Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2013

De raad van de gemeente Medemblik; Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet; Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. Vaartuig: elk drijvend lichaam, dat vanwege zijn drijfvermogen wordt gebruikt, bestemd of geschikt is voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren, stoffen, goederen of voorwerpen, woonarken uitgezonderd;

b. Ingezetene: degene die in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Medemblik staat ingeschreven;

c. Pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

d. Passagiersschip: een vaartuig, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

e. Vissersschip: een vaartuig dat voor de visvangst is ingericht en wordt gebruikt en als zodanig is ingeschreven in het Visserijregister van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit;

f. Vrachtschip: een vaartuig, dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer van goederen en als vrachtschip op de meetbrief is aangemerkt;

g. Sleepboot: een vaartuig, dat ingericht is voor het slepen of duwen van andere vaartuigen en als sleepboot op de meetbrief is aangemerkt;

h. Havenmeester: de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders benoemde ambtenaar, alsmede zijn plaatsvervanger;

i. Meetbrief: het document, als bedoeld in het Besluit binnenschependocumenten;

j. Schipper: ieder, die aan boord van enig vaartuig voortdurend of tijdelijk het gezag voert of, voor het geval noch de gezagvoerder nog diens plaatsvervanger aanwezig is, de eigenaar of de gebruiker van het vaartuig;

k. Dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur;

l. Week: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

m. Maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;

n. Gemeentehavens, - wateren: havens, wateren, bruggen en sluizen die eigendom zijn van de gemeente Medemblik en de daarbij behorende kaden.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam havengelden worden rechten geheven voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentehavens, wateren, bruggen en sluizen of van andere voor de openbare dienst bestemde bezittingen, werken of inrichtingen, die eigendom zijn van de gemeente en zijn aangegeven op de als bijlage I bij deze verordening behorende kaart, en voor het genot van door de gemeente verstrekte diensten in verband met dat gebruik.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Het havengeld wordt geheven van de schipper van het vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven voor het gebruik van de gemeentehavens, wateren, bruggen en sluizen door of voor:

a. vaartuigen van het Rijk;

b. vaartuigen van de gemeente of vaartuigen waarmee werkzaamheden worden verricht ten behoeve van de gemeente;

c. een jol of een sloep die tot de inventaris van een vaartuig behoort:

d. hospitaalschepen of schepen die als zondanig dienst doen;

e. vaartuigen van reddingsmaatschappijen;

f. een vaartuig dat gedurende een tijdvak van ten hoogste 3 achtereenvolgende uren een ligplaats inneemt.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van het havengeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

1. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

2. wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

3. wordt, in afwijking van het in de onderdelen 1 en 2 bepaalde, de grootste breedte en/of de grootste lengte ambtshalve vastgesteld, als de in de onderdelen 1 en 2 bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt: voor wat betreft de bepaling van de breedte en de lengte wordt uitwendig gemeten, daar waar zij het grootst zijn, zij het dat ondergeschikte delen niet worden meegerekend;

4. Wordt een gedeelte van een eenheid van oppervlakte of van lengte afgerond volgens de geldende regels;

5. wordt een gedeelte van een dag voor een volle dag gerekend;

6. geldt dat, als de meetbrief niet wordt overgelegd of deze niet de vereiste gegevens vermeld, de havenmeester het soort vaartuig ambtshalve vaststelt.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

Het havengeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

1. Het havengeld is verschuldigd op het tijdstip waarop het gebruik van de in artikel 2 bedoelde wateren, bruggen, sluizen, bezittingen, werken en inrichtingen een aanvang heeft genomen.

2. Als havengeld bij wijze van abonnement wordt geheven vindt, als het gebruik wordt beëindigd voor het verstrijken van de termijn, geen teruggave plaats, tenzij :

a. het vaartuig is verkocht en

b. de ligplaats aansluitend opnieuw wordt verhuurd.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

In afwijking van het bepaalde in artikel 8, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het havengeld worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het havengeld.  

Artikel 13 Overgangsrecht

1. De ‘Verordening havengelden 2012’ vastgesteld op 1 december 2011 door de raad van de gemeente Medemblik, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Als de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

3. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening havengelden 2013'.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik van 13 december 2012. De griffier,        De voorzitter,

Bijlage Bijlagen

Tarieventabel Verordening Havengelden 2013