Regeling vervallen per 15-06-2011

Verordening straatnaamgeving en nummering gemeente Meerssen 2006

Geldend van 01-08-2006 t/m 14-06-2011

Intitulé

Verordening straatnaamgeving en nummering gemeente Meerssen 2006

De raad van de gemeente Meerssen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 mei 2006;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is regels te stellen voor naamgeving van delen van de openbare ruimte en nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen en standplaatsen (adressen);

BESLUIT

vast te stellen de “Verordening straatnaamgeving en nummering gemeente Meerssen 2006”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking,voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

  • c.

    Woonplaats: een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

  • d.

    Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal,die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden,hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • e.

    Gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • f.

    Complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken(industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex, etc.).

  • g.

    Afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

  • h.

    Standplaats: een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop(nuts)voorzieningen aanwezig zijn.

  • i.

    Nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers.

  • j.

    Object: een gebouw, complex, afgebakend terrein of standplaats.

  • k.

    Rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak,alsmede de beheerder.

  • l.

    Uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en delen van de openbare ruimte

  • 1.

    Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en kan een woonplaats in gemeentedelen, wijken of buurten verdelen, zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2.

    Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1.

    Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1.

    De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    Het is eenieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerborden aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2.

    Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6,wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op 1 augustus 2006.

Artikel 10 Vervallen oude regels

Op de datum van inwerkingtreding vervalt de “verordening straatnaamgeving en onroerende objecten-registratie” vastgesteld bij raadsbesluit van 24 november 1994.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aandelen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening naamgeving en nummering gemeente Meerssen'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 juni 2006.
De griffier,
De voorzitter,

Toelichting

Artikel 1

In artikel 1 is een nummer gedefinieerd als een cijferreeks dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter- of cijfercombinatie. Het is ongebruikelijk in het nummer Romeinse cijfers op te nemen. Het begrip 'bouwwerk' is opgenomen, omdat het van belang is voor de naamgeving. Aan bijvoorbeeld bruggen en viaducten, als onderdeel van de openbare ruimte, kan de gemeente namen toekennen. Aan bouwwerken worden overigens geen nummers toegekend, omdat zij geen voor mensen toegankelijke ruimte bevatten.

Artikel 2

Naast het vaststellen van de grenzen van een woonplaats zal ook een naam voor dat gebied moeten worden bedacht. Het toekennen van namen aan woonplaatsen wijkt niet af van het proces van naamgeving van de openbare ruimte. Het is ook wenselijk om dezelfde procedure te volgen. Het benoemen van woonplaatsen komt relatief zeer weinig voor, maar juist hier geldt dat de naam met zorg moet worden gekozen. De naam moet veelal generaties lang mee. Het is verstandig om bij het vaststellen van een woonplaatsnaam vooraf contact op te nemen met TPG Post.

In het tweede lid is het benoemen van delen van de openbare ruimte geregeld. De openbare ruimte omvat meer dan alleen straten, plantsoenen en wegen. Zo worden bijvoorbeeld ook waterlopen, sierwateren, bruggen,viaducten, metrostations, dijken, meren en plassen veelal van een naam voorzien. Het benoemen van de openbare ruimte is een bevoegdheid van het college. Dit benoemt delen van de openbare ruimte indien dat naar zijn oordeel nodig is, maar de meeste gemeenten streven ernaar om de totale openbare ruimte van namen te voorzien. De in het tweede lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot het benoemen van de openbare ruimte bij het college indienen. Zo'n aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn in ieder geval hoofdstuk 3 en 4 van de Awb van toepassing (algemene en bijzondere bepalingen over besluiten).

Het derde lid bepaalt dat onder vaststellen, toekennen en verdelen, zoals vervat in het eerste en tweede lid, tevens het wijzigen en intrekken wordt bedoeld. Naar de huidige opvattingen impliceert vaststellen, toekennen en verdelen dat men ook kan wijzigen en intrekken. Bij de behandeling van beroep- en bezwaarschriften is dat echter vaak een punt van discussie. Vandaar dat ervoor is gekozen om over de bevoegdheid tot wijzigen en intrekken een afzonderlijk lid op te nemen.

Artikel 3

Dit artikel regelt het toekennen van nummers aan gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, ligplaatsen en standplaatsen door het college. Hier is niet voor de term 'huisnummer' gekozen omdat bij een afgebakend terrein of een standplaats niet kan worden gesproken van het nummeren van een huis.

Veelal bestaat een gebouw uit verschillende zelfstandige delen. Voor een goede bereikbaarheid qua dienstverlening (postbezorging, brandbestrijding, politiehulp, ambulancediensten etc.) is het noodzakelijk deze zelfstandige delen van een afzonderlijk nummer te voorzien. De registratie van woonadressen in de gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) noodzaakt in de meeste gevallen al tot het afzonderlijk nummeren van deze delen.

De in het eerste lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot nummertoekenning bij het college kunnen indienen. Ook deze aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Awb.

In het tweede lid is vastgelegd dat een object een door het college toegekend nummer ook feitelijk moet dragen.Daarmee wordt het college de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers aan objecten. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers die door het college zijn toegekend ook ter plaatse terug zijn te vinden. Het ligt niet voor de hand dat een gemeente de kosten die gepaard gaan met de uitwerking van dit artikel, bij de eigenaar van het desbetreffende object in de vorm van leges in rekening brengt. Er is immers niet duidelijk sprake van een individueel belang.

Het derde lid bepaalt dat onder toekennen, zoals vervat in het eerste lid, tevens wijzigen en intrekken moet worden verstaan. Naar de huidige opvattingen impliceert toekennen dat men ook kan wijzigen en intrekken. Desondanks is dat bij de behandeling van beroep- en bezwaarschriften vaak een punt van discussie. Vandaar dat ervoor is gekozen om over de bevoegdheid tot wijzigen en intrekken een afzonderlijk lid op te nemen.

Artikel 4

Dit artikel regelt dat naamborden overeenkomstig de wens van het college zullen worden aangebracht. De kosten daarvan komen voor rekening van de gemeente. Het tweede lid verbiedt eenieder op eigen initiatief namen en nummers toe te kennen door deze namen en nummers aan te brengen.

Overtreding van het tweede lid wordt strafbaar gesteld.

Artikel 5

In verband met de dienstverlening dienen naamborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar te worden aangebracht. Dit is mogelijk door de naamborden te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen van derden of paaltjes die op andermans terrein ten behoeve van de naamgeving mogen worden geplaatst. Het artikel houdt echter ook rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar door derden worden aangebracht. Om te voorkomen dat de leesbaarheid van de aangebrachte naamborden door hoogopschietend groen, zonneschermen of reclameborden wordt belemmerd, is bepaald dat de eigenaar ervoor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

Artikel 6

In het eerste lid is bepaald dat het door het college toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, is in het derde lid een andere termijn gesteld.Het derde lid geeft het college de mogelijkheid de in het eerste en derde lid genoemde termijnen te verlengen.

Artikel 7

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen.

Artikel 8

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer ze ook kunnen worden afgedwongen zodra de regels worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden.

Artikel 9

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.

Artikel 10

Dit artikel regelt het vervallen van de oude regels en voorschriften.