinkel: een winkel die iedere werkdag van 06.00 tot 22.00 uur onbeperkt geopend mag zijn en waarvoor onder voorwaarden een ontheffing kan worden verleend door burgemeester en wethouders op werkdagen (maandag t/m zaterdag) van 22.00 tot 06.00 uur en op zondag vanaf 12.00 (zie hiertoe artikel 6);

    • g.

      Bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard: een incidentele -niet repeterende- gebeurtenis in een uitzonderlijke situatie ten behoeve van een individuele ondernemer (zie hiertoe artikel 8);

    • h.

      Beurs: manifestatie waarbij vertegenwoordigers hun producten tentoonstellen, presenteren en/of demonstreren, promoten en verkopen en waarbij het publiek zich een representatief beeld moet kunnen vormen van de soort en/of soorten goederen die op de markt verkrijgbaar zijn. Voor de toegang tot de beurs wordt -in de regel- entree geheven c.q. door middel van uitnodiging toegang verschaft. Consumenten kunnen door het grote aanbod van goederen/ producten zich oriënteren, ideeën opdoen en voorlichting krijgen. In ieder geval wordt als beurs aangemerkt een huishoudbeurs, tweedehands-beurs (boeken- en PC beurs), vakantiepresentaties, shows (bruidshows, oldtimershows, dierenshows ed.), tentoonstellingen, product- en activiteiten- en sport demonstraties, presentaties van goederen en diensten, waarbij tevens verkoop in directe aanraking met particulieren is toegestaan;

    • i.

      Een beurs betreft in ieder geval niet de warenmarkten zoals in artikel 160 lid 1, sub h van de gemeentewet, juncto artikel 2, lid 1, van de Verordening Warenmarkten 1998 bedoeld en zoals nadien gewijzigd;

    • j.

      Het centrum is het gebied dat begrensd wordt door de singels, de spoorlijn en de Heugemerweg. Dat houdt in: de winkelgebieden in de binnenstad, Wyck, Jekerkwartier, Boschstraatkwartier, Statenkwartier, Kommelkwartier, Sint Maartenspoort en Céramique.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken van een ontheffing, wordt daaronder tevens begrepen een vrijstelling zoals bedoeld in de wet en vrijstellingenbesluit (en zoals nadien gewijzigd).

  • 3.

    Deze verordening ziet slechts op detailhandel, verkoop in directe aanraking met particulieren. Verkoop in directe aanraking met particulieren is tevens toegestaan op locaties die zijn aangewezen voor detailhandel.

Artikel 2. Indiening- en beslistermijn.

  • 1.

    Een aanvraag tot ontheffing van artikel 2 van de wet dient te worden ingediend bij burgemeester en wethouders van Maastricht. Bij het indienen van een aanvraag wordt de hierna genoemde tijdsspanne tussen aanvraag en tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, in acht genomen:

    • a.

      3 kalenderweken: voor een individuele ondernemer bij incidentele nachtverkoop;

    • b.

      18 kalenderweken voor een individuele ondernemer die voornemens is een Nachtwinkel te gaan exploiteren.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is en 18 weken bij een ontheffing Nachtwinkel.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing.

  • 1.

    Een ontheffing verleend op grond van deze verordening is slechts overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Intrekken en/of wijzigen van een ontheffing.

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste en/of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid en/of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen.

Artikel 5. Zon- en feestdagen.

  • 1.

    Van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet wordt met deze Verordening een gemeentebrede vrijstelling verleend op zon- en aangewezen feestdagen tussen 12.00 en 18.00 uur.

    • a.

      Van de verboden vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet wordt met deze Verordening een gemeente brede vrijstelling verleend op zon- en aangewezen feestdagen voor levensmiddelenzaken tussen 08.00 en 18.00 uur.

  • 2.

    Geen vrijstelling van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden wordt verleend voor navolgende feestdagen:

    • -

      Nieuwjaarsdag;

    • -

      eerste Paasdag;

    • -

      eerste Pinksterdag;

    • -

      eerste Kerstdag;

    • -

      tweede Kerstdag;

      En ten aanzien van het centrum tevens voor:

    • -

      de zondagen waarop de Heiligdomsvaart plaatsvindt;

    • -

      de zondagen waarop de Reuzenstoet plaatsvindt;

    • -

      de zondagen waarop carnaval gevierd wordt.

  • 3.

    Op dagen waarop de Stadsprocessie of de Sacramentsprocessie van de Onze Lieve Vrouwe-parochie plaatsvindt, is de vrijstelling zoals bedoeld in lid 1 in het centrum niet van toepassing tussen 12.00 en 18.00 uur, maar tussen 13.00 en 18.00 uur.

  • 4.

    Op zon- en feestdagen mogen braderieën, mits uit een schriftelijke verklaring van het desbetreffende genootschap c.q. kerk blijkt dat deze activiteiten geen overlast veroorzaken voor religieuze activiteiten, reeds om 10.00 uur aanvangen. De winkelopenstelling –van reguliere detailhandel- op deze zon- en feestdagen bij braderieën of rommelmarkten blijft onverminderd gesteld tussen 12.00 en 18.00 uur.

  • 5.

    Het MECC mag geopend zijn van 10.00 tot 20.00 uur bij de organisatie van een beurs(en) indien burgemeester en wethouders daarvoor ontheffing verlenen en de melding gebruik ten behoeve van een evenement is goedgekeurd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat het bepaalde in lid 1 in bepaalde gevallen en/of locaties bij negatieve invloed op woon- en leefomgeving en/of openbare orde en veiligheid niet van toepassing is, danwel dat er aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 6. Openstelling van nachtwinkels.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing voor nachtwinkels verlenen. Er kunnen maximaal twee ontheffingen verleend worden voor een nachtwinkel in het centrum, één ontheffing voor een nachtwinkel buiten het centrum ten westen van de Maas en één ontheffing voor een nachtwinkel buiten het centrum ten oosten van de Maas

(voorwaarden)

  • 2. Om in aanmerking te komen voor een ontheffing gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      Nachtwinkels dienen minimaal 4 avonden in de week tot 24.00 uur open te zijn of zoveel langer als door B&W besloten wordt.

    • b.

      Nachtwinkels dienen kleinschalige supermarkten (algemeen assortiment) te zijn met een maximum van 250 m2 winkelvloeroppervlak, waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht. Gebruik van winkelwagens is niet toegestaan.

      Afhaalcentra die als winkel uitsluitend of hoofdzakelijk maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren en/of dranken verkopen zijn hierbij uitgesloten. Sterkedrank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Alcoholwet mag er niet verkocht worden. In de nachtwinkel mogen de eetwaren en dranken niet ter plaatse genuttigd worden. De artikelen mogen dan ook alleen in een gesloten verpakking verkocht worden voor gebruik elders dan ter plaatse, niet zijnde de onmiddellijke omgeving van de nachtwinkel.

    • c.

      De nachtwinkel dient gevestigd te zijn in een van de winkelgebieden zoals aangeduid in bijgaande kaart “Maastricht winkelgebied”, met uitzondering van voetgangersgebieden alsmede straten waar nagenoeg uitsluitend gewoond wordt. Op basis van het geldende planologische regime moet in het pand detailhandel rechtstreeks toegestaan zijn.

    • d.

      Op het moment van het indienen van de aanvraag tot ontheffing dient er binnen 100 meter van de nachtwinkel parkeergelegenheid op straat voor bezoekers te zijn.

  • 3. Artikel 5 lid 1, 2 en 3 van deze Verordening zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Conform het gestelde in artikel 18 van de Alcoholwet is de regelgeving voor niet-vergunningplichtige bedrijven die zwakalcoholhoudende dranken mogen verkopen onverminderd van toepassing.

(voorschriften en beperkingen)

  • 5. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden ter voorkoming van overlast en/of aantasting van het woon- en leefklimaat danwel de openbare orde en veiligheid van de winkel danwel de omgeving van de winkel.

(weigeringsgronden)

  • 6. De ontheffing als bedoeld in artikellid 1 kan worden geweigerd indien een of meer van de navolgende omstandigheden (genoemd onder I en II) zich in de omgeving van de winkel voordoen of naar verwachting zullen gaan voordoen:

    I WEIGERINGSGRONDEN M.B.T. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID:

    • a.

      De omgeving van de winkel kan getypeerd worden als een probleemlocatie, door drugsgebruik, drugshandel, ordeverstoringen en/of criminaliteit;

    • b.

      De winkel waarvoor ontheffing wordt gevraagd zal naar redelijke verwachting een aanzuigende werking hebben op overlast veroorzakende groepen, zoals drugsgebruikers en – handelaren, uitgaande jongeren en/of alcoholisten;

    • c.

      De winkel wordt beoogd gevestigd te worden in een gebied waarin ten tijde van het sluitingsuur(uren) van de Horeca een verhoogd risico aanwezig is op vechtpartijen en andere vormen van ernstige overlast;

    • d.

      De in de winkel toegestane verkoop van zwak-alcoholhoudende dranken vormt een gezondheidsrisico voor de in de omgeving uitgaande jeugd;

    • e.

      De verkeersaantrekkende werking van de winkel zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor nabijgelegen panden;

    • f.

      Er bestaat een reëel veiligheidsrisico voor klanten en/of personeel, waartegen redelijkerwijs onvoldoende maatregelen kunnen worden genomen;

    • g.

      De winkel ligt op een locatie welke in de nachtelijke uren een gemakkelijk doelwit is voor overvallen.

    II WEIGERINGSGRONDEN M.B.T. WOON- EN LEEFSITUATIE

    • h.

      De winkel ligt in een gebied waar in de directe omgeving voornamelijk sprake is van een woonfunctie;

    • i.

      De verkeersaantrekkende werking van de winkel zal naar verwachting de veiligheid op de weg in gevaar brengen en/of overlast veroorzaken voor de naburige panden;

    • j.

      Het gebruik van parkeerplaatsen bij winkelbezoek veroorzaakt in de directe omgeving van de winkel overlast of parkeerproblematiek voor reguliere gebruikers/ bewoners in de omgeving;

    • k.

      De mogelijkheid van het ontstaan van hinder door overlast veroorzakende groepen jongeren in de directe omgeving van de winkel wordt beoordeeld als een reëel risico.

  • 7. Een ontheffing kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

  • 8. Een antecedentenonderzoek zal deel uitmaken van de behandeling van de aanvraag. In geval van slecht levensgedrag kan de ontheffing geweigerd worden.

(procedure) 

  • 9a. De gemeente Maastricht publiceert één keer per vijf jaar de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een nieuwe ontheffingsperiode.

  • 9b. De bekendmaking van de nieuwe ontheffingsperiode met de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag wordt gepubliceerd op de website van de gemeentelijke website en op Overheid.nl/ officielebekendmakingen.nl.

  • 9c. De mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor een ontheffing start zes weken na publicatie zoals bedoeld in artikellid 9a en duurt vervolgens vier weken;

  • 9d. Een aanvraag die niet binnen de in artikellid 9c genoemde periode van vier weken is ingediend, wordt niet in behandeling genomen.

  • 9e. De datum van ontvangst bij de gemeente Maastricht (conform de officiële registratie door de gemeente) is bepalend voor de vraag of de aanvraag tijdig is ingediend binnen de vier weken.

  • 9f. De aanvraag dient te worden ingediend door gebruik te maken van een op de website van de gemeente aanwezig aanvraagformulier. Uitsluitend volledige en tijdige aanvragen kunnen in behandeling worden genomen.

  • 9g. De gemeente Maastricht kan afwijken van het bepaalde onder 9a indien tussentijds een of meerdere ontheffingen komen te vervallen c.q. ingetrokken worden. Indien de gemeente gebruik maakt van deze afwijkingsmogelijkheid, zijn de overige bepalingen ten aanzien van de procedure van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een tussentijds verleende ontheffing niet voor 5 jaar verleend wordt, maar dezelfde einddatum krijgt als de ontheffingen die op grond van 9a verleend zijn.

Toetsing

  • 10a. De aanvragen worden getoetst aan de voorwaarden en weigeringsgronden zoals genoemd in de voorgaande artikelleden.

  • 10b. Alvorens te beslissen op de aanvraag tot ontheffingverlening zal de politie Limburg-zuid van gemeente Maastricht (of diens rechtsopvolger) gehoord worden. De adviezen van de politie zullen in de overweging tot ontheffing worden meegenomen.

  • 10c. Alvorens te beslissen op de aanvraag zal tevens een Bibob-toets op grond van de Wet Bibob uitgevoerd worden. De uitkomst hiervan zal meegenomen worden in de overwegingen.

  • 10d. Voordat toepassing wordt gegeven aan artikellid 7, kan het Landelijk Bureau Bibob , zoals benoemd in artikel 8 van de Wet Bibob, om een advies gevraagd worden zoals bedoeld in artikel 9 van die wet.

  • 10e. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt tevens getoetst of er sprake is van slecht levensgedrag en of er geen andere wettelijke beletselen voor ontheffingverlening zijn.

Verlening

  • 11a. De aanvragen die voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden en waarop geen weigeringsgrond van toepassing is, komen in aanmerking voor de ontheffing. Indien dit meer aanvragen zijn dan het beschikbare aantal ontheffingen zoals bedoeld in artikellid 1, zal er tussen de aanvragen worden geloot om te bepalen voor welke aanvragen daadwerkelijk ontheffing verleend kan worden. De loting gebeurt door de Burgemeester in het bijzijn van een ambtenaar. De aanvragers mogen bij de loting aanwezig zijn.

  • 11b. Bij de bepaling van het beschikbare aantal ontheffingen worden de op het moment van ontheffingverlening nog geldende ontheffingen afgetrokken van het aantal beschikbare ontheffingen zoals bedoeld onder lid 1 van dit artikel.

  • 11c. Aan de hand van de uitkomst van de loting zoals bedoeld in artikellid 11a verlenen B&W de ontheffingen voor 5 jaar. De ontheffingen worden tegelijkertijd verleend.

  • 11d. De gemeente Maastricht kan afwijken van het bepaalde onder 9a in geval van tussentijds vervallen of intrekken van één of meerdere ontheffingen. Indien de gemeente gebruik maakt van deze afwijkingsmogelijkheid, zijn de overige bepalingen ten aanzien van de procedure van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat een tussentijds verleende ontheffing niet voor 5 jaar verleend wordt, maar dezelfde einddatum krijgt als de ontheffingen die op grond van 9a verleend zijn.

  • 11e. Tijdens de looptijd van de ontheffing kunnen Burgemeester en wethouders op aanvraag van de ontheffinghouder en de beoogde nieuwe ontheffinghouder een ontheffing overschrijven op een andere naam, maar voor hetzelfde pand. Hierbij wordt getoetst aan lid 7 en 8 van dit artikel.

  • 11f. De ontheffing wordt gepubliceerd op www.overheid.nl.''

Artikel 7. Incidentele nachtverkoop door individuele ondernemers.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag en onder voorwaarden ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover zij betrekking hebben op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur, op zaterdag tot 24.00 uur.

  • 2.

    Er moet sprake zijn van een incidentele en uitzonderlijke omstandigheid, waarbij een gespecificeerd artikel ter verkoop wordt aangeboden. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat een deel van de winkel voor publiek moet worden afgesloten.

  • 3.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien er sprake is van één of meer van de in artikel 6, lid 8 van deze verordening aangehaalde weigeringsgronden in het kader van aantasting woon- en leefomgeving en/ of openbare orde en veiligheid.

  • 4.

    Alvorens te beslissen op de aanvraag zal de politie Limburg-zuid en de gemeentelijke discipline integrale veiligheid om advies gevraagd worden waaruit nader voorwaarden kunnen voorkomen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders bepalen de openingstijden na 22.00 uur.

  • 6.

    Een gecertificeerd beveiligingsbedrijf dient tijdens de nachtelijke openstelling aanwezig te zijn en dient de openbare orde, veiligheid en een minimale overlast voor de omgeving te waarborgen.

  • 7.

    Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 7a. Verruiming openingsuren zon- en feestdagen voor individuele ondernemers voor uitzonderlijke situaties van maatschappelijk, cultureel en/of sociaal belang

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, tweede Paasdag, tweede Pinksterdag en Hemelvaartsdag, met uitzondering van de in artikel 5 lid 2 van deze verordening genoemde dagen, ten behoeve van een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard. De bijzondere gelegenheid moet bij de aanvraag worden aangetoond (d.m.v. documentatie).

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden voor bijzondere gebeurtenissen van tijdelijke aard:

  • -

    bijzondere economische -landelijk gedragen- gebeurtenissen van een specifieke keten; van zeer tijdelijke en niet repeterende aard;

  • -

    aantoonbare vestigingsjubilea (getuige inschrijving Kamer van Koophandel) van 5,10, 12½, 25, 40 en 50 jarig bestaan en vervolgens een veelvoud van 25 jaar;

  • -

    bij ontheffingverlening van artikel 2 van de Winkeltijdenwet ten behoeve van beurs(en) in het MECC conform het gestelde in artikel 5 van de VWT2015 (zon- en/of feestdagen) de openingstijden MECC vast te stellen tussen 10.00 en 20.00 uur;

  • -

    veilingen;

  • -

    opening nieuwe winkelvestiging;

  • -

    heropening na een omgevingsvergunningplichtige verbouwing;

  • -

    kunstateliers en galerieën;

  • -

    kerstbomenverkoop jaarlijks in de periode van 7 december tot en met 24 december, conform nota ambulante handel 2013, artikel 5 ad 3 op gemeentegrond en eigen terrein (zoals benoemd in de nota ambulante handel en zoals nadien gewijzigd).

  • 3.

    Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 8. Verbod (straat)verkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen.

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat vrijstellingen genoemd in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet gelden voor de gehele gemeente of voor één of meerder delen van de gemeente.

Artikel 8a. Algemene vrijstellingen.

  • 1.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, geldt een algemene vrijstelling ten aanzien van:

    • a.

      musea (winkels in musea);

    • b.

      winkels waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht; dit is tevens van toepassing op straatverkoop op aangewezen standplaatsen en door de gemeente georganiseerde markten;

    • c.

      winkels waar de bedrijfsactiviteit uitsluitend of hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers t.b.v. de verhuur van die (beeld)dragers;

    • d.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, uitsluitend ten behoeve van verhuur van fietsen en snor- en bromfietsen;

    • e.

      het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

    • f.

      het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten óp een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van depublieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats;

    • g.

      het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele of sportieve (i.c. JIM) aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (merchandising);

    • h.

      het in winkels in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen (merchandising);

    • i.

      het in of op het terrein van bejaardenoorden te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten;

    • j.

      ten aanzien van winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op Moederdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen wordt gevierd, vanaf 8.00 uur;

    • k.

      ten aanzien van winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk brood en gebak wordt verkocht, vanaf 8.00 uur;

    • l.

      gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsopgang tot zonsondergang ten aanzien van winkels waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak tevens plegen te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan;

    • m.

      op de zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12 uur ten aanzien van winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht; dit geldt tevens voor straatverkoop conform de carnavalsverpachting;

    • n.

      voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed, snoep en dergelijke op een terrein waar een kermis wordt gehouden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen beperkingen opleggen ten aanzien van de in lid 1 genoemde algemene vrijstellingen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor een branche ontheffing verlenen ten aanzien van zon- en feestdagen die zeer bijzonder zijn voor die specifieke branche.

Artikel 9. In werking treden.

Deze verordening treedt onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Winkeltijden Maastricht 2013 in werking op 1 januari 2016.

Artikel 10. Overgangsregeling.

Ontheffingen en vrijstellingen verleend op grond van de Verordening Winkeltijden Maastricht 2013 worden geacht ontheffingen en vrijstellingen te zijn in gevolge de Verordening Winkeltijden Maastricht 2015.

Artikel 10a. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in zeer uitzonderlijke gevallen anders besluiten dan in de verordening bepaald is.

Artikel 11. Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Winkeltijden Maastricht 2015”.

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 15 december 2015.

De Griffier,

J.Goossens.

De Voorzitter,

J.M. Penn-te Strake.