Beleidsnotitie textielinzameling 2007

Geldend van 05-04-2007 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie textielinzameling 2007

1. Inleiding

In hoofdstuk 14 van het Landelijk afvalbeheerplan 2002 – 2012 wordt ingegaan op afvalscheiding. Het nuttig toepassen van afvalstoffen spaart grondstoffen en energie uit. Hierdoor vermindert onder meer de uitstoot van CO2. Ook hoeft er minder afval te worden verbrand of gestort. Dat leidt weer tot minder nadelige milieueffecten van deze afvalbeheervormen.

De mogelijkheden voor nuttige toepassing van afvalstoffen worden voor een belangrijk deel bepaald door de aard en samenstelling ervan. Beoordeeld dient te worden of product- of materiaalhergebruik van de afvalstoffen mogelijk is.

Ingevolge artikel 1.1 eerste lid, van de Wet milieubeheer wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen onder afvalstoffen verstaan: alle stoffen, preparaten of andere producten die behoren tot de categorieën die zijn genoemd in bijlage I bij richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

Indien particuliere huishoudens zich van textiel ontdoen in de zin van artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer, kan deze textiel worden aangemerkt als een afvalstof (verwezen wordt naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 december 2003, zaaknummer 200302669/1 en de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 8 november 2006, zaaknummers 200603386/1, 200603490/1 en 200603585/1).

Van oud textiel is gebleken dat deze afvalstof in aanmerking komt voor een gescheiden inzameling. Het gescheiden ingezamelde textiel wordt hergebruikt als tweedehands kleding (producthergebruik) of gebruikt als grondstof in de textielindustrie (materiaalhergebruik).

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 8 november 2006, zaaknummer 200603486/1, heeft het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 13 maart 2007 de beleidsnotitie textielinzameling vastgesteld. Deze beleidsnotitie is bekend gemaakt door middel van een publicatie in het weekblad De Geulbode d.d. 4 april 2007.

Bij uitspraak d.d. 31 juli 2007, zaaknummer 200705151/1/M1, heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Meerssen om op basis van de beleidsnotitie textielinzameling een inzamelvergunning voor het jaar 2007 te weigeren, geschorst.

Uit de overwegingen, die ten grondslag liggen aan deze uitspraak, blijkt dat het weigerings-besluit naar het oordeel van de Voorzitter niet wordt gedragen door de motivering in de beleidsnotitie textielinzameling. In verband hiermee is een herijking nodig van het beleid van de gemeente Meerssen inzake de inzameling van oude kleding en textiel.

2. Wettelijk kader

Ingevolge het bepaalde in artikel 10.23, lid 1 van de Wet milieubeheer stelt de gemeenteraad in het belang van de bescherming van het milieu een afvalstoffenverordening op. Daarin kan de gemeenteraad besluiten tot het afzonderlijk inzamelen van andere bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen.

In de vergadering van 2 juni 2005 heeft de gemeenteraad van Meerssen de “Afvalstoffen-verordening van de gemeente Meerssen (tweede versie)” vastgesteld. Artikel 7, lid 1 van deze verordening bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders de inzameldienst aanwijst, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. In de gemeente Meerssen is Van Gansewinkel aangewezen als inzameldienst.

Verder bepaalt lid 2 van voornoemd artikel 7 dat het college van burgemeester en wethouders naast de inzameldienst andere inzamelaars kan aanwijzen, die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8, lid 1, aanhef en onder e van de Afvalstoffenverordening bepaalt dat door de inzameldienst of andere inzamelaars onder meer textiel en schoeisel afzonderlijk worden ingezameld. In de gemeente Meerssen is de Stichting Sociaal Medische Hulpverlening aan Oost-Europa aangewezen als andere inzamelaar als bedoeld in artikel 7, lid 2 juncto artikel 14, lid 2 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Meerssen, tweede versie.

Artikel 11, lid 1 van de Afvalstoffenverordening stelt dat het verboden is zonder inzamelvergunning van het college van burgemeester en wethouders huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Dit verbod geldt volgens het derde lid niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars. Een gedraging in strijd met artikel 11 is een strafbaar gesteld feit in de zin van artikel 1a, onder 3º van de Wet op de economische delicten.

Een inzamelvergunning kan ingevolge het bepaalde in het tweede lid van artikel 11 worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

Het Landelijk afvalbeheerplan 2002 – 2012 stelt op pagina 111 dat bij afvalscheiding door consumenten de gemeenten zorg dienen te dragen voor de realisatie van een geschikt inzamelsysteem, de inzameling, stimulering van afvalscheiding en communicatie over beleid en resultaten. Binnen de landelijke kaders en doelstellingen is er alle ruimte voor eigen invulling door de gemeenten.

Derhalve staat het de gemeenten vrij om zowel ten aanzien van de wijze van inzameling als de keuze van de inzamelaars een eigen keuze te maken.

3. Huidige inzamelstructuur textiel

De inzameling van textiel kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Gekozen kan worden uit onder andere de volgende voorzieningen:

- brengvoorzieningen in de vorm van een centraal inzamelpunt, bijvoorbeeld via de regionale milieuparken;

- brengvoorzieningen in de vorm van textielcontainers;

- haalvoorzieningen in de vorm van inzamelrondes;

- haalvoorzieningen in de vorm van het op verzoek afhalen van textiel door de inzamelaar aan huis.

De inzameling van textiel vindt in de gemeente Meerssen plaats op basis van een op landelijke normen (Afval Overleg Orgaan) gebaseerde inzamelstructuur, met als uitgangspunt een hoog serviceniveau voor de burger.

Gekozen is voor een combinatie van de bovengenoemde inzamelmethoden. Op deze wijze wordt aan de inwoners van Meerssen een grote vrijheid geboden om via een gevarieerd pakket het textiel gescheiden ter inzameling aan te bieden.

De inzamelstructuur in de gemeente Meerssen bestaat momenteel uit:

- het jaarlijks houden van 6 textiel inzamelrondes binnen het gehele bebouwde grondgebied;

- het beheren en het ledigen van een netwerk aan textielcontainers, verdeeld over het bebouwde grondgebied van de gemeente Meerssen;

- het ter beschikking stellen van een inleverpunt voor grotere hoeveelheden textiel in Meerssen;

- het op verzoek afhalen door de inzamelaar van textiel aan huis.

Buiten vorenstaande punten bestaat voor de burger tevens de mogelijkheid textiel in te leveren bij de regionale milieuparken van de Gemeenschappelijke Regeling Geul & Maas.

Binnen de gemeente Meerssen verzorgde de afgelopen jaren en verzorgt ook momenteel een door het college van burgemeester en wethouders op basis van artikel 7 lid 2, juncto artikel 14 lid 2 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Meerssen (tweede versie), als andere inzamelaar aangewezen charitatieve instelling (de Stichting Sociaal Medische Hulpverlening aan Oost-Europa) de inzameling van textiel.

De aangewezen inzamelaar verzorgt sinds 2000 een optimale inzamelstructuur voor textiel. De respons van particuliere huishoudens op deze structuur is bijzonder hoog. De jaarlijkse inzamelgegevens en de sorteeranalyse van 2005 tonen de doelmatigheid van de huidige inzamelstructuur overduidelijk aan.

4. Algemene doelstelling beleid

De algemene doelstelling is de waarborging van een effectief en efficiënt beheer van de afvalstof textiel, middels het in stand houden van een optimale inzamelstructuur met een hoge inzamelrespons.

Om de hoge inzamelrespons te bereiken wordt de nadruk gelegd op drie factoren (bron: SenterNovem), die het inlevergedrag van de particuliere huishoudens bepalen, namelijk: capaciteit, gelegenheid en motivatie.

Een organisatie welke in aanmerking wil komen voor het inzamelen van textiel in Meerssen moet aantoonbaar kunnen voldoen aan de invulling van deze drie factoren, door inzet van capaciteit (inzamelrondes, ledigen textielcontainers), gelegenheid (het onderhouden van een netwerk aan textielcontainers, het op verzoek afhalen van textiel aan huis en het ter beschikking hebben van inleverpunten) en het creëren van motivatie.

Vooral deze motivatie is een belangrijke factor. Bijna 80% van de gemeenten in Nederland heeft de inzameling van textiel uitbesteed aan charitatieve instellingen en kringloopbedrijven. Dit in het bijzonder omdat acht op de tien Nederlanders zijn textiel liever aan een charitatieve instelling geeft dan aan een commerciële inzamelaar. Op deze wijze wordt door de Nederlanders het goede doel ondersteund.

Voor het in stand houden van een dergelijke uitgebreide en goed renderende inzamelstructuur, is het van belang dat continuïteit van inzameling gewaarborgd blijft. Thans is in de gemeente Meerssen één inzamelaar belast met de inzameling van textiel. Deze inzamelaar verzorgt de voornoemde uitgebreide en goed renderende inzamelstructuur, waarbij, indien nodig, gebruik wordt gemaakt van de diensten van derden.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State stelt dat de gemeente Meerssen in de beleidsnotitie textielinzameling niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inzameling van textiel binnen de gemeente Meerssen door meer dan één inzamelaar zich niet verdraagt met het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

Om een uitgebreide en goed renderende inzamelstructuur te kunnen garanderen is het zaak de inzameling niet te versnipperd te laten plaatsvinden. Onder versnipperd inzamelen wordt in casu verstaan dat een onbeperkt aantal inzamelaars textiel mag inzamelen in de gemeente Meerssen.

Het aantal inzamelaars van textiel dient derhalve beperkt te blijven, zodat het aantal aanspreekpunten voor de gemeente Meerssen overzichtelijk blijft. Bij een te versnipperde inzameling wordt in hoofdzaak ingestoken op een maximale opbrengst met minimale inspanning, bijvoorbeeld het inzamelen aan huis, terwijl geen aandacht wordt besteed aan brengvoorzieningen of haalvoorzieningen op afroep. Dit gaat ten koste van het doelmatige beheer van de afvalstof textiel.

Er valt ook nog een kwalitatief onderscheid te maken tussen het huis-aan-huis ingezamelde textiel en ingezameld textiel door middel van brengvoorzieningen. Laatstgenoemd textiel is (veel) slechter van kwaliteit, met als gevolg een mindere opbrengst voor de inzamelaar.

De marktprijs van gebruikt textiel is aan schommelingen onderhevig. Vooral in die tijden dat de opbrengsten minimaal zijn, is het toch zaak dat de huidige inzamelstructuur van textiel wordt gecontinueerd. Bij een charitatieve instelling zonder winstoogmerk is dit meer gewaarborgd dan bij een commerciële inzamelaar.

Buiten de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen inzamelaar van textiel en schoeisel, zal jaarlijks maximaal aan twee andere organisaties een inzamelvergunning worden verleend voor het houden van ieder één huis en huis inzamelronde van de zes beschikbare inzamelrondes.

Bij gelijke geschiktheid zal dan eerder een inzamelvergunning worden verleend aan een charitatieve instelling dan aan een commerciële inzamelaar.

Daarbij wordt door het college van burgemeester en wethouders van Meerssen tevens de voorkeur gegeven aan het ondersteunen van charitatieve instellingen met een lokale dan wel regionale binding. Voorwaarde is wel dat de charitatieve instellingen afzonderlijk dan wel in samenwerking met de aangewezen inzamelaar zorg kunnen dragen voor een voortzetting van de huidige inzamelstructuur met dezelfde inzamelrespons.

5. Uitgangspunten beleid

Het vorenstaande samengevat, blijft het gemeentelijke beleid betreffende de inzamelstructuur van textiel zoals dit afgelopen is jaren gevoerd en wordt dit als zodanig tot latere besluitvorming gecontinueerd. Als grondslag van het beleid gelden de navolgende uitgangspunten:

  • -

    Inzameling van textiel binnen het grondgebied van de gemeente Meerssen wordt jaarlijks toegewezen aan één charitatieve instelling op basis van een door deze instelling te verzorgen uitgebreide inzamelstructuur, welke voorziet in de volgende haal- en brengvoorzieningen.

    • Haalvoorzieningen:
      • -

        jaarlijks minimaal zes inzamelrondes huis aan huis;

      • -

        afhalen kleding aan huis op afroep.

    • Brengvoorzieningen:
      • -

        gebiedsdekkend aantal textielcontainers;

      • -

        innamepunt voor grotere hoeveelheden textiel.

  • -

    Aanwijzing als inzamelaar vindt plaats zoals aangegeven in artikel 7 lid 2, juncto artikel 14 lid 2 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Meerssen, tweede versie.

  • -

    Een inzamelvergunning als bedoeld in artikel 11, lid 1 van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Meerssen, tweede versie zal slechts aan twee andere organisaties worden verleend, voor het houden van ieder één huis en huis inzamelronde van de zes beschikbare inzamelrondes, mits de huidige inzamelstructuur en de huidige inzamelrespons blijven gewaarborgd;

  • -

    Bij gelijke geschiktheid van de verzoekers om een inzamelvergunning wordt de voorkeur gegeven aan het verlenen van een vergunning aan een charitatieve instelling met lokale dan wel regionale bindingen;

  • -

    Jaarlijkse continuering van de inzameling middels haal- en brengvoorzieningen kan alleen plaatsvinden als door de inzamelaar en de vergunninghouders aantoonbaar wordt voldaan aan de landelijke streefcijfers voor de gescheiden inzameling van textiel zoals gesteld in het Landelijk Afvalbeheerplan 2002-2012.

  • -

    De milieuparken van de Gemeenschappelijke Regeling Geul & Maas zijn aangewezen als brengvoorziening voor textiel op regionaal niveau.

Ondertekening

Deze beleidsnotitie vervangt de beleidsnotitie textielinzameling, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 13 maart 2007.
Meerssen, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 21 augustus 2007.