Regeling vervallen per 15-03-2018

Subsidieregeling Bewonersinitiatiefgelden 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 14-03-2018

Intitulé

Subsidieregeling Bewonersinitiatiefgelden 2017

Bewonersinitiatieven

Maastricht telt talloze bewoners, die zich belangeloos inzetten voor de stad en haar inwoners. Er ontstaan ook steeds meer initiatieven van bewoners waarbij burgers zelf aan de slag gaan om de eigen woon- en leefomgeving te verbeteren om mensen met elkaar in verbinding te brengen en iets te doen voor elkaar.

Ter stimulering van bewonersinitiatieven die bijdragen aan vitale en aantrekkelijke wijken bestaat op grond van de Verordening subsidies vrijwilligersactiviteiten welzijn en zorg 2017 (hierna te noemen: “de Verordening”), met ingang van 01-01-2017, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor deze initiatieven.

Met deze extra subsidiemogelijkheid willen we de kracht van bewoners stimuleren: zij bedenken ideeën en initiatieven, voeren ze uit en sluiten aan bij de capaciteiten en gewoontes van de deelnemers in hun buurt of straat.

Het budget is alleen bedoeld voor het ontwikkelen en uitvoeren van initiatieven van en door bewoners zelf. Ze zijn dus niet bedoeld voor de bekostiging van professionals en/of professionele activiteiten, al kan het incidenteel voorkomen dat beperkte professionele inzet onderdeel van het initiatief is (b.v. het opstellen van een akte, communicatie etc.) Dit moet dan duidelijk onderdeel van of voorwaardenscheppend zijn voor het bewonersinitiatief.

De regeling is bedoeld om bewoners de mogelijkheid te geven een initiatief te ontwikkelen en uit te voeren. Per initiatief wordt slechts eenmalig subsidie verleend. U kunt dus niet in volgende jaren opnieuw subsidie toegekend krijgen voor hetzelfde (doorlopende) initiatief of meermaals subsidie toegekend krijgen voor een (al dan niet jaarlijks) terugkerend initiatief.

Wilt u een succesvol initiatief structureel, bijvoorbeeld jaarlijks, uitvoeren dan moet u overwegen om als stichting of vereniging subsidie aan te vragen of samen te gaan werken met een bestaande vrijwilligersorganisatie.

  • 1.

    Grondslag

Subsidieverstrekking vindt plaats door het van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht (hierna te noemen: “het college”) in de vorm van een eenmalige subsidie conform de bepalingen van artikel 15 van de Verordening.

  • 2.

    Doelstelling

Deze subsidieregeling dient bij te dragen aan de realisatie van de volgende doelen:

  • 1.

    vitale en aantrekkelijke wijken;

  • 2.

    een samenleving waarin bewoners actief zijn en betrokken zijn bij hun medebewoners en leefomgeving en daarvoor ook hun verantwoordelijkheid nemen;

  • 3.

    bewoners zijn in staat om zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij.

Met deze subsidieregeling wil de gemeente Maastricht er aan bijdragen dat burgers meer betrokken raken bij elkaar, bij de wijk of stad en dat hun deelname aan het maatschappelijk leven toeneemt.

  • 3.

    Subsidieplafond en wijze van verdeling

Subsidieplafond

Er is voor 2017 een bedrag ad € 50.000 beschikbaar gesteld voor alle aanvragen samen op grond van de subsidieregeling Bewonersinitiatieven. Het totaal beschikbare subsidiebudget is leidend, er kan niet meer subsidie worden verleend dan het maximum van € 50.000 voor alle aanvragen bij elkaar opgeteld.

Wijze van verdeling

Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. De aanvraag waarmee het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt zonder inhoudelijke beoordeling afgewezen. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

4. Vormvoorschriften aanvraag (Op grond van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder a en/of c, van de Algemene wet bestuursrecht)

De subsidieaanvraag dient in elk geval te bevatten:

  • naam en adres van de aanvrager

  • de dagtekening

  • handtekening aanvrager

  • vermelding van aard en doel van het initiatief,

  • een onderbouwing van het draagvlak in de buurt of straat voor het initiatief

  • de gezochte samenwerking met andere bewoners/organisaties en

  • een begroting.

Inzake de vermelding van de aard en het doel van het initiatief is van belang dat de aanvrager duidelijk aangeeft voor welke activiteiten subsidie wordt aangevraagd en wanneer deze activiteiten zullen plaatsvinden.

De aanvrager dient in zijn aanvraag te onderbouwen dat er draagvlak binnen de buurt of straat is voor het initiatief, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de Verordening. Dit kan bijvoorbeeld door het bijvoegen van een handtekeningenlijst.

Conform artikel 15, derde lid, van de Verordening dient de aanvrager voor wat betreft de begroting het boekjaar gelijk te stellen aan het kalenderjaar.

Een subsidieaanvraag die niet aan de bovenvermelde eisen voldoet kan buiten behandeling worden gesteld (p grond van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder a en/of c, van de Algemene wet bestuursrecht). Alvorens daartoe over te gaan zal het college de aanvrager in de gelegenheid stellen zijn aanvraag aan te vullen en hem daartoe een termijn bieden.

  • 5.

    Subsidievoorwaarden

Voor de algemene subsidievoorwaarden wordt allereerst verwezen naar artikel 2 van de Verordening.

Daarnaast zijn de navolgende subsidievoorwaarden van toepassing.

Aanvragen die niet voldoen aan de subsidievoorwaarden worden afgewezen zonder (verdere) inhoudelijke beoordeling.

Aanvrager

Aanvragen zoals bedoeld in deze subsidieregeling kunnen enkel gedaan worden door een bewonersinitiatief als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder j van de Verordening: een initiatief van een of meerdere bewoners die niet georganiseerd zijn in een stichting of vereniging, gericht op het bevorderen van de leefbaarheid in de buurt en/of het oplossen van een ervaren problematiek. Bewoners en bewonersgroepen kunnen aldus enkel als particulier (natuurlijk persoon) subsidie aanvragen.

Aanvraagperiode en sluitingstermijn

De aanvraag wordt ingediend uiterlijk 13 weken voor de aanvang van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Voorts dient de subsidieaanvraag uiterlijk op 31 december 2017 door de gemeente ontvangen te zijn. Een aanvraag die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt zonder (verdere) inhoudelijke beoordeling afgewezen.

Uitvoeringstermijn

Het initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient binnen 6 maanden na toekenning te zijn afgerond. Dat betekent niet dat het initiatief dan moet stoppen, maar de inzet van de subsidie moet binnen deze 6 maanden gebeuren. Dat hieraan wordt voldaan, moet uit de aanvraag blijken.

Maximaal subsidiebedrag per activiteit of initiatief

Per aanvraag kan maximaal € 3.000 subsidie worden verleend voor activiteiten en/of initiatieven, waaronder ook investeringskosten geteld kunnen worden. Ook kleine initiatieven zijn van harte welkom. De subsidie kan ook verleend worden als aanvullende financiering.

Aanvragers kunnen meerdere aanvragen voor verschillende initiatieven indienen. Hierbij geldt dat, indien er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid tussen aanvragen, deze als één aanvraag worden beoordeeld. Of er sprake is van dergelijke afhankelijkheid staat ter vrije beoordeling van het college. Het is niet mogelijk om meerdere aanvragen voor hetzelfde initiatief in te dienen,

Aanvragen hoger dan € 3.000 worden zonder (verdere) inhoudelijke beoordeling afgewezen of, indien het project uitvoerbaar blijft, gemaximeerd op € 3.000,-.

Per initiatief wordt slechts eenmaal subsidie verleend. De aanvraag wordt geweigerd indien reeds eerder voor hetzelfde initiatief of dezelfde activiteit op grond van de Subsidieregeling bewonersinitiatiefgelden 2016, of een voorloper daarvan, subsidie is verleend. Of sprake is van hetzelfde initiatief staat ter vrije beoordeling van het college. Hiervoor is voldoende dat sprake is van dezelfde of in hoofdzaak dezelfde (al dan niet voortdurende) activiteiten. Aanvragen die zien op een initiatief waarvoor reeds eerder een keer subsidie is verleend, worden afgewezen zonder (verdere) inhoudelijke beoordeling.

  • 6.

    Weigeringsgronden, verplichtingen en vaststelling

Weigeringsgronden

Voor de algemene (discretionaire) weigeringsgronden wordt allereerst verwezen naar artikel 5 van de Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 en artikel 5 van de Verordening.

De subsidie kan daarnaast worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a)

    het initiatief tot onevenredige overlast leidt voor medebewoners;

  • b)

    de activiteit of het programma van activiteiten gelijk valt te stellen met een buurtfeest of een ander vergelijkbaar evenement.

Verplichtingen

Voor de algemene verplichtingen wordt verwezen naar artikel 8 van de Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015.

Vaststelling

Subsidies die op grond van deze regeling en artikel 15 van de Verordening worden verstrekt worden op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 direct vastgesteld.

  • 7.

    Beoordeling en toekenning

Op grond van artikel 15 van de Verordening wordt een subsidie voor bewonersinitiatieven op aanvraag verleend wanneer:

  • 1.

    de aanvrager(s) aantonen dat er draagvlak voor het bewonersinitiatief is binnen de buurt of de straat waar de activiteit zal plaatsvinden; en

  • 2.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, een bijdrage leveren aan de beleidsdoelstellingen van het Sociaal Domein.

Ad 1. Draagvlak

Het college neemt in ieder geval aan dat er sprake is van (voldoende) draagvlak wanneer de aanvrager:

een lijst met (minimaal) 5 handtekeningen van personen uit de buurt of straat overlegt;

Deze lijst is niet limitatief. Aanvragers kunnen ook op andere wijze het bestaan van (voldoende) draagvlak aantonen. Of er sprake is van voldoende draagvlak staat ter vrije beoordeling van het college. Wanneer het bestaan van voldoende draagvlak niet is aangetoond, is dit reeds voldoende reden voor weigering van de subsidieaanvraag.

Ad 2. Beleidsdoelstellingen

Het college beoordeelt de vraag of het initiatief een bijdrage levert aan de beleidsdoelstellingen van het Sociaal Domein, zoals bedoeld in paragraaf 2 van deze regeling en artikel 3 van de Verordening, op basis van de onderstaande subsidiecriteria.

Subsidieaanvragen die voldoen aan de subsidievoorwaarden van deze subsidieregeling en waarop geen van de bovengenoemde weigeringsgronden van toepassing zijn, worden aan de hand van deze subsidiecriteria getoetst door een gemeentelijke beoordelingscommissie. Dit betekent overigens niet dat, wanneer een aanvang wordt genomen met de beoordeling van de aanvraag door de beoordelingscommissie, reeds daarom weigering van de aanvraag op grond van de eerdergenoemde weigeringsgronden niet langer mogelijk is. Het staat het college immer vrij een aanvraag te weigeren indien weigeringsgronden van toepassing zijn.

De beoordeling op basis van de subsidiecriteria zal plaatsvinden door een gemeentelijke beoordelingscommissie van drie personen, namelijk de procescoördinator zelfsturing en twee vakinhoudelijk medewerkers. Zij beoordelen de subsidieaanvragen, onafhankelijk van elkaar, en kennen per criterium een score toe op een schaal van tien in een even waarde 2/4/6/8/10. De optelsom van de beoordelaars per criterium wordt gemiddeld (gedeeld door het aantal). Afronding vindt plaats op één decimaal. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de aanvraag op ieder criterium in ieder geval gemiddeld zes op tien scoren. Is dit niet het geval wordt de subsidieaanvraag afgewezen. De toegekende (totaal)scores worden door de beoordelingscommissie (kort) gemotiveerd, waarbij wordt aangesloten bij de toelichting bij de criteria in paragraaf 7. Op grond van deze korte toelichting bepaalt het college of met de beoordeling door de beoordelingscommissie kan worden ingestemd en of deze kan worden overgenomen.

Toekenning vindt plaats binnen 6 weken na ontvangst van de complete aanvraag, tenzij in verband met de inhoud van de aanvraag meer tijd nodig is om deze te beoordelen. Indien dat het geval is zal daarover overleg gevoerd worden met de aanvrager.

De subsidieaanvrager/ontvanger dient mee te werken aan communicatie-uitingen van de gemeente Maastricht. Hier zijn voor de subsidieontvanger geen kosten aan verbonden.

  • 8.

    Subsidiecriteria

Beoordeling van de aanvragen vindt plaats volgens de volgende criteria:

Resultaat

  • de mate waarin het (beoogde) resultaat bijdraagt aan de doelstellingen van deze subsidieregeling, zoals beschreven in paragraaf 2 en artikel 3 van de Verordening.

Uitvoering

  • de mate waarin het initiatief door bewoners zelf wordt uitgevoerd.

Verbinding:

  • de mate waarin het initiatief bijdraagt aan het verbinden van individuen en/of groepen uit de samenleving (vitaal/niet vitaal, jongeren/ouderen, autochtoon/allochtoon enz.).

Samenwerking

  • de mate waarin wordt samengewerkt met andere personen, buurtbewoners, organisaties, ondernemers etc. Het gaat daarbij om daadwerkelijke samenwerking, niet alleen afstemming of betrokkenheid.

Haalbaarheid

  • De mate van haalbaarheid van de uitvoering van het initiatief en de beoogde resultaten. De voorgestelde activiteiten moeten logischerwijs uitvoerbaar zijn en het gestelde resultaat kunnen bereiken, binnen de voorgestelde tijd en met het gevraagde budget, rekening houdende met de aard en omvang van de activiteit, de doelgroep en de betrokken personen, buurtbewoners, organisaties, ondernemers etc.

Proportionaliteit prijs/inhoud, resultaten

  • De mate van efficiënte besteding van algemene middelen. Het gaat hier om de verhouding tussen de kosten van het project en de te verrichten werkzaamheden dan wel de voorziene resultaten zoals die in de aanvraag zijn verwoord. Subsidies zijn publieke middelen en moeten dus verantwoord worden besteed. Er wordt dus getoetst of het initiatief niet te duur is in verhouding tot wat het oplevert voor de individuele deelnemer en voor de maatschappij.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 9 mei 2017.