Regeling vervallen per 06-06-2013

Verordening Wmo-adviesraad gemeente Medemblik

Geldend van 06-06-2013 t/m 05-06-2013

Intitulé

Verordening Wmo-adviesraad gemeente Medemblik

De raad van de gemeente Medemblik, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet

B E S L U I T: Vast te stellen de navolgende verordening: Verordening Wmo-adviesraad gemeente Medemblik.

VERORDENING WMO-ADVIESRAAD GEMEENTE MEDEMBLIK

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

1. participatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de Wmo-adviesraad betrekt bij de beleidsontwikkeling, uitvoering in algemene zin en evaluatie van het gemeentelijke Wmo-beleid;

2. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

3. prestatievelden: de activiteiten als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub g Wmo;

4. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik ;

5. gemeentelijk Wmo-beleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle burgers binnen de prestatievelden;

6. Wmo-adviesraad: de door het college als zodanig aangewezen en in de gemeente actief zijnde organisatie van vertegenwoordigers van belanghebbenden bij de uitvoering van de Wmo in Medemblik;

7. belanghebbenden: rechtspersonen en natuurlijke personen die een belang hebben bij het gemeentelijke Wmo-beleid.

Artikel 2 Doelstelling

De Wmo-adviesraad heeft de volgende doelstelling:

advisering bij de ontwikkeling, uitvoering in algemene zin en evaluatie van de Wmo en het hierbij zoveel mogelijk betrekken van belanghebbenden.

Artikel 3 Activiteiten

1. In het kader van gemeentelijk Wmo-beleid adviseert de Wmo-adviesraad bij de ontwikkeling, uitvoering in algemene zin en evaluatie, bestaande uit voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op de prestatievelden.

2. De Wmo-adviesraad participeert in de vaststelling van de methodiek tot het verrichten van een onderzoek naar de tevredenheid van gebruikers van Wmo-voorzieningen door het college.

3. De Wmo-adviesraad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de prestatievelden en heeft een signaalfunctie in deze.

Artikel 4 Werkwijze

1. In het kader van de beleidsontwikkeling Wmo-beleid vraagt het college de Wmo-adviesraad tijdig om advies.

2. De Wmo-adviesraad kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het college.

3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

4. In het geval het college in een voorstel aan de Gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-adviesraad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-adviesraad is afgeweken.

5. Het college voorziet de Wmo-adviesraad van informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-adviesraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. Noodzakelijke informatie wordt zo mogelijk beschikbaar gesteld in de benodigde leesvorm.

Artikel 5 Interactieve beleidsontwikkeling

1. De vergaderingen van de Wmo-adviesraad, inclusief de agenda en bijbehorende stukken, worden tenminste zes weken van tevoren bekendgemaakt op de gemeentelijke website en in de gemeentelijke rubriek en liggen gedurende die periode ter inzage in het stadskantoor.

2. Indien op nieuw gemeentelijke Wmo-beleid zienswijzen in het kader van de uniforme voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht) worden geuit, worden deze zienswijzen ambtelijk kenbaar gemaakt aan de Wmo-adviesraad.

3. De Wmo-adviesraad kan zelfstandig besluiten tot het organiseren van bijeenkomsten en andere methoden om belanghebbenden bij het gemeentelijke Wmo-beleid en de activiteiten van de Wmo-adviesraad te betrekken.

4. Onverlet het vorige lid nodigt de Wmo-adviesraad tenminste eenmaal per jaar belanghebbenden die geen zitting hebben in de Wmo-adviesraad uit om aan de vergadering deel te nemen.

Artikel 6 Overleg

De portefeuillehouder(s) verplichten zich door onderhavig besluit tot periodiek overleg met de Wmo-¬adviesraad waarbij in ieder geval de voortgang van de participatie in haar uitvoering aan de orde dient te worden gesteld.

Artikel 7 Samenstelling

1. In de Wmo-adviesraad hebben maximaal 13 leden zitting.

2. De Wmo-adviesraad kent de volgende samenstelling:

1 vertegenwoordiger senioren;

1 vertegenwoordiger gehandicapten;

1 vertegenwoordiger mantelzorgers / vrijwilligers;

1 vertegenwoordiger cliënten welzijnsinstellingen;

1 vertegenwoordiger cliënten zorginstellingen;

1 vertegenwoordiger houders van persoonsgebonden budget;

1 vertegenwoordiger jongeren;

1 vertegenwoordiger minima en uitkeringsgerechtigden;

1 vertegenwoordiger bewonersgroepen;

1 lid namens de Raad van Kerken;

1 lid namens de Zonnebloem;

2 reserveplaatsen.

3. Het college benoemt een onafhankelijk voorzitter. De voorzitter is geen lid van de Wmo-adviesraad.

4. De Wmo-adviesraad kiest uit haar midden een raadssecretaris en een penningmeester en draagt deze ter benoeming voor aan het college.

5. Het college kan een ambtelijk secretaris aanstellen.

6. Het college kan, met redenen omkleed, afwijken van de onder lid twee beschreven samenstelling.

Artikel 8 Benoeming en beëindiging lidmaatschap

1. Leden van de Wmo-adviesraad worden benoemd door het college.

2. De zittingsduur van de leden wordt, behoudens tussentijds aftreden, bepaald op 4 jaar, gerekend vanaf de maand waarin de installatie van de Wmo-adviesraad heeft plaatsgevonden.

3. De leden treden gelijktijdig af, doch zijn eenmaal terstond herbenoembaar (zittingsduur van maximaal twee aaneengesloten periodes van 4 jaar). Zij blijven hun functie waarnemen totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden.

4. Indien een lid niet langer gerekend kan worden tot de doelgroep, eindigt zijn lidmaatschap en wordt een nieuw lid benoembaar.

5. Indien een lid verhinderd is een vergadering van de Wmo-asdviesraad bij te wonen, kan hij zich laten vervangen door een ander.

6. Indien een lid gedurende zes maanden of langer niet in de gelegenheid is of zal zijn om de vergaderingen van de Wmo- adviesraad bij te wonen, benoemt het college een tijdelijke vervanger.

Artikel 9 Vergaderingen

1. De vergaderingen van de Wmo-adviesraad zijn te allen tijde openbaar.

2. De Wmo-adviesraad vergadert zo vaak deze dit nodig acht, doch minimaal vier maal per jaar.

Artikel 10 Totstandkoming van adviezen en andere beslissingen

1. Een advies als bedoeld in artikel 4 komt tot stand door overleg van de bij de vergadering van de Wmo-adviesraad aanwezige leden.

2. Indien een of meerdere leden hiertoe verzoeken vindt er een stemming plaats.

3. Adviezen en andere beslissingen komen in het geval van een stemming als bedoeld in het vorige lid tot stand bij meerderheid van stemmen.

4. Indien voor een advies geen meerderheid bestaat worden in het advies de minderheidsstandpunten verwoord.

Artikel 11 Faciliteiten en kosten

1. De kosten van de Wmo-adviesraad komen in beginsel ten laste van de gemeente. Kosten kunnen worden gemaakt voor het inhuren van deskundigen, voor vorming en scholing van de leden, en kosten van administratieve en communicatieve aard.

2. Het college stelt daartoe aan de Wmo-adviesraad een zodanig budget beschikbaar dat deze in staat kan worden geacht haar adviserende taak op een goede wijze uit te kunnen voeren, alsmede waar het de raadpleging/terugkoppeling van/aan de achterban betreft (enquêtes, folders, nieuwsbrief) betreft.

3. Het budget wordt jaarlijks toegekend op basis van een begroting, die door de Wmo-adviesraad tijdig wordt overgelegd.

4. Het jaarbudget wordt in beheer overgedragen aan de penningmeester van de Wmo-adviesraad.

5. Verantwoording van de uitgegeven gelden uit het ter beschikking gestelde bedrag wordt een maal per jaar afgelegd door middel van een financieel jaarverslag, inclusief een beknopt inhoudelijk werkverslag.

Artikel 12 Verhouding tot andere adviesraden

De bestaande organisaties die adviseren (op deelterreinen) op het gebied van de Wmo behouden ieder voor zich hun eigen adviestaak.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Verordening Wmo-adviesraad gemeente Medemblik’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Medemblik, gehouden op 3 januari 2011.
De griffier, De voorzitter,   Bekendgemaakt: 13 januari 2011.