Regeling vervallen per 12-04-2013

Rechtspositieregeling voor de (buitengewoon) ambtenaar burgelijke stand van de gemeente Maastricht

Geldend van 01-06-2009 t/m 11-04-2013

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de (buitengewoon) ambtenaar burgelijke stand van de gemeente Maastricht

Regeling buitengewoon verlof nevenwerk binnen diensttijd

Regeling buitengewoon verlof nevenwerk binnen diensttijd

  • -

    Artikel 1

  • -

    Artikel 2

  • -

    Artikel 3

  • -

    Artikel 4

  • -

    Artikel 5

  • -

    Artikel 6

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Maastricht.

  • b

    nevenwerk: werkzaamheden, die de ambtenaar in verband met zijn functie niet zijn opgedragen en ook niet geacht kunnen worden te zijn opgedragen.

  • c

    verlof: buitengewoon verlof op grond van artikel 6:4:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Maastricht voor het verrichten van nevenwerkzaamheden binnen diensttijd.

Verlof wordt slechts verleend onder de voorwaarden, die in de artikelen 3 tot en met 5 zijn opgenomen.

Indien het nevenwerk permanent is of tenminste voor onbepaalde tijd in een vast patroon in diensttijd zou moeten worden verricht, wordt het verlof slechts verleend als het niet mogelijk is het dienstverband met de ambtenaar zodanig te regelen, dat hij in deeltijd gaat werken.

Over de tijd van het verlof wordt geen bezoldiging en geen vakantie-uitkering uitgekeerd.

Indien het de ambtenaar is toegestaan nevenwerk binnen diensttijd te verrichten, waarmede overwegend het algemeen belang wordt gediend, dan vindt het eerste lid geen toepassing in het geval dat het nevenwerk niet wordt gehonoreerd. Indien het nevenwerk, waarmede overwegend het algemeen belang wordt gediend, wel wordt gehonoreerd, dan wordt de inhouding op de bezoldiging en de vakantie-uitkering beperkt tot hetgeen de ambtenaar aan honorering uit het nevenwerk geacht kan worden te ontvangen voor de met het verlof overeenkomende tijd. De korting bedraagt in ieder geval niet meer dan de voor die tijd geldende honorering als ambtenaar.

Bij de berekening van de beperking van de korting op de bezoldiging dient te worden uitgegaan van de bruto inkomsten uit de hoofdfunctie en uit het nevenwerk.

Indien en voor zolang ten genoege van het bevoegd gezag wordt aangetoond, dat de tijd voor het verrichten van het nevenwerk wordt ingehaald buiten de normale werktijd, is voor nevenwerk tot maximaal 10% van de werktijd van de ambtenaar geen verlof vereist.

Deze regeling, die kan worden aangehaald als "regeling buitengewoon verlof nevenwerk binnen diensttijd", treedt in werking met ingang van 23 februari 1988.

Voor de ambtenaar, die voor 23 februari 1988 reeds verlof is verleend voor het na die datum periodiek verrichten van nevenwerk, dat ook daarvoor periodiek werd verricht, geldt een overgangstermijn van in totaal 2 jaar. Na handhaving van de volledige bezoldiging gedurende de eerste zes maanden vindt in dat geval de vermindering van de bezoldiging als gevolg van deze regeling plaats in drie halfjaarlijkse stappen van respectievelijk 25%, 50% en 75% van die vermindering.