Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2021)

Geldend van 01-04-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2021)

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 oktober 2020, organisatieonderdeel BCC-Concernzaken, no.2020.28011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

BESLUIT VAST TE STELLEN DE VOLGENDE VERORDENING:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maastricht 2021

(Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2021)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruik maken in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

  • b.

    Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt

Artikel 6. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8. Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieven tabel wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijkse verschuldigde afvalstoffenheffing

  • 1. De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieven tabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel is verschuldigd bij het aanbieden van het huishoudelijk afval.

Artikel 10. Ontstaan van de belastingschuld voor de niet jaarlijks geheven afvalstoffenheffing

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieven tabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4. De afvalstoffenheffing moet worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 12. Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.

Artikel 13. Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2. Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 14. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 15. Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven ter zake van het inzamelen van bedrijfsafval bij onroerende zaken waarvan de gemeente of een van haar instellingen gebruiker is.

Artikel 16. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieven tabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieven tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 17. Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 18. Wijze van heffing

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.1. van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. Het recht bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieven tabel wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 19. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 20. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 2.2. van de tarieven tabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 21. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4. Het recht moet worden betaald in geval de kennisgeving bedoeld in artikel 18, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 22. Aanslaggrens

  • 1. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2. Voor de toepassing van het vorig lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 23. Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021.

Artikel 24. Overgangsrecht

De ‘Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2020’ van 12 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 25, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 25. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 26. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november en voortgezet 11 november 2020.

De Griffier,

De Voorzitter,

Bijlage 1: Tarieventabel Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2021

Tarieventabel

behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen Maastricht 2021”.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

Bedrag per 01-01-2021 in €

Bedrag per 01-04-2021 in €

1.1.1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

306,21

306,21

1.1.2

Indien het huishoudelijk afval wordt gestort in een stortkoker of container niet voorzien van toegangsregulatie, bedraagt de belasting per perceel per belastingjaar

374,50

374,50

1.1.3

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.1 en 1.1.2, bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een gemeentelijke restafvalzak

 
 

Van 50 liter

1,00

1,00

Van 25 liter

0,58

0,58

1.1.4

Indien het huishoudelijk afval wordt gestort in een ondergrondse container voorzien van toegangsregulatie, geldt per tik het tarief voor een gemeentelijke restafvalzak van 50 liter

1,00

1,00

Hoofdstuk 1.2 overige maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieventabel bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats (brenglocatie) zonder weegvoorziening

Hoeveelheid

Toelichting

Bedrag per 01-01-2021 in €

Bedrag per 01-04-2021 in €

Elektronische apparatuur (afgedankte)

Onbeperkt

 

0

0

Wit en gekleurd glas

Onbeperkt

 

0

0

Vlakglas, schoon

Onbeperkt

 

0

0

Metaal

Onbeperkt

 

0

0

Textiel

Onbeperkt

 

0

0

Papier en karton

Onbeperkt

 

0

0

PMD (plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons)

Onbeperkt

 

0

0

Grof tuinafval (plantaardig afval afkomstig van onderhoud van de tuin, wat qua afmetingen niet in de GFT-container past)

Max 2 m³ per bezoek

 

0

0

Frituurvet

Onbeperkt

 

0

0

Klein Chemisch Afval (accu’s, batterijen, etc.)

Onbeperkt

 

0

0

Afgewerkte olie

Max 5 liter

 

0

0

Asbest, verpakt in stevig, luchtdicht, dubbel naad-overlappend plastic van minimaal 0,2 mm dikte.

Max 15 m2

 

0

0

Oud gereedschap

(“Gered Gereedschap” zamelt oud gereedschap in en schenkt dit aan derde wereldlanden www.geredgereedschap.nl).

Onbeperkt

 

0

0

Banden (auto, motor en scooter) met of zonder velg

Maximaal 4 per keer

 

0

0

Harde kunststoffen zoals plastic tuinmeubelen, plastic speelgoed, etc. (dat niet vervuild is met stof, hout, ijzer, etc.)

Onbeperkt

 

0

0

Gasflessen

Max. 2 per bezoek

 

0

0

Matrassen;

Matrassen schoon en droog te worden aangeboden. Matrassen niet schoon of niet droog worden geaccepteerd als grof huishoudelijk afval

Max. 2 per bezoek

matras kinderbedje

3,95

3,95

eenpersoonsmatras

7,90

7,90

tweepersoonsmatras

15,80

15,80

Polystyreen

Max. 1 m3 per bezoek

 

0

0

Gips, niet vervuild (met tegels of hout vervuild gips aanbieden bij een erkend verwerkingsbedrijf)

Max. 2 m3 per bezoek

 

0

0

Huishoudelijk afval in gemeentelijke restzak

Zak 25 liter

(max 3,5 kg)

0

0

Zak 50 liter

(max 7 kg)

0

0

Huishoudelijk afval in andere zak dan gemeentelijke restzak (aantal zakken niet beperkt)

Zak 50 liter

(max. 7 kg)

1,60

1,60

Zak 100 liter

(max. 14 kg)

3,20

3,20

Grof huishoudelijk afval (aangeboden bij een ander milieupark dan milieupark ‘Het Rondeel’)

Max 2m³ per bezoek

0,25m³

7,90

7,90

0,50m³

15,80

15,80

1,00m³

31,60

31,60

1,50m³

47,40

47,40

2,00m³

63,20

63,20

C-hout: Geïmpregneerd hout, hout dat verontreinigd is door bijvoorbeeld dakleer, plastic, stof, etc., rot of beschimmeld hout, hout dat plaatmateriaal of ijzeren delen bevat anders dan schroeven of spijkers, bielzen, tuinschuttingen

Max 2m³

0,25m³

7,90

7,90

0,50m³

15,80

15,80

1,00m³

31,60

31,60

1,50m³

47,40

47,40

2,00m³

63,20

63,20

Dakleer (aangeboden bij een ander milieupark dan milieupark ‘Het Rondeel’)

Max 0,5 m³

Van 0 tot 0,25 m³

7,90

7,90

Vanaf 0,25 t/m 0,50 m³

15,80

15,80

Houtafval (A- en B-hout)

A-hout: schoon en onbehandeld hout.

B-hout: geverfd en gelakt hout, zoals plaatmaterialen

Max 2m³

1e keer

gratis

gratis

2e keer

gratis

gratis

3e en volgende keer

 
 

Van 0 t/m 0,25 m3

3,75

3,75

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

7,50

7,50

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

15,00

15,00

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

22,50

22,50

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

30,00

30,00

Gemengd steenachtig materiaal: niet vervuild met bv. Mergel, Gips, tegels en dergelijke. Vervuild materiaal aanbieden bij erkende verwerker

Max 2 m³ per bezoek

Van 0 t/m 0,25 m3

2,50

2,50

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

5,00

5,00

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

10,00

10,00

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

15,00

15,00

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

20,00

20,00

Schone grond

(vervuilde grond aanbieden bij een erkende verwerker)

Max 2 m³ per bezoek

Van 0 t/m 0,25 m3

3,75

3,75

Vanaf 0,25 t/m 0,5 m3

7,50

7,50

Vanaf 0,5 t/m 1 m3

15,00

15,00

Vanaf 1 t/m 1,5 m3

22,50

22,50

Vanaf 1,5 t/m 2,0 m3

30,00

30,00

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieventabel bedraagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats (brenglocatie) met een weegvoorziening:

Hoeveelheid

Toelichting

Bedrag per 01-01-2021 in €

Bedrag per 01-04-2021 in €

Grof huishoudelijk afval, niet gescheiden in afzonderlijke componenten

Per kg

 

0,21

0,21

Dakleer

Per kg

 

0,11

0,11

Houtafval (A-Hout): Schoon en onbehandeld hout

Max 2m³

1e keer

gratis

gratis

2e keer

gratis

gratis

Per kg

0,07

0,07

Houtafval (B-Hout): geverfd en gelakt hout zoals bv. plaatmaterialen

Max 2m³

1e keer

gratis

gratis

2e keer

gratis

gratis

Per kg

0,07

0,07

Houtafval (C-Hout): geïmpregneerd hout; hout dat verontreinigd is door bijv. dakleer, plastic, stof, etc.; rot of beschimmeld hout; hout dat plaatmateriaal of ijzeren delen bevat anders dan schroeven of spijkers; bielzen; tuinschuttingen.

Per kg

 

0,12

0,12

Puin

Per kg

 

0,02

0,02

Grond

Per kg

 

0,02

0,02

Restafval

Per kg

 

0,21

0,21

Matrassen

Per kg

 

0,40

0,40

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van deze tarieventabel bedraagt de belasting voor het op aanvraag aan huis ophalen van maximaal 2 m³ grof huishoudelijk afval (grof tuinafval, fijn restafval en GFT wordt niet meegenomen)

Hoeveelheid

Toelichting

Bedrag per 01-01-2021 in €

Bedrag per 01-04-2021 in €

Voorrijkosten

Inclusief maximaal 0,5 uur beladen door chauffeur en belader

Vast tarief

26,14

26,53

Ingeval beladen langer duurt dan 0,5 uur

Per extra (deel van) half uur

 

26,14

26,53

Inzameling met weeginstallatie

tot en met 100 kg.

Vast tarief

19,00

21,00

 

Per staffel van 5 kg.

Vanaf 100 kg.

0,95

1,05

Wit- en bruingoed, grote afgedankte elektrische en elektronische apparaten. Meerderere apparaten uit één huishouden kunnen gelijktijdig worden aangeboden

Een toeslag van

Indien gelijktijdig met overig grof huishoudelijk afval

35,89

36,43

 

Een bedrag van

Indien alleen wit- en bruingoed, eenmalig

35,89

36,43

Hoofdstuk 2. Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

 

Bedrag per 01-01-2021 in €

Bedrag per 01-04-2021 in €

2.1

De rechten bedragen per perceel belastingjaar

306,21

excl. BTW

306,21

excl. BTW

2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een afvalzak

 
 

Van 50 liter

1,00

1,00

Van 25 liter

0,58

0,58

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november en voortgezet 11 november 2020.

De Griffier,

De Voorzitter,