Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling woon-werkverkeer

Geldend van 13-12-2011 t/m 31-12-2016

Intitulé

Regeling woon-werkverkeer

Regeling woon-werkverkeer

Regeling woon-werkverkeer

  • -

    Artikel 1 Doelstelling

  • -

    Artikel 2 Definities

  • -

    Artikel 3 Werknemer zelf verantwoordelijk

  • -

    Artikel 4 Bronnen

  • -

    Artikel 5 Doelen

  • -

    Artikel 6 Verhaal op de bronnen

  • -

    Artikel 7 Procedure

  • -

    Artikel 8 Overgangsrecht

  • -

    Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

Het stimuleren van een milieubewust reisgedrag bij het woon-werkverkeer bij medewerkers van de gemeente Maastricht. Hiermee wordt tevens het doel van een bereikbare binnenstad ondersteund.

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Deelnemer:De ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1 eerste lid onder a Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Maastricht (AGM).

  • b

    Bronnen en doelen:Onder bronnen worden de arbeidsvoorwaarden verstaan welke door de deelnemer ingezet kunnen worden als ruilmiddel tegen de andere arbeidsvoorwaarden, de doelen.

  • c

    Woon-werkverkeer:Het dagelijkse vervoer tussen woonplaats en plaats van tewerkstelling.

  • d

    Verlofuur:Één klokuur verlof waarbij de waarde wordt vastgesteld op 1/156 deel van het bruto maandsalaris, zoals dat gold op 1 januari van elk jaar.

  • e

    Reisafstand: het aantal daadwerkelijk afgelegde kilometers voor de heen- en terugreis van het woonadres naar de vaste arbeidsplaats, berekend volgens de meest gebruikelijke route volgens de door de werkgever gehanteerde routeplanner.

De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn keuze in fiscale zin, voor de sociale zekerheid en/of voor pensioenaanspraken.

De deelnemer kan kiezen uit de navolgende bronnen in tijd en geld:

  • a

    salaris

  • b

    vakantietoelage

  • c

    eindejaarsuitkering

  • d

    verlofuren

  • e

    of een combinatie van de genoemde bronnen onder a t/m d

Het inzetten van verlofuren als bron mag er niet toe leiden dat het aantal verlofuren onder het wettelijk minimum van 144 uur komt. Voor deeltijders geldt een naar evenredigheid lager aantal uren als minimum.

Het inzetten van het salaris als bron mag er niet toe leiden dat het salaris onder het wettelijke minimumloon komt.

Het inzetten van de vakantietoelage mag er niet toe leiden dat de vakantietoelage onder de minimum vakantietoelage komt (art. 6:3 lid 2 AGM).

De deelnemer kan ten behoeve van het woon-werkverkeer een verzoek indienen tot:

  • a

    Verstrekking van OV-jaarkaart of NS-jaarkaart of

  • b

    Verstrekking van een OV-trajectkaart in de vorm van een jaarabonnement of

  • c

    Vergoeding van OV-trajectkaart in de vorm van een maand- of weekabonnementen of

  • d

    Vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer op basis van de reisafstand met

    • I

      Openbaar vervoer

    • II

      Fiets/bromfiets

    • III

      Voetverkeer

    • IV

      Auto/motor

Ten behoeve van de verstrekking van de OV-kaarten maakt de werkgever tariefafspraken met aanbieders van openbaarvervoer.

De maximale belastingvrije vergoeding zoals bedoeld in lid 1 onder sub d is afhankelijk van de reisafstand en het aantal dagen waarop de deelnemer naar dezelfde plaats van arbeid reist. Berekening van deze vergoeding vindt plaats met in achtneming van de vigerende fiscale regelgeving.*.

Indien (achteraf blijkt dat) niet aan de fiscale voorwaarden wordt voldaan om in aanmerking te komen voor een vergoeding zoals genoemd in lid 1, zijn eventuele fiscale gevolgen voor rekening van de deelnemer. Dit betekent dat een eventuele naheffing loonbelasting en premies volksverzekeringen (inclusie rente en boete) op de deelnemer zullen worden verhaald.

De vergoeding of verstrekking, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 onder sub a, b, c en d I t/m III, wordt voor 75% door de werkgever op de door de deelnemer aangegeven bron(nen) verhaald.

De vergoeding van de reiskosten, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 onder sub d IV, wordt voor 100% door de werkgever op de door de deelnemer aangegeven bron(nen) verhaald.

De deelnemer dient het daartoe geëigende formulier in bij de salarisadministratie met dien verstande dat het uiterlijk wordt ingediend

  • a

    vóór 1 april indien de vakantietoelage als bron wordt ingezet;

  • b

    vóór 1 november indien de eindejaarsuitkering als bron wordt ingezet.

De originele vervoersbewijzen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c, dienen na afloop van de geldigheidsdatum in april of in november van elk jaar bij de werkgever ingeleverd te worden.

Vervallen Overgangsrecht

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Woon-werkverkeer”.

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en eindigt op 31 december 2012.


Noot
*

In de toelichting bij deze regeling is de fiscale regelgeving zoals deze luidde in maart 2008 weergegeven.