Regeling vervallen per 01-01-2012

Verlofregeling jeugd en jongerenwerk

Geldend van 01-07-1982 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verlofregeling jeugd en jongerenwerk

Verlofregeling jeugd en jongerenwerk

Verlofregeling jeugd en jongerenwerk

  • -

    Artikel 1

  • -

    Artikel 2

  • -

    Artikel 3

  • -

    Artikel 4

  • -

    Artikel 5

  • -

    Artikel 6

  • -

    Artikel 7

  • -

    Artikel 8

  • -

    Artikel 9

  • -

    Artikel 10

Artikel 1

Aan de ambtenaar kan, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden verleend voor:

  • -

    het leiden of volgen van een cursus, gericht op vrijwilligers die zich met jeugd en jongerenwerk bezighouden;

  • -

    het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie activiteit als hoofdleider (leider coördinator);

  • -

    het assisteren van de hoofdleider van een jeugdkamp/ kindervakantie activiteit op basis van één vrijwillig medewerkende op elke 15 deelnemers, en één vrijwillig medewerkende op elke 3 deelnemers wanneer het een kamp-/vakantie activiteit betreft voor lichamelijk of geestelijk gehandicapte jeugd.

Voor de onder c. bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van een jeugdkamp/kindervakantie activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon aanwezig is.

Artikel 2

Een cursus, als bedoeld in artikel 1, onder a. moet uitgaan van een landelijke of een provinciale organisatie voor jeugd en jongerenwerk of van een landelijke of provinciale jeugdafdeling van een sportorganisatie, dan wel door een van deze organisaties worden aanbevolen als belangrijk voor de vorming van de vrijwilliger. De cursus moet ten minste drie achtereenvolgende dagen duren.

Artikel 3

Een jeugdkamp of kindervakantie activiteit bedoeld in artikel 1, onder b. of c., moet uitgaan van een landelijk werkende jeugd of sportorganisatie dan wel een plaatselijk, regionaal of provinciaal werkende jeugd of sportorganisatie, of worden georganiseerd door een instelling die geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de jeugd werkzaam is. Een jeugdkamp of kindervakantie activiteit met minder dan tien deelnemers valt niet onder deze regeling.

Artikel 4

Onder een jeugdkamp wordt verstaan het kamperen (hetzij in tenten, hetzij in een ander daarvoor geschikt verblijf) van jongeren in groepsverband. De leiding van een jeugdkamp moet geheel of voornamelijk bestaan uit vrijwillig medewerkenden. Gezinskampen vallen niet onder deze regeling. Onder een jeugdkamp wordt mede verstaan een jeugd sportkamp voor zover de leiding geheel of voornamelijk berust bij vrijwillig medewerkenden. Uitgesloten zijn wedstrijdkampen, sporttoernooien en sportwervings of selectiekampen. Kampen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland worden gehouden. Een kamp moet ten minste vier achtereenvolgende dagen duren.

Artikel 5

Onder een kindervakantie-activiteit wordt verstaan een door een plaatselijk of regionaal werkende jeugdorganisatie of gemeentelijke instantie georganiseerde vakantie activiteit voor jeugd en jongeren. Een kindervakantie-activiteit moet ten minste drie achtereenvolgende dagen duren.

Artikel 6

Onder vrijwillige medewerkende wordt in deze regeling verstaan iemand die gedurende het hele jaar zonder vaste vergoeding (onkostenvergoeding uitgezonderd) in zijn of haar vrije tijd in enig organisatorisch verband (mede) leiding geeft aan een groep of aan groepen jongeren.

Artikel 7

Het buitengewoon verlof bedraagt voor de in artikel 1, onder a. tot en met c. bedoelde gevallen telkens ten hoogste vijf dagen, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien dagen kunnen worden toegekend.

Artikel 8

Deze regeling is niet van toepassing op onderwijsgevenden.

Artikel 9

Een aanvraag om buitengewoon verlof moet ten minste twee maanden voordat het kamp/de activiteit een aanvang neemt, worden ingediend.

Indiening dient namens de werknemer te geschieden:

  • a

    door het bestuur van:

    • -

      de landelijke organisatie voor jeugd en jongerenwerk die de cursus organiseert;

    • -

      de landelijke instelling die kampen organiseert voor jeugd en jongeren;

    • -

      de landelijke sportorganisatie (of de jeugdafdeling daarvan) als het kamp/de kindervakantie activiteit uitgaat van een van deze landelijke organisaties, of van een plaatselijke afdeling daarvan;

  • b

    door een provinciaal, regionaal of plaatselijk werkende instelling voor jeugd en jongerenwerk, als het betreft niet landelijke georganiseerde jeugd en jongerenwerk of kindervakantie-activiteiten. Bij het ontbreken van een dergelijke instelling dienen de aanvragen via de gemeentesecretarie of de provinciale jeugdraad te worden ingediend.

Artikel 10

Deze regeling, die kan worden aangehaald als verlofregeling jeugd en jongerenwerk, treedt in werking op 1 juli 1982.