Regeling vervallen per 12-04-2013

Regeling buitengewoon verlof voor ambtenaren die een functie in een ambtelijk college bekleden

Geldend van 01-01-1980 t/m 11-04-2013

Intitulé

Regeling buitengewoon verlof voor ambtenaren die een functie in een ambtelijk college bekleden

Regeling buitengewoon verlof voor ambtenaren die een functie in een ambtelijk college bekleden

Regeling buitengewoon verlof voor ambtenaren die een functie in een ambtelijk college bekleden

  • -

    Artikel 1

  • -

    Artikel 2

  • -

    Artikel 3

  • -

    Artikel 4

In verband met het bepaalde in artikel 6:4:5, lid 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Maastricht worden ter bepaling van de hoogte van de raadsvergoeding c.q. wethouderswedde per uur de volgende normen in acht genomen:

Voor raadsleden:

In gemeente tot 30.000 inwoners:

aan het raadslidmaatschap te besteden tijdsduur: 30 uren per maand;

In gemeente van 30.000 tot 100.000 inwoners:

aan het raadslidmaatschap te besteden tijdsduur: 50 uren per maand;

In gemeente van meer dan 100.000 inwoners:

Aan het raadslidmaatschap te besteden tijdsduur: 100 uren per maand.

Voor wethouders:

In gemeente tot 5000 inwoners:

aan het wethouderrschap te besteden tijdsduur: 32 uren per maand;

In gemeente van 5.000 tot 10.000 inwoners:

aan het wethouderrschap te besteden tijdsduur: 64 uren per maand;

In gemeente van 10.000 tot 15.000 inwoners:

aan het wethouderrschap te besteden tijdsduur: 96 uren per maand;

In gemeente van 15.000 tot 20.000 inwoners:

aan het wethouderrschap te besteden tijdsduur: 120 uren per maand;

In een gemeente met 20.000 of meer inwoners wordt het wethouderschap als regel als een volledige dagtaak beschouwd.

Met betrekking tot het lidmaatschap van Provinciale Staten zal voor de berekening van de inhouding de taakduur van geval tot geval worden geschat.

Indien de vergoeding per uur als lid van het publiekrechtelijk college meer bedraagt dan het uurloon als ambtenaar, wordt in geval van verlof tijdens diensttijd het uurloon als ambtenaar ingehouden.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1980.