Regeling vervallen per 08-01-2019

Handhavingsverordening participatiewet, ioaw en ioaz 2015

Geldend van 27-11-2015 t/m 07-01-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Handhavingsverordening participatiewet, ioaw en ioaz 2015

Nr. 11A

De raad van de gemeente Marum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2015, nr. 15.08.11.;

overwegende dat het verplicht is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het

ten onrechte ontvangen van uitkering, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de

wet;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet; artikel 35, sub b van de Wet lnkomensvoorziening

oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 35, sub b

van de Wet lnkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

zelfstandigen (IOAZ);

besluit vast te stellen de:

Handhavingsverordening participatiewet, ioaw en ioaz 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Algemene bepalingen

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

Artikel 2. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier;

  • b.

    ISD: Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier;

  • c.

    uitkering: algemene bijstand dan wel bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet, alsmede een uitkering op grond van de IOAW en de IOAZ.

Artikel 3. Opdracht aan het bestuur

Het bestuur zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wetten waaronder de

bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik daarvan.

HOOFDSTUK 2 HOOGWAARDIG HAN DHAVEN

Artikel 4. Preventie

  • 1.

    Om misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen te voorkomen en tegen te gaan verstrekt het bestuur vroegtijdig informatie over de aan het recht op uitkering verbonden rechten en plichten alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik van de uitkering.

  • 2.

    Het bestuur draagt zorg voor een optimale dienstverlening met het doel de nalevingbereidheid van regels onder uitkeringsgerechtigden te vergroten.

Artikel 5. Repressie

  • 1.

    Het bestuur zet in op vroegtijdige detectie en afhandeling van misbruik en oneigenlijk gebruik van de uitkering.

  • 2.

    Het recht op de uitkering en de rechtmatigheid van de verstrekte uitkering wordt onder meer gecontroleerd door middel van signaalcontroles en themacontroles.

  • 3.

    Het bestuur draagt zorg voor het op efficiënte wijze verkrijgen en onderzoeken van relevante informatie van de belanghebbende en derden met betrekking tot de uitkeringsaanvraag of voortzetting van de uitkering.

  • 4.

    Indien de belanghebbende tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel uit de wet voortvloeiende verplichtingen, met uitzondering van de inlichtingenplicht als bedoeld in lid 5, niet of onvoldoende nakomt, vindt afstemming van de uitkering plaats overeenkomstig de Afstemmingsverordening.

  • 5.

    Indien de belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering, legt het bestuur een boete op zoals is voorgeschreven in de wetten.

  • 6.

    De ten onrechte verstrekte uitkering wordt teruggevorderd en ingevorderd zoals is voorgeschreven in de wetgeving en het gemeentelijk beleid.

Artikel 6. Aangifte bij Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van een belanghebbende leidt tot benadeling van de ISD doet het bestuur, onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen kosten van uitkering terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie in overeenstemming met de wet- en regelgeving.

HOOFDSTUK 3 VERANTWOORDING

Artikel 7. Verantwoording

Het bestuur informeert de gemeenteraad jaarlijks over de uitvoering en de resultaten op het

gebied van handhaving.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen, wanneer onverkorte toepassing van deze verordening zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van specifieke individuele situaties, kan het bestuur gemotiveerd beslissen om af te wijken van een of meer bepalingen van deze verordening.

Artikel 9. Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking en werkt terug tot

1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013, vastgesteld op 25 september 2013.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening 2015

ALGEMENE TOELICHTING

Algemeen

Artikel 8 van de Participatiewet schrijft voor dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de

bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de IOAW en IOAZ is dit voorgeschreven in artikel 35a.

Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) kent geen eigen bepalingen op het gebied van handhaving. De uitvoering daarvan is gekoppeld aan de WWB.

Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat hiermee wordt voorkomen dat ten onrechte gemeen-schapsgeld wordt uitgegeven. Door het goed bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik wordt het draagvlak en de solidariteit voor bijstandsverstrekking onder burgers gehandhaafd. Tevens kan een effectief en efficiënt beleid leiden tot het voorkomen van fraude(preventie). Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het Inkomensdeel.

Het handhavingsbeleid en de daarvoor gebruikte methoden worden nader beschreven in het door het bestuur van de ISD vast te stellen handhavingsplan

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 en 2. Begrippen

In deze bepalingen is een aantal begrippen nader omschreven. De meeste behoeven geen nadere toelichting. Voor zover begrippen niet nader zijn omschreven in artikel 2 wordt verwezen naar de Participatiewet, Gemeentewet en Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 3. Opdracht aan het bestuur

De verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Participatiewet, IOAW en IOAZ en Bbz is neergelegd bij het bestuur.

Artikelen 4, 5 en 6

Om misbruik en oneigenlijk gebruik van een uitkering te voorkomen en te bestrijden heeft de ISD ingezet op het instrument hoogwaardig handhaven. Dit instrument bestaat onder meer uit:

vroegtijdig informeren

optimale dienstverlening

vroegtijdige detectie en afhandeling van fraude

consequente sanctionering

Maandelijks worden de signalen van het Inlichtingenbureau gecontroleerd. Dit zijn signalen van inkomsten, vermogen, bankrekeningen, studie, detentie, etc. Daarnaast vinden er andere onderzoeken plaats. Als voorbeeld kunnen worden genoemd de re-integratieonderzoeken of onderzoeken naar aanleiding van mutaties.

Via de themacontroles wordt er gericht op een bepaald onderwerp gecontroleerd.

Artikel 7. Verantwoording

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad

over het gehanteerde beleid op het gebied van handhaving.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Dit artikel geeft de mogelijkheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de verordening. In

de regel zal dit ten gunste van belanghebbende zijn.

Artikel 9 en 10

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

vergadering van 9 november 2015,

, voorzitter.

, griffier.