Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent het ondermandaatbesluit Meerssen – Maastricht inzake de uitvoering van De dienstverleningsovereenkomst Wvggz tussen gemeente Meerssen en gemeente Maastricht

Geldend van 21-11-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent het ondermandaatbesluit Meerssen – Maastricht inzake de uitvoering van De dienstverleningsovereenkomst Wvggz tussen gemeente Meerssen en gemeente Maastricht

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht:

  • >

    Gelet op artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • >

    Gezien het mandaatbesluit uitvoering Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz) van de gemeente Meerssen van 7 juli 2020, waarbij bevoegdheden in het kader van de uitvoering van de Wvggz en de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften zijn gemandateerd aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht en waarbij het college in het kader van de uitvoering van de Wvggz ook gemachtigd is tot het verrichten van feitelijke handelingen;

  • >

    Gezien het mandaatbesluit uitvoering Wvggz gemeente Meerssen van 7 juli 2020, waarbij tevens de bevoegdheid is gemandateerd tot het nemen van beslissingen omtrent klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Awb tegen gedragingen in het kader van de uitoefening van de hiervoor bedoelde bevoegdheden ter uitvoering van de Wvggz;

  • >

    Gezien het feit dat het college van burgemeester en wethouders van Maastricht heeft ingestemd met de verkregen mandaten en machtigingen;

  • >

    Gelet op het feit dat het college van burgemeester en wethouders van Maastricht bij mandaatbesluit uitvoering Wvggz gemeente Meerssen van 7 juli 2020 tevens de bevoegdheid heeft verkregen ten aanzien van de verstrekte mandaten en machtigingen ondermandaat resp. submachtiging te verlenen;

  • >

    Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders van Maastricht om redenen van praktische aard van die bevoegdheid gebruikt maakt en dat de verkregen mandaten worden ondergemandateerd en voor de machtigingen submachtiging wordt verleend conform onderstaand besluit.

Besluit:

Artikel 1.

De volgende bevoegdheden door te mandateren aan de medewerkers van Sociale Zaken Maastricht Heuvelland belast met de uitvoering van de Wvggz:

  • a.

    het indienen van een aanvraag als bedoeld in artikel 5:2, lid 3 en lid 5 Wvggz;

  • b.

    het berichten t.a.v. het ontbreken van noodzaak tot verplichte zorg als bedoeld in artikel 5:2, lid 4 Wvggz en;

  • c.

    het schriftelijk informeren van de melder over de beslissing van de officier van justitie (artikel 5:16, lid 2 Wvggz).

Artikel 2.

De bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften in verband met het uitoefenen van de in artikel 1 vermelde bevoegdheden door te mandateren aan de portefeuillehouder.

Artikel 3.

De bevoegdheid tot het nemen van beslissingen op klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 Algemene wet bestuursrecht tegen gedragingen in het kader van de uitoefening van de opgedragen taken/bevoegdheden vermeld in artikel 5:1, 5:2 en 5:16 van de Wvggz door te mandateren aan de manager Sociale Zaken Maastricht Heuvelland.

Artikel 4.

Voor de verkregen machtiging tot het verrichten van feitelijke handelingen als bedoeld in artikel 5:1 en artikel 5:2, lid 2 Wvggz submachtiging te verlenen aan de medewerkers van SZMH die belast zijn met de uitvoering van de Wvggz.

Ondertekening

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht in de collegevergadering van 15 september 2020.

de secretaris,

R.E.C. Kleijnen

de burgemeester,

J.M. Penn-te Strake