MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT INZAKE HET PLAATSEN EN EXPLOITEREN VAN PUBLIEKE LAADINFRASTRUCTUUR IN DE OPENBARE RUIMTE

Geldend van 01-04-2020 t/m heden

Intitulé

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT INZAKE HET PLAATSEN EN EXPLOITEREN VAN PUBLIEKE LAADINFRASTRUCTUUR IN DE OPENBARE RUIMTE

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT;

en de

BURGEMEESTER VAN MAASTRICHT;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelet op afdeling 10.1.1van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 160, eerste lid onder e en 171 van de Gemeentewet;

Overwegende dat:

  • een gezamenlijke Aanbesteding voor het plaatsen en exploiteren van publieke laadpalen in de openbare ruimte georganiseerd wordt;

  • de Provincie Noord-Brabant, voornoemde Aanbesteding ten behoeve van de deelnemende gemeenten in het kader van ontzorging organiseert;

  • in dit verband het College van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester Mandaat, volmacht en machtiging verlenen aan de Provincie Noord-Brabant, voor het nemen van de benodigde besluiten in het kader van,en de gemeente te vertegenwoordigen bij, voornoemde Aanbesteding;

BESLUITEN:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanbesteding: de gezamenlijke aanbesteding inzake het plaatsen en exploiteren van publieke Laadinfrastructuur in de openbare ruimte;

  • b.

    Burgemeester: de burgemeester van Maastricht;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Maastricht;

  • d.

    Gemandateerde: de functionaris, die van de Mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de Mandaatgever besluiten te nemen;

  • e.

    Gemeente: de gemeente Maastricht;

  • f.

    Laadinfrastructuur: het geheel van oplaadstations, oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen die bestemd zijn voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • g.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten, geen besluiten en/of privaatrechtelijke rechtshandelingen zijnde;

  • h.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • i.

    Mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een bij functie genoemde functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • j.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

Artikel 2 Mandaatverlening

  • 1.

    Het College verleent Mandaat aan de algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant voor het nemen van besluiten die verband houden met en nodig zijn in het kader van de Aanbesteding.

  • 2.

    De algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant kan ter uitoefening van een krachtens het eerste lid aan hem gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende (leidinggevende) functionarissen dan wel projectleiders.

Artikel 3 Volmacht en Machtiging

  • 1.

    Het College verleent Volmacht aan) de algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en/of Machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling in het kader van voornoemde Aanbesteding.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde Volmacht omvat in het bijzonder het namens de Gemeente sluiten en beheren van contracten die rechtsreeks verband houden met de Aanbesteding.

  • 3.

    De Burgemeester verleent Volmacht aan de algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant tot het ondertekenen van contracten die rechtsreeks verband houden met de Aanbesteding.

  • 4.

    De algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant kan ter uitoefening van een krachtens het eerste lid aan hem verleende Volmacht, (schriftelijk) ondervolmacht verlenen aan onder hem ressorterende (leidinggevende) functionarissen.

Artikel 4 Procesvertegenwoordiging

  • 1.

    De algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant is gemachtigd tot het vertegenwoordigen van de Gemeente in rechte, voor zover deze vertegenwoordiging rechtstreeks verband houdt met de Aanbesteding en/of het contractbeheer als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 2.

    De algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant kan, krachtens deze Machtiging, door hem aangewezen personen machtigen tot het in rechte vertegenwoordigen van de Gemeente, als bedoeld in het vorige lid.

Artikel 5 Instructies

De Gemandateerde/gevolmachtigde/gemachtigde neemt bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden en/of gevolmachtigde en/of gemachtigde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van het College in acht, zoals bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6 Informatieplicht

  • 1.

    De algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant stelt het College tijdig in kennis van krachtens Mandaat of Volmacht te nemen of reeds genomen besluiten waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door het College gewenst is.

  • 2.

    Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt in ieder geval plaats indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politiek bestuurlijk, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      het besluit ertoe kan leiden dat de Gemeente aansprakelijk wordt gesteld

  • 3.

    Het College kan op grond van de kennisgeving,bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit besluit verleende Mandaat of Volmacht geen gebruik mag worden gemaakt.

  • 4.

    Het College voorziet de algemeen directeur van de Provincie Noord-Brabant tijdig van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn Mandaat en Volmacht.

Artikel 7 Toepasselijke wet- en regelgeving

  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht.

  • 2.

    De gemandateerde en/of de gevolmachtigde en/of gemachtigde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Verantwoording

Onverminderd het bepaalde in dit besluit verschaft de algemeen directeur van de Provincie Noord­ Brabant desgevraagd alle informatie aan het College respectievelijk de Burgemeester ter zake de uitoefening van de in dit besluit bedoelde bevoegdheden.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 3 maart 2020 en door de Burgemeester van Maastricht d.d. 3 maart 2020

De Secretaris,

R.E.C. Kleijnen.

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

De Burgemeester van Maastricht,

J.M. Penn-te Strake

Ondertekening