Verlegregeling Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht.

Geldend van 22-06-2016 t/m heden

Intitulé

Verlegregeling Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht:

overwegende dat het wenselijk is om een regeling vast te stellen met het oog op een zorgvuldige afdoening van eventuele aanvragen voor nadeelcompensatie als bedoeld in de: "Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2016 gemeente Maastricht" (hierna aan te duiden als "AVOI");

gelet op artikel 10, lid 2 van de AVOI;

Besluit:

Vast te stellen de volgende:

Regeling met betrekking tot nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van in of op openbare grond aanwezige kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwek ten behoeve van nutsvoorzieningen, dit op verzoek van de gemeente.

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Inleidende bepalingen

Artikel 1:

De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.

Artikel 2:

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    instemmingbesluit: een instemmingbesluit als bedoeld in artikel 4 van de AVOI;

  • b.

    vergunning: een vergunning die voor het in werkingtreden van de AVOI op basis van de APV is verleend;

  • c.

    kabel(s) en/of leiding(en): kabel(s) en/of leiding(en) als bedoeld in de AVOI, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

  • d.

    nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen: het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen;

  • e.

    aanvraag: een aanvraag voor het nemen van een besluit aangaande nadeelcompensatie;

  • f.

    belanghebbende: netbeheerder als bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de AVOI;

  • g.

    natte/droge infrastructuur: met een natte infrastructuur worden watergangen (sloot, vaart, rivieren en dijklichamen met een waterkerende functie) bedoeld. Alle overige infrastructuur wordt als droge infrastructuur beschouwd;

  • h.

    schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente (inclusief eventueel door belanghebbende aan derden verschuldigde BTW);

  • i.

    nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de belanghebbende;

  • j.

    onder openbare grond of openbare ruimte wordt verstaan de openbare grond of openbare ruimte van de gemeente Maastricht.

Artikel 3:

Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden als bedoeld in deze regeling is gelet op het bepaalde in artikel 4 van de AVOI een voorafgaand instemmingbesluit vereist.

HOOFDSTUK 2 NADEELCOMPENSATIE

2.1 Nadeelcompensatie algemeen

Artikel 4:

Indien een netbeheerder zoals bedoeld in artikel 10 van de AVOI, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe.

Artikel 5:

Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijf stellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

2.2 Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende in openbare ruimte ligt

Artikel 6:

Voor kabels en leidingen geldt dat indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van kabels en/of leidingen op grond van een aanwijzing, de gemeente 50% van het schadebedrag zal uitkeren.

2.3 Nadeelcompensatie ingeval de kabel en/of leiding van de belanghebbende niet in openbare ruimte ligt

Artikel 7:

De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag, indien:

  • 1.

    de kabel en/of leiding van de netbeheerder is gelegen in of op de grond die hem krachtens het eigendomsrecht toebehoort, of;

  • 2.

    de kabel en/of leiding ligt op basis van een ander zakelijk recht of;

  • 3.

    op de kabel en/of leiding rust een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht.

Artikel 8:

Rusten op de kabel en/of leiding van de netbeheerder geen van de rechten bedoeld in artikel 7, dan is het bedrag van de nadeelcompensatie gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Artikel 9:

Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 10:

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.2. of 2.3. voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.

Artikel 11:

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen ten aanzien van dezelfde kabel en/of leiding, is op de eerste tijdelijke maatregel deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente. 

HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD

3.1 Vooroverleg

Artikel 12:

Het college maakt zijn voornemen van een werk bekend met een aanwijzing aan de netbeheerder op grond van artikel 10, lid 2 onderdeel a van de AVOI. Hierin is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Indien sprake is van aanwezige kabels en/of leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de netbeheerder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels en/of leidingen te vervangen of te verwijderen.

Artikel 13:

Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.

3.2 Aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen

Artikel 14:

Het college neemt het besluit tot een schriftelijke aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in het vooroverleg als bedoeld in artikel 13.

3.3 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 15:

Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van één jaar nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, bij het college een verzoek in om voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie.

Artikel 16:

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

  • a.

    een verwijzing naar de aanwijzing van het college aan de netbeheerder tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen;

  • b.

    een kostenspecificatie;

  • c.

    de hoogte van de nadeelcompensatie waarop belanghebbende aanspraak maakt.

3.4 Besluit

Artikel 17:

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • -

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 18;

    • -

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien de verstrekte gegevens en bescheiden naar het oordeel van het college onvoldoende zijn voor de beoordeling van het verzoek en nadat de netbeheerder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan netbeheerder;

    • -

      om het verzoek om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

    • -

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2.

    Het college kan de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn eenmalig met acht weken verdagen.

3.5 Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 18:

Het aanpassen van de kabel en/of leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden met betrekking tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen geheel zijn afgerond. Binnen één jaar na dat moment dient belanghebbende een verzoek in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.

Artikel 19:

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

  • a.

    een verwijzing naar het besluit van het college tot voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie;

  • b.

    een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag.

3.6 Definitieve vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 20:

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • a.

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 18;

    • b.

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien de verstrekte gegevens en bescheiden naar het oordeel van het college onvoldoende zijn voor de beoordeling van het verzoek en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan belanghebbende;

    • c.

      om het verzoek geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

    • d.

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2.

    Het college kan de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn eenmalig met acht weken verdagen.

3.7 Betaling nadeelcompensatie

Artikel 21:

Indien nadeelcompensatie is bepaald (op basis van een vaste prijs dan wel op basis van nacalculatie) dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ten hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 6 weken na de datum van bekendmaking van het definitieve nadeelcompensatiebesluit.

HOOFDSTUK 4 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN

4.1 Algemeen

Artikel 22:

De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:

  • -

    kosten van ontwerp en begeleiding;

  • -

    kosten van uit- en in bedrijfstellen;

  • -

    kosten van uitvoering zonder toeslagen;

  • -

    kosten van materiaal zonder toeslagen.

4.2 Kosten van ontwerp en begeleiding

Artikel 23:

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering.

Het gaat om kosten van:

  • -

    overleg en correspondentie;

  • -

    directievoering en toezicht houden;

  • -

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • -

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • -

    juridisch vrij maken van tracé;

  • -

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • -

    kosten van benodigde instemmingbesluiten en leges.

4.3 Kosten van uit- en in bedrijfstellen

Artikel 24:

Onder de kosten van het uit- en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • -

    kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel en/of leiding alsmede de kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel en/of leiding;

  • -

    kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijfstellen.

4.4 Uitvoeringskosten

Artikel 25:

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • -

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • -

    kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten kabels en/of leidingen;

  • -

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • -

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard.

4.5 Materiaalkosten

Artikel 26:

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de kabel en/of leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

4.6 Bundeling werkzaamheden

Artikel 27:

Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de belanghebbende het college inzicht in de verdeling van het gezamenlijke financiële nadeel.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 28:

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op werken en werkzaamheden waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen de gemeente en belanghebbende.

  • 2.

    Deze regeling is niet van toepassing op het gemeentelijke rioleringsnet.

Artikel 29:

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 30:

De citeertitel van deze regeling luidt als volgt: Verlegregeling Kabels en Leidingen 2016 Gemeente Maastricht.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 29 maart 2016.

De Secretaris,

P.J. Buijtels

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

TOELICHTING: VERLEGREGELING GEMEENTE MAASTRICHT 2016

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

De voorliggende regeling is uitdrukkelijk niet van toepassing op Telecommunicatiekabels. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent.

Artikel 1

Aangezien de verlegregeling is gebaseerd op de AVOI zijn de daar gedefinieerde begrippen ook hier van toepassing. Tevens zijn enkele begrippen toegevoegd.

Artikel 2

Het centrale begrip in de verlegregeling is ‘schadebedrag’. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen, waaronder het verplaatsen. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij het nemen van maatregelen zijn de werkelijke kosten. De werkelijke kosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken. Vermogensschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 3

Behoeft geen verdere toelichting.

HOOFDSTUK 2 NADEELCOMPENSATIE

2.1 Nadeelcompensatie algemeen

Artikel 4

Als het college van de gemeente Maastricht het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk - en dit leidt voor een netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder om nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt of niet en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.

Artikel 5

Voor de hoogte van eventuele nadeelcompensatie zijn de artikelen in hoofdstuk 2 van de verlegregeling bepalend. De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten.

2.2 Nadeelcompensatie voor het geval de kabel en/of leiding van belanghebbende in openbare ruimte ligt

Paragraaf 2.2 bepaalt de hoogte van de nadeelcompensatie als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding van de netbeheerder in de openbare ruimte ligt.

Artikel 6

Behoeft geen nadere toelichting.

2.3 Nadeelcompensatieregeling ingeval de kabel en/of leiding van belanghebbende niet in openbare ruimte ligt

Paragraaf 2.3 handelt over de hoogte van de nadeelcompensatie indien de kabel en/of leiding van de netbeheerder verlegd, verwijderd of aangepast moet worden en niet in de openbare ruimte ligt.

We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een kabel en/of leiding in grond die eigendom is van netbeheerder zelf, de kabel en/of leiding op basis van een zakelijk recht ligt en of dat een recht krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht (BP) rust op de kabel en/of leiding enerzijds en overige rechtsposities anderzijds. Bij het maken van dit onderscheid aansluiting gezocht bij soortgelijke bepalingen in nadeel-compensatieregelingen op rijksniveau. Voor de goede orde, ingevolge de regels van het onteigeningsrecht kan aanspraak worden gemaakt op volledige schadeloosstelling in geval een kabel en/of leiding ligt in grond die eigendom is van de netbeheerder, ingeval er een zakelijk recht rust op deze kabel en/of leiding of er een gedoogplicht bestaat op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht.

Artikel 7

Voor de bepaling van de hoogte van de nadeelcompensatie is in dit artikel aangesloten bij hetgeen bepaald is in de Onteigeningswet. Dit betekent dat 100% van het schadebedrag vergoedt zal worden met een aftrek nieuw voor oud. Bij nieuw voor oud is te denken is aan een afschrijving gebaseerd op de economische levensduur van de leiding.

Artikel 8

Indien de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding niet in de openbare ruimte ligt en niet in grond van de netbeheerder, noch met een zakelijk recht of een gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht, dan bestaat de nadeelcompensatie uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten met een aftrek nieuw voor oud. De materiaalkosten en de kosten van uit- en in bedrijfstellen worden niet vergoed.

2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Deze paragraaf bevat een aantal artikelen die betrekking hebben op de vaststelling van het bedrag van de nadeelcompensatie.

Artikel 9

Partijen dienen, in het kader van de verwijdering, verlegging of aanpassing van een kabel en/of leiding scha-debeperkend op te treden. Zij moeten rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De te nemen maatregelen moeten gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

Artikel 10

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de netbeheerder of de gemeente kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van de paragrafen 2.2 of 2.3 van deze regeling tot een evi-dent onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeel-compensatie aan te passen.

Artikel 11

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen, is op de eerste tijdelijke maatregelen deze verlegregeling van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere maatregelen op dezelfde locatie in een bepaalde periode betrekking hebbend op dezelfde kabel en/of leiding.

HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD

3.1 Vooroverleg

Artikel 12

Gemeente Maastricht voert vooroverleg met de netbeheerder nadat de netbeheerder per brief geïnformeerd is over de plannen en de consequenties voor betrokken leidingen.

Artikel 13

Gemeente Maastricht streeft ernaar in overleg tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. Tijdens het vooroverleg worden aspecten met betrekking tot de technische oplossing en planning aan de orde gesteld en wordt gestreefd naar overeenstemming hierover.

3.2 Aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen

Artikel 14

Het college neemt het besluit tot het geven van een aanwijzing voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen. In het vooroverleg is overeenstemming bereikt of niet. Het aanwijzingsbesluit richt zich op de noodzaak tot het nemen van maatregelen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het besluit handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd is in artikel 21 en dat genomen kan worden nadat een verzoek om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder. De aanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.

3.3 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 15

De datum waarop een belanghebbende een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen is bepalend voor het ingaan van de termijn waarbinnen belanghebbende een verzoek om nadeelcompensatie kan indienen.

Artikel 16

Om tot een beslissing te kunnen komen op het verzoek van de belanghebbende, zijn mogelijk meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum is opgesomd. De aan-duiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen daarom bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten. De verlegregeling bevat nadere kosten-technische bepalingen die de gemeente hanteert bij het bepalen van de hoogte van de kosten.

3.4 Besluit

Artikel 17

De gemeente neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling geno-men als dit meer dan 1 jaar nadat door het college een aanwijzing is gegeven aan de netbeheerder voor het nemen van maatregelen wordt ingediend. Het verzoek kan afgewezen worden als de te nemen maatregelen aan de kabel en/of leiding van belanghebbende niet door de gemeente worden veroorzaakt. Het verzoek kan ook geheel of gedeeltelijk toegekend worden of anderszins geheel afgewezen worden (bijvoorbeeld de schade dient redelijkerwijs voor rekening van belanghebbende te komen en te blijven). Indien de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende 4 weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van 8 weken na indiening van het verzoek om nadeelcompensatie waarbinnen het college een besluit neemt wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd. Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan. De gemeente kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

3.5 Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 18

De belanghebbende dient binnen een jaar nadat de werkzaamheden voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en/of leidingen zijn afgerond het verzoek in te dienen voor de definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie. Die wordt bepaald op basis van werkelijk gemaakte kosten.

Artikel 19

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

3.6 Definitieve vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 20

Geen toelichting, tekst spreekt voor zich.

3.7 Betaling nadeelcompensatie

Artikel 21

Is de nadeelcompensatie definitief vastgesteld dan dient de belanghebbende voor de betaling daarvan een factuur in te dienen. De betaling van de factuur vindt in principe plaats binnen 6 weken na datum van het definitieve bestuurscompensatiebesluit (kan later zijn indien factuur later wordt ingediend). Het bestuurscompensatiebesluit is leidend voor de uitbetaling.

HOOFDSTUK 4 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN

4.1 Algemeen

Artikel 22

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan het nemen van de maatregelen. Tot slot is hierbij van belang dat de nemen maatregelen gerealiseerd moeten worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant.

4.2 Kosten van ontwerp en begeleiding

Artikel 23

Bij de post ontwerp en begeleiding betekent dit dat de netbeheerder het aantal uren en de tarieven moet overleggen. De netbeheerder mag in principe pas kosten declareren vanaf het moment dat overeenstem-ming is bereikt over de oplossing. In de praktijk houdt dit in dat de eerste paar afstemmingsoverleggen niet kunnen worden gedeclareerd in verband met de maatschappelijke afstemmingsplicht.

4.3 Kosten van uit- en in bedrijfstellen

Artikel 24

Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een maatregel te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.

4.4 Uitvoeringskosten

Artikel 25

Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werk-putten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten. Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten. 

4.5 Materiaalkosten

Artikel 26

Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektro-technische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, als-mede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten.

NB: De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van de gemeente vallen onder de uitvoeringskosten.

4.6 Bundeling werkzaamheden

Artikel 27

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder afzonderlijk zou kruisen.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

Deze bepaling bevat het overgangsrecht. Deze verlegregeling is uitsluitend van toepassing op werken waarvoor op het moment van in werking treden nog geen (schriftelijke) afspraken zijn. Daarnaast is deze regeling niet van toepassing op het gemeentelijke rioleringsnet.

Artikel 29

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 30

Behoeft geen nadere toelichting.