Regeling vervallen per 01-01-2014

Bezoldigingsregeling

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2013

Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar:

    • 1

      de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

    • 2

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

  • b

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

  • c

    uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

  • d

    schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst, opgenomen in bijlage IIa van die regeling;

  • e

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

  • g

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

  • h

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • i

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst;

  • j

    aanloopschaal: één schaal lager dan de functieschaal

Artikel 2 Recht op salaris

Lid 1

Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Lid 2

Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIa van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 6 Salarisbedragen

Lid 1

De toepassing van bijlage IIa van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

Lid 2

Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende salarisschaal.

Lid 3

De ambtenaar wordt ingeschaald in de functieschaal tenzij de ambtenaar de functie nog niet volledig uitoefent en/of tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

Lid 4

Indien de ambtenaar zijn functie nog niet volledig uitoefent wordt hij ingeschaald in de aanloopschaal. Binnen 1 jaar wordt de ambtenaar beoordeeld. Na een goede beoordeling wordt hij ingeschaald in de functieschaal en bij een negatieve beoordeling wordt de aanstelling niet verlengd.

Lid 5

Een ambtenaar kan zonder voorafgaand ontslag niet worden ingeschaald in een salarisschaal met een lager maximum salaris dan de voor hem geldende salarisschaal. Uitgezonderd is de ambtenaar die een passende of gangbare functie aanvaardt of disciplinair wordt gestraft volgens hoofdstuk 8 en 16 van de CAR/UWO.

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

Lid 1

Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert en waarin dit tot uitdrukking komt in een personeelsbeoordeling, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag.

Lid 2

De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt. De periodieke verhogingen na een personeelsbeoordeling worden jaarlijks per 1 januari geëffectueerd.

Lid 3

Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd of worden gewijzigd indien daartoe naar het oordeel van de algemeen directeur/secretaris aanleiding bestaat.

Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van een personeelsbeoordeling waarin een zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking tot uitdrukking komt.

Artikel 9 Geen periodieke verhoging

Lid 1

Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert en dit tot uitdrukking komt in een beoordeling van de leidinggevende, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

Lid 2

Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend indien een nieuwe personeelsbeoordeling hiertoe aanleiding geeft.

Lid 3

Van de beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum genoemd in artikel 7 lid 2 waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Lid 1

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt: voor de ambtenaar het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

Lid 2

Voorzover nodig zal de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 7 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingeschaald.

Artikel 11 Cafetariamodel

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de mogelijkheden tot uitruil van geld en verlof of andere voorzieningen, als opgenomen in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 12 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal

Lid 1

Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend (buitengewoon bekwaam, geschikt en ijverig) heeft gefunctioneerd, blijkens de personeelsbeoordelingen.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal 10% van het salaris van de betrokken ambtenaar.

Lid 3

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 13 Persoonlijke toelage voor buitendienstmedewerkers

Aan de ambtenaar die op 31 december 2010 in dienst is bij de buitendienst m.u.v. de havendienst wordt een persoonlijke toelage van 3% toegekend. Eventuele restderving van inkomsten die ontstaat door het laten vervallen van de vuilwerktoelage wordt conform het sociaal statuut afgebouwd.

Artikel 14 Arbeidsmarkttoelage

Lid 1

Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

Lid 3

De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal het verschil van de functieschaal en het maximum van de eerst hogere schaal van het salaris van de betrokken ambtenaar.

Lid 4

De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Artikel 15 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst.

Artikel 16 Overige vergoedingen

Aan de ambtenaren die zijn benoemd in het kader van de bedrijfshulpverlening wordt een bruto vergoeding verstrekt per maand van € 20,-. Voor de oefenuren geldt een tijd voor tijd vergoeding.

Artikel 17 Overige vergoedingen

Voor de ambtenaren die in dienst zijn bij de gemeente Medemblik wordt een persoonlijk budget beschikbaar gesteld van bruto € 400,- per jaar. Met dit budget kan de ambtenaar zelf de keuze maken waar hij dit bedrag aan gaat besteden.

De bruto bestanddelen kunnen via het cafetariamodel uitgeruild worden voor diverse bestedingsmiddelen, zoals het kopen van dagen het aanschaffen van een fiets e.d. Deze persoonlijke toelage wordt jaarlijks in november uitbetaald onder inhouding van loonbelasting en de wettelijke premies, indien deze niet eerder via het cafetariamodel is aangewend.

Artikel 18 Overige vergoedingen

Structurele onkostenvergoedingen worden na 1 maand ziekte of afwezigheid stop gezet.

Artikel 19 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 20 Slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2014 en kan worden aangehaald als de 'Bezoldigingregeling 2014 gemeente Medemblik’

Ondertekening