Regeling vervallen per 04-01-2013

Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik, 2011, incl. 2de wijziging

Geldend van 04-01-2013 t/m 03-01-2013

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik, 2011, incl. 2de wijziging

De raad van de gemeente Medemblik; gelet op artikel 82 van de Gemeentewet ; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik, 2011,

incl. 2de wijziging

 

Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder

a.  raadscommissie: een vergadering die de besluitvorming in de gemeenteraad voorbereidt en hierover overleg voert met het college (art 82 Gemeentewet);

b. lid: een raadslid of een commissielid niet-zijnde raadslid die is benoemd door de raad als raadscommissielid;

c.  fractie: een of meer vertegenwoordigers van een politieke partij in de gemeenteraad;

d. voorzitter: raadslid door de raad als voorzitter benoemd voor de raadscommissie;

e. commissiegriffier: secretaris van een raadscommissie of diens vervanger;

f. griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

g. vergadering: vergadering van een raadscommissie;

h. oriënterende fase: eerste behandelfase voor bespreking van het onderwerp teneinde de inhoud helder te krijgen;

i. meningsvormende fase: volgt de oriënterende fase op waarbij fracties hun standpunten en meningen uitwisselen, teneinde een duidelijke conclusie te trekken voor agendering op de raadsagenda;

j. besluitstuk: een agendapunt dat voor de raadsagenda wordt geagendeerd en geen bespreking meer behoeft; stemverklaring is wel mogelijk;

k. debatstuk: een agendapunt dat voor de raadsagenda wordt geagendeerd omdat partijen elkaar willen overtuigen van de voors en/of tegens.

l. woordvoerder: een commissielid dat namens een fractie bij een agendapunt aangewezen is het woord te voeren.

m. agendacommissie: een vergadering van de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de raadscommissies.

Hoofdstuk 2 INSTELLING, TAKEN EN SAMENSTELLING

Artikel 2 Instelling raadscommissies

1.  De raad stelt drie raadscommissies in.

2. In de raadscommissies worden de onderwerpen behandeld als genoemd in artikel 10.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

a. het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 10 genoemde onderwerpen;

b. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

c. het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de agendapunten;

d.  het kennis nemen van hetgeen door anderen wordt gepresenteerd.

Artikel 4 Samenstelling

1. Aan een raadscommissie kan één lid per fractie als woordvoerder deelnemen.

2. Het is fracties toegestaan per onderwerp te bepalen welk lid namens de fracties als woordvoerder deelneemt aan de vergadering.

3. De in het eerste lid genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd. In totaal kunnen zes personen per fractie als lid van de raadscommissies worden voorgedragen. De leden dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de betreffende fractie. Indien de fractie uit meer dan zes raadsleden bestaat kunnen alle raadsleden voorgedragen worden voor benoeming als commissielid. Voor de fracties die één of meer commissievoorzitters of plv. commissievoorzitters leveren is het tevens toegestaan per geleverde (plv) commissievoorzitter een commissielid, niet zijnde raadslid, voor te dragen.

4. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de raadscommissies.

5. De commissieleden niet-zijnde raadsleden leggen -alvorens zij starten met de werkzaamheden in de raadscommissie- in de raadsvergadering in de handen van de voorzitter de eed of verklaring en belofte af.

Artikel 5 Voorzitter

1. De raad benoemt uit zijn midden 6 voorzitters die kunnen worden ingezet als voorzitter of plv. voorzitter  van een raadscommissie.

2. Een voorzitter is geen lid van de raadscommissie die hij voorzit.

3. De voorzitter is belast met:

a. het leiden van de commissievergadering;

b. het bewaken dat alle geagendeerde onderwerpen daadwerkelijk worden behandeld en de inbreng per fractie zoveel mogelijk naar evenredigheid geschiedt;

c. het handhaven van de orde;

d. het doen naleven van deze verordening;

e. hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

4. De voorzitters vormen een agendacommissie ter voorbereiding van de commissievergaderingen. De commissiegriffiers zijn bij de vergaderingen van de agendacommissie aanwezig.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

1. De zittingsperiode van een lid en een voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

2. Het lid of een voorzitter stopt zijn werkzaamheden voor de commissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

4. De raad kan een voorzitter ontslaan.

5. Een lid en een voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikelen 4 en 5.

7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier en commissiegriffier

1. De raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie als commissiegriffier.

2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad aangewezen medewerker van de griffie.

4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 AANWEZIGHEID COLLEGE EN BURGEMEESTER

Artikel 8 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

1.  Collegeleden en de burgemeester zijn uitgenodigd om deel te nemen in de oriënterende fase van de vergaderingen van de raadscommissies. Zij kunnen zich daarbij laten ondersteunen door een of meer ambtenaren of externen, tenzij de commissie anders bepaalt.

2.  Indien gewenst kan de raadscommissie een van de collegeleden of de burgemeester verzoeken om deel te nemen aan de vergadering in de meningsvormende fase.

Hoofdstuk 4 VERGADERINGEN

Paragraaf 1 TIJDSTIP VAN VERGADEREN EN VOORBEREIDING

Artikel 9 Vergaderfrequentie

1. In beginsel vinden de vergaderingen van de raadscommissies plaats in een driewekelijkse cyclus op de donderdag.

2.  Jaarlijks stelt het presidium een schema vast waarop de data van commissievergaderingen staan vermeld.

3. De vergaderingen van de raadscommissies vinden plaats in het gemeentehuis en zijn verdeeld in twee tijdblokken, te weten van 19.30 tot 20.30 uur en van 20.45 tot 21.45 uur.

4. Het presidium kan in bijzondere gevallen een ander tijdstip bepalen.

Artikel 10 Agenda-onderwerpen

1.  De onderwerpen voor de raadscommissies kunnen bestaan uit:

a. technische informatie dan wel technisch overleg;

b. raadsonderwerpen niet-zijnde raadsvoorstellen/initiatiefvoorstellen, zoals kaderstellingen, opiniërende onderwerpen en dergelijke;

c. raadsvoorstellen/initiatiefvoorstellen;

d. overleg met portefeuillehouder/collegeverzoek om consultatie;

e. presentaties;

f. ontwerpstructuurplannen, -bestemmingsplannen en voornemens als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening;

2. De indeling van onderwerpen voor de raadscommissies wordt op voordracht van de griffie vastgesteld door de agendacommissie. Bij het opstellen wordt per onderwerp aangegeven of het onderwerp in de oriënterende fase of in de meningsvormende fase wordt behandeld. Tevens worden de richttijden voor behandeling van de onderwerpen, en per onderwerp de voorzitter aangegeven.

3.  Indien ten minste één fractie van de raad de behandeling van een onderwerp wenst, wordt het - door de fractie schriftelijk voorbereide - onderwerp op de agenda van één van de raadscommissies geplaatst.

4. Het college kan de agendacommissie verzoeken een onderwerp op de agenda van één van de raadscommissies te plaatsen.

5. De agendacommissie stelt in beginsel tien dagen van tevoren de agenda voor de vergaderavond vast.

Artikel 11 Oproep

1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

2. De agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

3. Indien een aanvullende agenda wordt opgesteld, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kunnen stukken ook op elektronische wijze aan een ieder ter beschikking worden gesteld.

3.  Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

4. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet  geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

1. De vergadering wordt door aankondiging op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

2. De openbare kennisgeving vermeldt:

a. de datum, aanvangstijd en plaats, en de agenda van de vergadering;

b. wijze waarop en de plaats waar een ieder de bij de vergadering behorende stukken kan inzien.

c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 15.

Paragraaf 2 ORDE DER VERGADERING

Artikel 14 Presentielijst

1.  Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent iedere woordvoerder de presentielijst.

2. Indien de commissieleden niet-zijnde raadsleden als woordvoerder deelnemen aan een of meerdere vergaderingen ontvangen zij eenmalig een vergoeding.

Artikel 15 Spreekrecht burgers

1. Burgers, vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen en bedrijven kunnen over een niet geagendeerd onderwerp hun mening kenbaar maken of aan de beraadslaging deelnemen bij een onderwerp dat op de agenda staat in de oriënterende fase.

2.  Om van het spreekrecht gebruik te maken meldt diegene zich voor de vergadering bij de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres, telefoonnummer, emailadres en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

3. Deelname aan de beraadslaging over een onderwerp op de agenda is niet mogelijk indien:

a. het onderwerp in de meningsvormende fase wordt behandeld;

b. het een besluit van het gemeentebestuur betreft waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

c. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen aan de orde zijn;

d. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

4. Op voorstel van de voorzitter kan de commissie besluiten inspraak in de meningsvormende fase toe te staan.

Artikel 16 Uitkomst van de behandeling van een onderwerp

1. Aan het eind van de vergadering over een onderwerp vat de voorzitter de concrete uitkomsten van de behandeling van het onderwerp samen. Hij formuleert de eindconclusie, op basis van het gestelde in het tweede lid.

2. Elke behandeling van een onderwerp in een commissievergadering leidt tot een concrete uitkomst, waarbij over de verdere stappen wordt geadviseerd (behandeling in de meningsvormende fase, besluitrijp als Besluitstuk of Debatstuk voor de raad, terugkeer in de commissie voor overleg met het college, een gesprek met inwoners, een werkbezoek of dergelijke).

3. De beslissing of een onderwerp voldoende is behandeld in de oriënterende fase en door kan naar de meningsvormende fase, wordt genomen door de meerderheid van de commissie. Als de uitkomst van een vergadering is dat de meerderheid van de commissie het verzoek doet om een onderwerp nogmaals te agenderen voor een commissievergadering wordt aan dit verzoek voldaan. De agendacommissie bepaalt voor welke vergadering het onderwerp oriënterend of meningsvormend wordt geagendeerd. 

4. Een voorstel van de voorzitter om een onderwerp van de meningsvormende fase over te brengen naar de besluitvorming (agenda van de raad), kan door minimaal twee fracties en maximaal twee keer worden afgewezen. Het presidium bepaalt of aan een afwijzing gevolg wordt gegeven.

5. Een onderwerp in een commissievergadering dat alleen bestaat uit een presentatie kent geen concrete uitkomst.

Artikel 17 Verslaglegging

1. Van de commissievergaderingen wordt onder verantwoordelijkheid van de commissiegriffiers een besluitenlijst gemaakt. Het presidium kan anders bepalen.

2. De concept-besluitenlijsten van de voorgaande vergaderingen worden, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep. De concept-besluitenlijst wordt op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

3. De besluitenlijsten van de commissievergaderingen worden ter vaststelling voorgelegd in de eerstvolgende vergadering van de betreffende commissie. 

4. De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht een voorstel tot wijziging van de besluitenlijst aan de raadscommissie te doen, indien de concept- besluitenlijst onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen verklaard of besloten is. Een voorstel tot wijziging dient minimaal 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de griffie te worden ingediend.

Artikel 18 Voorstellen van orde

1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 19 Handhaving orde; schorsing

1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin dit plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de raadscommissie vergaderingen worden ontzegd.

Hoofdstuk 5 BESLOTEN VERGADERING

Artikel 20 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21 Verslaglegging

1. De concept-besluitenlijst van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de voorzitter, collegeleden en raads(commissie)leden ter inzage bij de griffier.

2. De concept-besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk in een besloten deel van de vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.

Artikel 22 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 23 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 TOEHOORDERS EN PERS

Artikel 24 Toehoorders en pers

1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de raadscommissievergaderingen ontzeggen.

Artikel 25 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 26 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 27 Uitleg verordening

In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 28 Citeerregel

Deze regeling kan worden aangehaald als Verordening op de raadscommissies gemeente Medemblik, 2011, incl. 2ste wijziging.

Artikel 29 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Medemblik,2011, incl. 1ste wijziging, vastgesteld op 27 januari 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van  De griffier,       De voorzitter,