Regeling vervallen per 01-01-2019

Centrumregeling Inkoop Jeugdzorg regio Zuid-Limburg

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2018

Intitulé

Centrumregeling Inkoop Jeugdzorg regio Zuid-Limburg

Centrumregeling Inkoop Jeugdzorg regio Zuid-Limburg

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-

Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth,

Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en

Voerendaal;

Overwegende dat:

  • -

    zij al langere tijd samenwerken bij de voorbereiding op de decentralisaties in het sociaal domein;

  • -

    zij zich realiseren dat zij deze opgave op onderdelen niet alleen kunnen en willen voorbereiden;

  • -

    de nieuwe Jeugdwet met zich meebrengt dat de colleges van een regio met elkaar samenwerken in de uitvoering van de nieuwe jeugdzorgtaken (artikel 2.8 lid 1 van de Jeugdwet);

  • -

    dit heeft geleid tot een Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Zuid-Limburg en gezamenlijke beleidsontwikkeling door de 18 gemeenten voor 2015;

  • -

    de raden van de onderscheidenlijke gemeenten hebben besloten de zwaar gespecialiseerde jeugdzorg gezamenlijk in te kopen;

  • -

    de portefeuillehouders Jeugd van de onderscheidenlijke gemeenten daarnaast de behoefte hebben de overige jeugdzorgtaken, zoals omschreven in het Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Zuid-Limburg, voor 2015 gezamenlijk in te kopen;

  • -

    de raden van de onderscheidenlijke gemeenten een voorkeur hebben aangegeven voor een structuur die gekenmerkt wordt als ‘zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig’, passend binnen het regionaal gedragen principe: lokaal wat kan en regionaal waar het moet of waar het effectief en efficiënt is;

  • -

    zij zich hebben uitgesproken voor een centrumconstructie als bestuurlijke vorm, omdat dit zorgt voor eenduidigheid en een beperking van kosten en administratieve lasten;

  • -

    het nu nodig is een gezamenlijke keuze te maken voor de inrichting van de regionale inkoop van de dienstverlening ten behoeve van de Jeugdzorg vanaf 1 januari 2015 vanwege de termijnen die gepaard gaan met een ordentelijk inkoopproces;

  • -

    zij de gezamenlijk inkoop willen vormgeven door gebruik te maken van de gemeente Maastricht als centrumgemeente;

 

Gelet op:

 

  • -

    de Jeugdwet;

  • -

    het bepaalde in artikel 1 en 8, vierde lid, van de WGR;

  • -

    de toestemming van de raden van de deelnemende gemeenten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de WGR

 

Besluiten:

 

tot het aangaan van de “Centrumregeling Inkoop Jeugdzorg regio Zuid-Limburg”,

 

waarvan de inhoud als volgt luidt:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsbepaling

In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    centrumregeling: de Centrumregeling Inkoop Jeugdzorg regio Zuid-Limburg;

  • b.

    deelnemende gemeenten: de gemeenten die aan deze regeling deelnemen;

  • c.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Limburg;

  • d.

    WGR: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • e.

    portefeuillehouder jeugd: het collegelid van een deelnemende gemeente, verantwoordelijk voor de jeugdzorg;

  • f.

    centrumgemeente: de gemeente Maastricht waarvan het college namens de colleges van de andere deelnemende gemeenten de jeugdzorg inkoopt zoals omschreven in artikel 4 van deze regeling en overeenkomstig artikel 8, vierde lid, van de WGR;

  • g.

    regionale jeugdzorgtaken: taken in het kader van de Jeugdwet (wet van 14 maart 2014, Stbl. 2014-105) waarvan de raden en colleges van de deelnemende gemeenten in gezamenlijkheid hebben vastgesteld dat deze regionaal worden uitgevoerd;

  • h.

    regionaal transitiearrangement: het Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Zuid-Limburg;

  • i.

    stuurgroep: de stuurgroep Decentralisatie Jeugdzorg Zuid-Limburg, die bestaat uit een vertegenwoordiging van portefeuillehouders jeugd van de deelnemende gemeenten en toeziet op de uitvoering van de gemaakte afspraken inzake regionale beleidsvoorbereiding en regionale uitvoering van de decentralisatie jeugdzorg;

  • j.

    bestuurlijk overleg: overleg van de portefeuillehouders jeugd van alle deelnemende gemeenten.

Artikel 2 - Doelstelling en uitgangspunten van de centrumregeling

De deelnemende gemeenten gaan door middel van deze centrumregeling onderlinge samenwerking

aan met de doelstellingen zoals verwoord onder 1 en 2 en uitgangspunten zoals verwoord onder 3 tot en met 6:

  • 1.

    Het zorg dragen voor een kwalitatief goede en efficiënte uitvoering van de jeugdzorgtaken, zoals vastgelegd in de beleidsplannen Jeugd van de deelnemende gemeenten, met inachtneming van de bepalingen van de Jeugdwet.

  • 2.

    Het delen van kennis en expertise in de regio die nodig zijn voor de uitvoering.

  • 3.

    De samenwerking wordt zodanig ingericht dat zij garant staat voor continuïteit en duurzaamheid van de jeugdzorg.

  • 4.

    In de vormgeving van deze gezamenlijk uit te voeren jeugdzorg wordt maximaal aangesloten op de wijze van inrichting van de lokale jeugdzorgtaken in de deelnemende gemeenten.

  • 5.

    De deelnemende gemeenten behouden hun eigen bestuurlijke structuur, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, gericht op een goede dienstverlening aan de eigen bevolking en ruimte voor het behoud van eigen identiteit in de uitvoering van de nieuwe jeugdzorgtaken.

  • 6.

    Deze centrumregeling is gericht op de inkoop van de dienstverlening van de jeugdzorg zoals omschreven in artikel 4 ten behoeve van de deelnemende gemeenten.

Artikel 3 - Centrumconstructie

  • 1.

    De regionale inkoop van de jeugdzorg wordt uitgevoerd door de centrumgemeente. Deze gemeente treedt namens de gemeenten op als inkopende partij.

  • 2.

    De deelnemende gemeenten verlenen de centrumgemeente opdracht tot het inkopen van de in artikel 4 genoemde taken namens de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    De centrumgemeente aanvaardt deze opdracht en richt daartoe een inkoopteam in binnen de eigen ambtelijke organisatie waarbij de deelnemende gemeenten inhoudelijke input leveren.

Artikel 4 – Taken van de centrumgemeente

  • 1.

    De taken van de centrumgemeente omvatten de regionale inkoop van de zware gespecialiseerde jeugdzorg, inclusief contractbeheer en monitoring van de contractafspraken, voor in ieder geval de volgende onderdelen:

    • a.

      alle vormen van Jeugdzorg (daghulp t/m 24 uur) die noodzakelijkerwijs gegeven moet worden in een residentiële voorziening of klinische setting, waaronder:

      • -

        jeugd en opvoedhulp;

      • -

        jeugdzorg voor verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijke beperkte jeugdigen;

      • -

        jeugd geestelijke gezondheidszorg (jGGZ);

      • -

        gesloten jeugdzorg.

    • b.

      pleegzorg

    • c.

      jeugdbescherming en jeugdreclassering

    • d.

      crisishulp

  • 2.

    Voor 2015 en 2016 geldt dat de centrumgemeente daarnaast alle jeugdhulp inkoopt die voortvloeit uit het Regionaal Transitiearrangement Zuid-Limburg.

  • 3.

    De regionale inkoop betreft alleen het organiseren van het aanbod aan jeugdhulp door middel van contractering. Iedere deelnemende gemeente blijft zelf verantwoordelijk voor de keuze wanneer dit aanbod in te zetten: de toegang is lokaal georganiseerd.

  • 4.

    De afhandeling van facturen van aanbieders van jeugdhulp gebeurt door de centrumgemeente. De administratie van de betalingen en de verrekening daarvan met de deelnemende gemeenten wordt eveneens afgehandeld door de centrumgemeente.

  • 5.

    De inkoop zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel kan en zal worden verlengd voor de resterende looptijd van de centrumregeling na een daartoe strekkend unaniem besluit door de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten uiterlijk voor 1 april 2016.

Hoofdstuk 2. Bestuurlijke afstemming

Artikel 5 – Bestuurlijk overleg

  • 1.

    De stuurgroep voert ten minste twee keer per jaar overleg over de uitvoering van de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken. Het overleg is gericht op:

    • a.

      het monitoren van de voortgang van uitvoering van de taken door de centrumgemeente, zoals omschreven in artikel vier en bespreken van eventuele knelpunten die zich daarin voordoen;

    • b.

      informatie-uitwisseling over gemeentelijke activiteiten op het terrein van deze regeling die voor de regio van belang zijn of kunnen zijn;

    • c.

      afstemming en het ontwikkelen van voorstellen over eventuele aanpassingen en verbeteringen die gewenst of nodig zijn in het belang van een effectieve en efficiënte uitvoering van de inkoop.

  • 2.

    Tenminste één keer per jaar vindt er bestuurlijk overleg plaats over de uitvoering van de in artikel 4 van deze regeling benoemde taken, voorbereid door de stuurgroep, die blijft functioneren als overlegorgaan ten behoeve van de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    Het bestuurlijk overleg vindt voorts plaats wanneer één van de portefeuillehouders jeugd, onder opgaaf van redenen, daar schriftelijk om verzoekt. Een dergelijk extra bestuurlijk overleg wordt uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst van dit verzoek door de stuurgroep belegd.

Artikel 6 – Uitvoeringsplan

  • 1.

    De centrumgemeente stelt jaarlijks een uitvoeringsplan op, om de afspraken over de uitvoering van taken door de centrumgemeente concreet uit te werken en jaarlijks te actualiseren.

  • 2.

    In het uitvoeringsplan worden in ieder geval afspraken vastgelegd met betrekking tot:

    • a.

      de hoogte van de financiële bijdragen van de deelnemende gemeenten, zowel voor het verstrekken van de voorschotten aan de aanbieders via de centrumgemeente als voor de uitvoeringskosten van de centrumgemeente voor de inkoop van de taken zoals genoemd in artikel 4.

    • b.

      de wijze waarop deelnemende gemeenten input leveren aan het inkoopteam van de centrumgemeente;

    • c.

      de wijze waarop het inkoopteam output levert aan de deelnemende gemeenten;

    • d.

      de financiële gevolgen bij uittreding;

    • e.

      de inzet van personele bijdragen;

    • f.

      de organisatie van de ICT;

    • g.

      hoe om te gaan met vigerend (lokaal) inkoop- en aanbestedingsbeleid.

  • 3.

    De centrumgemeente bespreekt het uitvoeringsplan met de overige deelnemende gemeenten, alvorens dit wordt goedgekeurd door het bestuurlijk overleg.

  • 4.

    Het jaarlijks uitvoeringsplan wordt uiterlijk op 1 oktober vastgesteld, voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het uitvoeringsplan betrekking heeft.

Hoofdstuk 3. Informatie en verantwoording

Artikel 7 - Informatie en verantwoording door de centrumgemeente

  • 1.

    De regels die ingevolge de artikelen 212 en 213 Gemeentewet zijn gesteld door de raad van de centrumgemeente, zijn van overeenkomstige toepassing op de regeling.

  • 2.

    De centrumgemeente verstrekt de portefeuillehouders jeugd schriftelijk dan wel langs elektronische weg de inlichtingen die nodig zijn voor het goed kunnen vervullen van hun bestuurlijke verantwoordelijkheid. Daartoe wordt in ieder geval verstaan de actieve verstrekking van:

    • a.

      het budgettair kader voor de uit te voeren taken door de centrumgemeente, uiterlijk in de maand september, voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop het kader betrekking heeft;

    • b.

      een jaarlijks op te stellen uitvoeringsplan;

    • c.

      een financieel en inhoudelijk jaarverslag, uiterlijk per 1 mei van het daaropvolgende jaar;

    • d.

      een halfjaarlijks verslag van de voortgang;

    • e.

      per kwartaal een afwijkingenrapportage.

  • 3.

    De colleges van de deelnemende gemeenten leggen verantwoording af aan de raad van de eigen gemeente over de uitvoering van de in deze regeling genoemde taken.

  • 4.

    De colleges van de deelnemende gemeenten kunnen de centrumgemeente om aanvullende inlichtingen verzoeken. Een verzoek om aanvullende inlichtingen dient schriftelijk dan wel langs elektronische weg te worden ingediend bij het college van de centrumgemeente.

Hoofdstuk 4. Financiële bepalingen

Artikel 8 - Kostentoerekening

  • 1.

    Deelnemende gemeenten betalen voor de op basis van artikel 4 ingekochte zorg op basis van feitelijk gebruik.

  • 2.

    Daarbij worden de afspraken die zijn gemaakt met aanbieders in het Regionaal transitiearrangement over de continuering van zorg in 2015 in acht genomen. Wanneer in de praktijk niet wordt voldaan aan de omzetgaranties die de regio als geheel heeft gegeven aan de aanbieders, omdat het feitelijk gebruik daarbij achterblijft, wordt een analyse gemaakt van de oorzaken. In het uitvoeringsplan voor 2015 worden afspraken gemaakt over de verrekening per gemeente wanneer niet aan de regionale omzetverplichting richting aanbieders wordt voldaan.

  • 3.

    Deelnemende gemeenten betalen de centrumgemeente een voorschot op basis van geraamd zorggebruik. De centrumgemeente bekostigt hiermee de aanbieders, eveneens op voorschotbasis.

  • 4.

    De centrumgemeente verrekent met de deelnemende gemeenten het verschil tussen het voorschot en het feitelijk gebruik van jeugdzorg.

  • 5.

    De deelnemende gemeenten betalen de centrumgemeente voor de te verrichten werkzaamheden een voorschot gebaseerd op het budgettair kader in het uitvoeringsplan.

  • 6.

    De frequentie van de bevoorschotting zoals bedoeld in de leden 3 en 5 en de verrekening zoals bedoeld in lid 4 van de deelnemende gemeenten richting de centrumgemeente worden bepaald op basis van de frequentie van bevoorschotting die wordt afgesproken met de aanbieders door de centrumgemeente en de wijze waarop de verrekening met de aanbieders wordt vormgegeven. Deze wordt vastgelegd in het jaarlijks uitvoeringsplan.

Artikel 9 – Facturering en verrekening

  • 1.

    De afhandeling van facturen van aanbieders van de in artikel 4 genoemde zorg vindt plaats door de centrumgemeente.

  • 2.

    De centrumgemeente is verantwoordelijk voor een deugdelijke geautomatiseerde verwerking van facturen van aanbieders en deelt deze informatie met de deelnemende gemeenten.

  • 3.

    De uitvoeringskosten van de centrumgemeente als genoemd in artikel 6 worden verrekend met de deelnemende gemeenten naar rato van het budget Jeugd als onderdeel van de integratie-uitkering sociaal domein.

Hoofdstuk 5. Toetreden, wijzigen, uittreden

Artikel 10 - Toetreden

  • 1.

    Andere gemeenten kunnen toetreden tot deze centrumregeling indien daartoe door de deelnemen-de gemeenten bij unanimiteit wordt besloten, door middel van gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente regelt de gevolgen van de toetreding en kan hieraan voorwaarden verbinden.

Artikel 11 - Wijzigen

  • 1.

    De centrumregeling kan worden gewijzigd indien daartoe wordt besloten bij unanimiteit, door middel van gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten na daartoe verkregen toestemming van de desbetreffende raden.

  • 2.

    Het college van de centrumgemeente regelt de gevolgen van de wijziging van de centrumregeling.

Artikel 12 – Uittreden

  • 1.

    Een aan de centrumregeling deelnemende gemeente kan uit de centrumregeling treden door een daartoe strekkend besluit van het college van burgemeester en wethouders van die gemeente en na verkregen toestemming van de desbetreffende raad. Deze besluiten worden direct ter kennis van andere deelnemende gemeenten gebracht.

  • 2.

    Een deelnemende gemeente kan uitsluitend per 1 januari van een kalenderjaar uittreden. Het voornemen tot uittreding wordt door de deelnemende gemeente minimaal één jaar van te voren kenbaar gemaakt aan de centrumgemeente.

  • 3.

    De centrumgemeente regelt in overleg met de deelnemende gemeenten de financiële gevolgen en de overige gevolgen van uittreding. De directe en indirecte kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de uittreding komen ten laste van de uittredende gemeente(n).

  • 4.

    Voor de uittredende gemeente geldt een inspanningsverplichting om gedwongen ontslagen ten gevolge van de uittreding bij de centrumgemeente te voorkomen.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 13 - Looptijd en evaluatie

  • 1.

    Deze centrumregeling treedt in werking op 1 januari 2015 en heeft een looptijd tot en met 31 december 2018.

  • 2.

    De regeling wordt jaarlijks geëvalueerd, de eerste keer in het eerste kwartaal van 2016.

  • 3.

    De deelnemende gemeenten treden tijdig voor het einde van de looptijd met elkaar in overleg over het eventuele voortzetten van de centrumregeling.

Artikel 14 - Geschillen

Onverminderd het bepaalde in artikel 28 WGR, verplichten de deelnemende gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.

Artikel 15 – Archief

De centrumgemeente is belast met de zorg en toezicht op de bewaring en beheer van de archiefbescheiden. Ten aanzien van de archiefbescheiden zijn de voorschriften van de centrumgemeente van toepassing.

Artikel 16 - Toezending aan Gedeputeerde Staten en aan de gemeenten

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente wordt aangewezen als gemeentebestuur als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de WGR.

  • 2.

    De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten verrichten de inschrijving in hun register van gemeenschappelijke regelingen, als bedoeld in artikel 27, tweede lid WGR.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente draagt op de wettelijk voorgeschreven wijze als bedoeld in artikel 26 lid 2 WGR zorg voor de bekendmaking van de centrumregeling.

Artikel 17 - Slotbepaling

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treden de deelnemende gemeenten met elkaar in overleg.

Artikel 18 - Citeertitel

Deze centrumregeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Inkoop Jeugdzorg regio Zuid-Limburg.

Aldus vastgesteld door:

Het college van de gemeente Beek in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Brunssum in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Eijsden-Margraten in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Gulpen-Wittem in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Heerlen in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Kerkrade in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Landgraaf in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Maastricht in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Meerssen in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Nuth in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Onderbanken in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Schinnen in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Simpelveld in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Sittard-Geleen in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Stein in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Vaals in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Valkenburg aan de Geul in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,

Het college van de gemeente Voerendaal in de vergadering van

De secretaris,

De burgemeester,