Regeling vervallen per 01-08-2020

Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalwerk 2016

Geldend van 15-06-2016 t/m 31-07-2020

Intitulé

Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalwerk 2016

Nr. 15

De raad van de gemeente Marum;

overwegende dat het gewenst is nadere richtlijnen op te stellen voor het verstrekken van subsidie voor de uitvoering van het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Marum;

gelet op artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels subsidiëring peuter-speelzaalwerk 2016

Artikel 1 Algemeen

De Algemene subsidieverordening gemeente Marum is van toepassing.

Artikel 2 Wettelijk kader

De kwaliteit en de organisatie van het peuterspeelzaalwerk voldoet aan wettelijke vereisten.

Artikel 3 Doorgaande leerlijn

De uitvoerders van het peuterspeelzaalwerk dragen zorg voor een zogenoemde “doorgaande leerlijn” en zorgt hiertoe in ieder geval voor dat:

  • 1.

    ontwikkelingsachterstand wordt gesignaleerd en aangepakt middels brede talentontwikkeling met aandacht voor taalontwikkeling en thuistaal, ook wel Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), ouders worden hierbij betrokken;

  • 2.

    “risicokinderen” in beeld zijn (o.a. door een peutervolgsysteem, elektronisch kinddossier);

  • 3.

    de informatieoverdracht tussen voorschoolse voorzieningen en de jeugdgezondheidszorg en tussen de voorschoolse voorzieningen en de basisscholen ten behoeve van de doorgaande ontwikkelingslijn is geregeld (eenduidig overdrachtsformulier), met toestemming (handtekening) van de ouders;

  • 4.

    er afstemming plaatsvindt tussen onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk inclusief VVE zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 4 Financieel kader

De jaarlijkse gemeentebegroting geeft het financieel kader aan.

Artikel 5 Tarief

  • 1.

    De uitvoerders van het peuterspeelzaalwerk dragen zorg voor harmonisering van het tarief met de kinderopvang.

  • 2.

    Wanneer geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag bedraagt de hoogte van de maandelijkse ouderbijdrage maximaal € 40,-.

  • 3.

    De raad kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de bepalingen in dit artikel voor één kalenderjaar.

Artikel 6 Subsidieverlening

Burgemeester en wethouders beslissen op de subsidieaanvragen van de uitvoerders van het peuter-speelzaalwerk met inachtneming van de specifieke omstandigheden van de betreffende uitvoerder, de locatie en het verzorgingsgebied. Dit impliceert maatwerk per uitvoerder.

Artikel 7 Uitgangspunten subsidieverlening

  • 1.

    Uitgangspunt bij de subsidieverlening is dat subsidie wordt verleend per groep, waarbij per groep twee dagdelen opvang dient te worden verleend. Het is toegestaan een derde dagdeel aan te bieden, doch hiervoor wordt geen (extra) subsidie verleend.

  • 2.

    Bij de bepaling van de groepsgrootte en derhalve van het aantal (te subsidiëren) groepen wordt slechts rekening gehouden met het aantal kinderen dat woonachtig is in de gemeente Marum.

  • 3.

    Uitgangspunt bij de subsidieverlening voor de eerste groep is een minimale groepsgrootte van vijf kinderen gedurende het gehele peuterspeelzaaljaar. Subsidiëring van een tweede groep (of meer groepen) is pas aan de orde als een voldoende aantal peuters gebruik maakt of zal gaan maken van de peuterspeelzaal; één en ander ter beoordeling aan burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Uitvoerders peuterspeelzaalwerk

  • 1.

    Het peuterspeelzaalwerk wordt uitgevoerd door één of meer lokale partijen die hiervoor subsidie ontvangen.

  • 2.

    Het peuterspeelzaalwerk wordt aangeboden in vier dorpen, te weten in Marum, De Wilp, Nuis en Boerakker.

Artikel 9 Wachtlijsten

Als de uitvoerder van mening is dat sprake is van een te lange wachtlijst, dient hij in overleg treden met burgemeester en wethouders over mogelijke oplossingen. Besluitvorming door burgemeester en wethouders over een eventuele uitbreiding van het aantal groepen vindt plaats met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.

Artikel 10 Algemene bepalingen

  • 1.

    Het peuterspeelzaalwerk wordt uitgevoerd door één of meer lokale partijen die hiervoor subsidie aanvragen.

  • 2.

    Het beschikbaar gestelde budget wordt in twaalf maandelijkse termijnen uitbetaald.

Artikel 11 Datum van inwerkingtreding

Onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalwerk, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 12 november 2014, treden deze beleidsregels in werking op 15 juni 2016 en zijn van toepassing op subsidieaanvragen die betrekking hebben op het tweede halfjaar van 2016.

Artikel 12 Aanhalen beleidsregels

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalwerk 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 14 juni 2016,

, voorzitter.

, griffier.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

In deze toelichting zal daar waar nodig een toelichting gegeven worden op de in de beleidsregels subsidiëring peuterspeelzaalwerk opgenomen artikelen.

Artikel 2 Wettelijk kader

De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen en aanpalende regelgeving is van toepassing.

Artikel 3 Doorgaande leerlijn

Op grond van de Wet op het Primair Onderwijs dienen gemeenten er zorg voor te dragen dat er voldoende voorzieningen zijn waar kinderen met een verhoogd risico op achterstand kunnen deelnemen aan voorschoolse educatie. Middels de bepalingen in dit artikel beogen wij hieraan invulling te geven. De wijze waarop en de doelgroepbepaling is vastgelegd in de “Beleidsnotitie Doelgroepenbepaling en toeleiding VVE in de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn”.

Artikel 5 Tarief

Met het harmoniseren van het tarief voor het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk met dat van de kinderopvang wordt een keuze gemaakt voor de kinderopvangtoeslagconstructie. Hiermee wordt differentiatie voor het gesubsidieerde peuterspeelzaalwerk weggenomen en wordt het speelveld voor het peuterspeelzaalwerk en kinderopvang gelijkgesteld. Hiermee is het voor ouders makkelijker de keuze te maken op inhoud en niet op financiële gronden. Tevens past dit in de landelijke ontwikkelingen waarbij het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang steeds meer geharmoniseerd wordt met de doelstellingen om de pedagogische kwaliteit te verbeteren en het gelijkstellen van het kwaliteitskader en de financieringsstroom (kinderopvangtoeslag). Voor ouders waarvan het inkomen onder een bepaald minimum zit blijft het recht op volledige vergoeding vanuit het Activiteitenfonds bestaan.

Artikel 6 Subsidieverlening

Het bepalen van de hoogte van de benodigde subsidie is maatwerk waarbij per locatie verschillen kunnen ontstaan doordat bijvoorbeeld de exploitatielasten verschillen.

Artikel 7 Uitgangspunten subsidieverlening

Omdat huisvesting en personeel de belangrijkste kostenposten zijn, is het beter per groep te subsidiëren. De kosten dalen immers nauwelijks als er een kind minder in een groep zit.

Een groep moet uit minimaal vijf kinderen bestaan om voldoende pedagogische dynamiek te hebben. Er kan om bijvoorbeeld financiële redenen voor ouders van kinderen buiten de gemeente Marum aanleiding zijn een kind op een peuterspeelzaal in Marum te plaatsen. Marum subsidieert dan mogelijk kinderen van andere gemeenten.

Artikel 10 Algemene bepalingen

Mits een of meerdere partijen het peuterspeelzaalwerk uitvoeren en voor de exploitatie bij de gemeente subsidie aanvragen, behoeft niet Europees aanbesteed te worden. Wij kiezen er voor om het peuterspeelzaalwerk uit te laten voeren door (een) lokale partij(en).

Om het financieel risico voor de gemeente te beperken kiezen wij er voor om niet in een keer het jaarbudget te verstrekken, maar maandelijks 1/12 deel.