Regeling vervallen per 12-04-2013

Kledingbesluit 1984

Geldend van 01-01-1985 t/m 11-04-2013

Intitulé

Kledingbesluit 1984

Kledingbesluit 1984

Kledingbesluit 1984

  • -

    Artikel 1

  • -

    Artikel 2

  • -

    Artikel 3

  • -

    Artikel 4

  • -

    Artikel 5

  • -

    Artikel 6

  • -

    Artikel 7

  • -

    Artikel 8

  • -

    Artikel 9

Voor de toepassing van deze regeling wordt onder "Ambtenaar" verstaan de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Maastricht alsmede hij die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht bij de gemeente werkzaam is en die verplicht is tijdens de vervulling van zijn betrekking voorgeschreven kleding of uniform te dragen.

Indien in deze regeling wordt gesproken van "kleding", wordt daaronder verstaan de kleding of uniform en het werkschoeisel.

Het hoofd van dienst bepaalt in overleg met de onderdeelcommissie welke ambtenaren bij de dienst verplicht zijn tijdens de vervulling van hun betrekking of voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden voorgeschreven kleding te dragen.

De kleding wordt de ambtenaar in bruikleen verstrekt zonder dat daarvoor een eigen bijdrage wordt gevorderd, behoudens het bepaalde in artikel 5, lid 2.

Het is de ambtenaar verboden om zonder toestemming van het hoofd van dienst de kleding ten eigen bate buiten de dienstuitoefening te gebruiken.

Door het hoofd van dienst wordt in overleg met de onderdeelcommissie de soort, de draagduur en de wijze van verstrekking van de kleding vastgesteld.

Indien de ambtenaar gedurende een deel van de normale werktijd in de functie werkzaam is, kan de draagduur, vastgesteld overeenkomstig het eerste lid, door het hoofd van dienst naar evenredigheid worden verlengd.

Geen kleding wordt verstrekt aan de ambtenaar, die slechts voor korte duur wordt tewerkgesteld, tenzij het hoofd van dienst anders bepaalt.

Het hoofd van dienst draagt zorg dat nauwkeurige aantekening wordt gehouden van de verstrekte kleding.

Het hoofd van dienst is verplicht jaarlijks voor 1 april aan Burgemeester en Wethouders een nominatieve opgave te verstrekken van de ambtenaren van zijn dienst, die in het voorafgaande jaar kleding hebben ontvangen, onder vermelding van de soort van de kleding en de geldswaarde daarvan.

Naar aanleiding van de opgave, die door het hoofd van dienst is ingediend, kunnen Burgemeester en Wethouders bepalen, dat daarin opgenomen verstrekkingen voortaan op de door hen aan te geven wijze dienen te geschieden.

De ambtenaar is verplicht zorg te dragen, dat de verstrekte kleding zich steeds in behoorlijke staat bevindt.

Indien vernieuwing van de kleding binnen de vastgestelde draagduur is te wijten aan de onachtzaamheid van de ambtenaar, kunnen de kosten van vervanging van de kleding geheel of gedeeltelijk voor rekening van de ambtenaar worden gebracht.

Het Hoofd van dienst is bevoegd in gevallen, dat het onbruikbaar worden van de kleding buiten toedoen van de ambtenaar is veroorzaakt, binnen de vastgestelde draagduur vernieuwing of reparatie voor rekening van de dienst nemen.

Indien een ambtenaar wegens ziekte of andere omstandigheden geruime tijd, d.w.z. langer dan één maand, geen gebruik van de kleding heeft behoeven te maken, kan het hoofd van dienst de vastgestelde draagduur daarvan verlengen met ten hoogste de duur van de afwezigheid.

Bij het verstrekken van nieuwe kleding en bij functiewijziging, herschikking of het beëindigen van de dienstbetrekking, dient de kleding bij een door het diensthoofd aangewezen ambtenaar te worden ingeleverd, tenzij het diensthoofd anders bepaalt.

Indien het betrokken diensthoofd van oordeel is, dat de kleding, die wordt ingeleverd, geen of geringe waarde heeft voor de gemeente, kan hij die kleding aan de ambtenaar schenken.

Het gewone onderhoud, de kleine herstellingen en het reinigen en wassen van de kleding, voor zover dit tot de normale huishoudelijke taak behoort, geschieden door de zorg van de ambtenaar. Het hoofd van dienst kan bepalen, dat de kosten van het reinigen en wassen van bepaalde kledingstukken op hygiënische gronden of wegens de door de aard van de werkzaamheden optredende sterke verontreiniging van de kleding voor rekening van de gemeente worden genomen.

De grote herstellingen en het reinigen en wassen, dat niet tot de normale huishoudelijke taak behoort, zoals het chemisch reinigen het impregneren daaronder begrepen, geschieden voor rekening van de gemeente, tenzij de kosten zijn veroorzaakt door onvoldoende onderhoud of onachtzaamheid van de ambtenaar, in welk geval deze kosten met toepassing van artikel 15:1:12 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Maastricht op de ambtenaar zullen worden verhaald.

Het hoofd van dienst bepaalt, wanneer er sprake is van een kleine of grote herstelling. Tevens bepaalt het hoofd van dienst de frekwentie, waarmede het wassen en reinigen van de kleding voor rekening van de gemeente plaats vindt.

Over de beslissingen ingevolge dit artikel die een meer algemeen karakter dragen, wordt door het hoofd van dienst overleg gevoerd met de onderdeelcommssie.

De ambtenaar die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit een kledingtoelage genoot en die niet voor toepassing van artikel 2, lid 2 van dit besluit in aanmerking komt, blijft zolang hij zijn funktie waarin hij die toelage genoot blijft vervullen, in het genot van de kledingtoelage. Gedurende die tijd kan hem of haar geen dienst of werkkleding worden verstrekt. De kledingtoelage wordt telkens aangepast aan de hand van de indexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Deze regeling, die kan worden aangehaald als "Kledingbesluit 1984", treedt in werking op 1 januari 1985. Met ingang van die datum vervalt de regeling dienst en werkkleding, vastgesteld bij hun besluit van 2 juli 1980.